Dokterdokter.nl
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > korte omschrijvingen
Datum & Land: 18/04/2007, NL
Woorden: 11490
Idiotie
verouderde term voor de zwaarste vorm van verstandelijke handicap; IQ is lager dan 25
Idiotie endemicus
verouderde term voor de zwaarste vorm van verstandelijke handicap, als gevolg van dwerggroei door onvoldoende werking van de schildklier
Idiotie phenylpyruvica
verstandelijke handicap veroorzaakt door een aangeboren stofwisselingsziekte (fenylketonurie), die is ontstaan als gevolg van het ontbreken van het leverenzym (wordt gecontroleerd door middel van de hielprik)
Idiotype
gedeelte van de antistof dat de karakteristieke structuur bepaalt omdat daar de antistof zich aan de te bestrijden stof hecht
Idioventriculair
met betrekking tot alléén de kamers van het hart
IgM
antistof klasse M, met name gericht tegen bacteriën en virussen en voorkomt verspreiden van deze organismen via de bloedbaan
IgG
antistof klasse G, ook wel gammaglobuline genoemd; een antistof met name gericht tegen bacteriën, zorgt voor levenslange bescherming tegen deze bacteriën
IgD
antistof klasse D, een weinig voorkomende antistof
IgA-glomerulonefritis
afzetting van antistof klasse A tussen de filterende bloedvaten in de nieren, dit gaat gepaard met het voorkomen van bloed in de urine en soms van eiwitten in de urine
IgE
antistof klasse E, speelt een rol bij snelle overgevoeligheidsreacties en bij de afweer tegen parasieten
IgA
immunoglobuline van de klasse A, antistoffen die virussen en schadelijke stoffen neutraliseren en bacteriën en andere schadelijke deeltjes doen samenklonteren, zodat ze door de witte bloedcellen kunnen worden opgeruimd
Iiposuctie
het wegzuigen van overtollig vetweefsel
Iiposomen
(1) vetdeeltjes in een cel bij vervetting(2) kunstmatig vervaardigde, microscopisch kleine bolletjes met een vetlaagje aan de buitenzijde en een opgelost geneesmiddel aan de binnenzijde
Ijsbergbestraling
bestraling van resten van tumoren die overblijven na chemotherapie
Ijlen
in ernst variërende psychische stoornis als het gevolg van een lichamelijke ziekte, vergiftiging of onthouding van middelen, wordt gekenmerkt door verminderde aandacht, onsamenhangende spraak, bewustzijnsstoornissen, angst en chaotisch denken
Ijzerdeficiëntie
tekort aan ijzer in het lichaam of in het bloed
Ijzergebreksanemie
bloedarmoede door een tekort aan ijzer in het lichaam, door een te groot verlies aan ijzer (bijvoorbeeld bij langdurig bloedverlies) of door te weinig opname van ijzer in de darm
Iliaca
tot het darmbeen behorend, het darmbeen betreffend
Ileum
laatste deel van de dunne darm, ongeveer 3,5 meter lang, dat overgaat in de dikke darm
Ileostomie
aanleg van een opening van het ileum (het laatste deel van de dunne darm) door de buikwand naar buiten
Ileocaecale streek
rechter onderbuikstreek, waar de dunne darm in de dikke darm overgaat en waar zich de blindedarm bevindt
Ileitis terminalis
chronische ontsteking van het laatste deel van de dunne darm (laatste deel van het ileum)
Ileus
de darm is niet in staat om de ontlasting in de richting van de anus te duwen, hierdoor ontstaat er een belemmerende darmpassage en verstopping van de darm; dit geeft ernstige buikkrampen
Ileocolostomie
chirurgische verbinding tussen het ileum (het laatste deel van de dunne darm) en de dikke darm
Ileocolicus
met betrekking tot het ileum (het laatste deel van de dunne darm) en de dikke darm
Ileocaecaal
tot het ileum (het laatste deel van de dunne darm) en de blindedarm behorend
Ileo-
met betrekking tot het ileum (het laatste deel van de dunne darm) of in verband staand met het ileum
Ileitis
ontsteking van het laatste deel van de dunne darm (ileum)
Implantaatprothese
kunstgebit dat in het bot van de kaak wordt bevestigd
Impingement syndroom
beschadiging van de schoudertop en van de kop van het opperarmbeen en van het weefsel dat ertussen ligt. Veroorzaakt door mechanische beschadiging (trauma)
Impingement
botsing, harde stoot
Impetigo simplex
huidaandoening waarbij zich puistjes vormen aan de uitvoergangen van haren en zweetklieren
Impetigo contangiosa
vorm van impetigo die vooral bij kinderen voorkomt, waarbij zich naast puistjes ook blaasjes vormen in het gezicht en op de rug van de hand. Deze aandoening is erg besmettelijk
Impetigo
besmettelijke infectie van de huid, veroorzaakt door de bacteriën streptokokken, stafylokokken of beide. Impetigo behoort tot de oppervlakkige huidinfecties en komt met name voor op huid die al beschadigd is door bijvoorbeeld eczeem of een wondje. Eerst ontstaan er puistjes en blaasjes met een etterige inhoud, deze barsten of drogen in waarna er korstjes ontstaan die na enkele dagen afvallen. Voorkeursplaatsen zijn het gezicht, de handen en armen
Impetignisatie
optreden van impetigo (besmettelijke infectie van de huid) op een andere huidziekte
Impendantie plethysmografie
bepaling van de mate van het verstopt zitten van een ader
Impedantie
belemmering, bemoeilijking of weerstand
Immuuuncomplex
complex (binding) tussen een lichaamsvreemde stof (antigeen) en een antistof (product van eigen afweer). Deze complexen kunnen door cellen van de afweer worden opgeruimd
Immuuncomplexziekte
complex (binding) tussen een lichaamsvreemde stof (antigeen) en een antistof (product van eigen afweer) dat aan de wanden van bloedvaten van verschillende weefsels gaat zitten. Deze ziekten gaan gepaard met overgevoeligheidsreacties en lokale ontsteking
Immuun
onvatbaar zijn voor een bepaalde ziekte. Voor sommige ziekten wordt iemand niet meer ziek na het doormaken van deze ziekte of na inenting of vaccinatie
Immunotolerantie
geringe of afwezige reactie van het lichaam op lichaamsvreemde stoffen, waardoor het lichaam geen of weinig antistoffen maakt
Immunotargeting
opsporen of bepalen van een aangrijpingspunt op een cel waartegen antistoffen van de afweer gericht zijn. Hiermee kunnen gezwellen worden opgespoord, die kunnen worden behandeld
Immunosupressie
kunstmatige onderdrukking van de afweer, waardoor lichaamsvreemd materiaal niet wordt afgebroken. Dit heeft als doel dat organen of weefsel dat getransplanteerd is niet wordt afgestoten. Dit kan met bestraling en met bepaalde medicijnen
Immunorespons
afweerreactie van de mens tegen binnendringende ziektekiemen
Immunologische afweer
afweer van het lichaam tegen infectieziekten
Immunologische infertiliteit
aandoening waarbij de vrouw antistoffen (afweerstoffen) heeft tegen het zaad van de man, zodat er geen bevruchting kan optreden. Er zitten geen antistoffen in de eicel, waardoor kunstmatige bevruchting (IVF) wel mogelijk is
Immunologie
wetenschap van de immuniteit (onvatbaarheid voor ziekten)
Immunoglobulinen
afkorting van Ig, dit zijn antistoffen die na contact met een ziektekiem worden gemaakt door het lichaam en vrijkomen in het bloed en in andere lichaamsvloeistoffen om een infectie te bestrijden
Immunodermatose
huidziekte door ophoping van antistoffen op de onderste laag van de huid
Immunocyt
verzamelnaam voor cellen die zorgen voor onvatbaarheid voor ziekten
Immunodeficiëntie
aangeboren of verworven situatie waarin het lichaam niet of vermindert in staat is zich te beschermen tegen infectieziekten, door een tekort of het niet goed functioneren van afweercellen
Immunocompetentie
het in staat zijn om met antistoffen op bacteriën, parasieten of virussen te reageren
Immuno hemolyse
bloedafbraak door afweerstoffen die gericht zijn tegen bepaalde stoffen in het bloed, zoals sommige geneesmiddelen. Ook is sprake van koorts, bloedarmoede en nierfunctiestoornissen
Immuniteit
weerstand van het lichaam tegen ziekmakende stoffen van buiten en in het lichaam
Immotiliteit
onvermogen om te bewegen
Immuniseren
onvatbaar maken, het opwekken van weerstand (immuniteit) tegen bepaalde infectieziekten. Hierdoor is de persoon beter tegen de ziekteverwekker bestand. Tijdens een volgend contact met deze ziekteverwekker, maakt het lichaam antistoffen aan en is de kans klein om ziek te worden
Immotile cilla syndrome
chronische bijholteontsteking, terugkerende infecties van de luchtwegen, dicht zitten van longblaasjes en onvruchtbaarheid bij mannen
Immonodeviatie
afwijkend verloop van een afweerreactie
Immortalisatie
het laten doorgroeien, het niet laten dood gaan
Immobilisatie
het onbeweeglijk maken van een lichaamsdeel, bijvoorbeel door gipsverband bij een beenbreuk
Immissie
het inbrengen, het invoeren van een object in het lichaam
Imminens
dreigend
Immigratie
het in de weefsels trekken, bijvoorbeeld witte bloedcellen die vanuit de bloedbaan ontstoken weefsel binnendringen
Immediate-type reaction
overgevoeligheidsreactie van het onmiddellijke type; reactie die totstandkomt direct na contact met het allergeen (stof die een overgevoeligheidsreactie veroorzaakt)
Immediate-type allergie
specifieke reactie op stoffen waar iemand overgevoelig voor is, waarbij de reactie na enkele seconden of minuten tot stand komt
Immediaatprothese
tijdelijk lichaamsvervangend deel, dat later wordt vervangen door een blijvende prothese
Imbibitie
het indringen van vloeistof in weefsels
Immaturitas
onrijpheid; onvoldragenheid
Imbeciliteit
verouderde aanduiding voor aangeboren of vroeg verworven verstandelijke handicap
Implantatie
(1) aanbrengen van weefsel of lichaamsvreemd materiaal in het lichaam(2) het inbrengen van een geneesmiddel onder de huid
Impetigo herpetiformis
huidaandoening die begint met een bruinrode uitslag die overgaat in puistjes, die in groepjes bij elkaar liggen. De aandoening wordt niet veroorzaakt door een bacterie
Impetigo bullosa neonatorum
vorm van impetigo die bij baby's voorkomt, waarbij zich blaasjes vormen
Imperatief
dwingend of gebiedend; met onweerstaanbare dwang
Impediment
belemmering, hinderpaal, stoornis. Bijvoorbeeld een galsteen die de galafvoerweg afsluit
Immunotherapie
behandeling waarbij de afweer van de patiënt wordt gestimuleerd. Kan worden toegepast bij bepaalde kwaadaardige gezwellen (kanker)
Immunostimulatie
het stimuleren van de afweer (immuniteit) door bepaalde stoffen
Immunostatus
functionele toestand van het afweermechanisme bij de patiënt
Immunopathologie
(1) kennis van afweerreacties bij ziekten(2) kennis van verschijnselen van de afweerreactie
Immobiel
onbeweeglijk, niet bewegend
Imminens abortus
dreigende abortus (miskraam)
Immersie
onderdompeling, geneeswijze waarbij onderdompeling van het gehele lichaam of van een lichaamsdeel wordt toegepast
Imbeciel
iemand met een verstandelijk gehandicap en een IQ van 20 tot 55
Imago
onveranderlijk beeld van iets of van iemand zoals dat door de buitenwereld wordt gezien
Impos mentis
buiten bewustzijn zijn, bewusteloos
Impotentie coeundi
onvermogen om geslachtsgemeenschap uit te voeren. Wort veroorzaakt door onder andere ouderdom, neurologische oorzaken, medicijnen, operaties (in de buik) of psychische oorzaken
Impotentie concupiscentiae
afwezigheid van seksuele verlangens
Impotentie erigendi
niet in staat zijn om de penis stijf te maken (erectie)
Impotentie generandi
hierbij is geslachtsgemeenschap is wel mogelijk, maar bevruchting is niet mogelijk, bijvoorbeeld door afwijkende zaadcellen
Impressiefractuur
breuk die ontstaat door indrukking (bij de schedelbotten)
Impuls
(1) drang waaraan weinig of geen weerstand kan worden geboden, die snel tot actie aanzet en gericht is op bevrediging van lust(2) signaal dat door zenuwcellen en hun uitlopers wordt voorgeleid
Impulsbeheersing
psychische stoornissen die worden gekenmerkt door het herhaaldelijk niet in staat zijn om zich te verzetten tegen schadelijke of verboden impulsen; voorbeelden zijn gokken, brand stichten en stelen
Impulsief
gedrag dat wordt uitgevoerd zonder er van tevoren over na te denken. Wordt veroorzaakt door een inwendige prikkel of door een drang
Impermeabel
ondoordringbaar of waterdicht
Involuntarius
onwillekeurig, zoals het onwillekeurig (niet met opzet) verliezen van ontlasting of urine
Invertoren
spieren in de voet die ervoor zorgen dat de voet een binnenwaartse kanteling om de lengte-as kan maken
Inversie uteri
naarbuitenkering van de bodem van de baarmoeder waardoor deze door de vagina naar buiten kan stulpen
Inversie
(1) instulping of omkering van een orgaan waarbij de slijmvliesbekleding naar buiten wordt gekeerd(2) verandering van de volgorde van de genen in een chromosoom (genetisch materiaal dat ligt opgeslagen in elke celkern). Door twee breuken in het chromosoom en het verkeerd-om terugplaatsen ontstaat dit(3) binnenwaartse kanteling van de voet om zijn lengte-as
Invasieve ontsteking
ontsteking die zich voortzet in omgevend weefsel of organen
Invasieve groei
groei van weefsel dat door organen heen groeit. Dit wordt vooral gezien bij kwaadaardige gezwellen (kanker) waarbij de tumor in omliggend weefsel groeit
Invasief onderzoek
onderzoek met instrumenten waarbij de huid of slijmvliezen worden gepasseerd, bijvoorbeeld onderzoek naar de bloedvaten