Dokterdokter.nl

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > korte omschrijvingen
Datum & Land: 18/04/2007, NL
Woorden: 11490


INR
getal dat de verhouding weergeeft tussen de tijd die het plasma van een patiënt nodig heeft om te stollen en de tijd die daarvoor gemiddeld bij een gezond persoon nodig is

Inprentingsvermogen
mate waarin iemand in staat is om gegevens vast te leggen in het geheugen

Inovulatie
het van buitenaf inbrengen via de vagina in de baarmoeder van een eicel (al of niet bevrucht)

Inotropicum
geneesmiddel dat de kracht van de spier of hartspier bevordert

Inopexie
hierbij heeft het bloed een abnormaal sterke neiging om te stollen (samenklonteren)

Inoperabel
niet te opereren is, dit kan zijn omdat de patiënt daar niet geschikt voor is (bijvoorbeeld hartproblemen) of dat de ziekte het niet toelaat (doorgroei van een gezwel in belangrijke organen)

Inogeen
iets wat in het weefsel ontstaat

Innidiatie
groei van cellen die afkomstig zijn uit een kankergezwel op een plaats elders in het lichaam; de groei van uitzaaiingen

Innerveren
voorzien van zenuwwerking

Innervatie
de invloed die de zenuwen hebben op de verrichtingen van de organen, bijvoorbeeld de spierwerking (aansturing)

Inlooppijn
pijn in de ledematen of in de rug die kort duurt en optreedt zodra iemand in beweging komt na een periode van rust in zittende of liggende houding. Komt voor bij sommige gewrichts- en spieraandoeningen

Injury
verwonding, letsel of beschadiging

Inklemming
het bekneld raken van iets

Injection de rappel
eenmalige toediening van een vloeistof door de huid heen, waarmee wordt bereikt dat een immuniteit die is verkregen door een inenting in het verleden, die langzaam minder is geworden, weer op een niveau komt zodat de immuniteit voldoende is om beschermd te zijn tegen een bepaalde ziekte

Injectie
het inspuiten van een vloeistof door een buisje of slangetje via een natuurlijke lichaamsopening (rectum of blaas) of door een holle naald door de huid of door de slijmvliezen heen

Injecteren
iets inspuiten (bijvoorbeeld een geneesmiddel)

Initiële behandeling
allereerste behandeling van een acute ziekte of trauma, die vaak levensreddend is

Initiaal stadium
het eerste stadium of het begintijdperk van een ziekte

Iniëncefalie
aangeboren afwijking waarbij het kind niet levensvatbaar is. De achterkant van de schedel is niet goed ontwikkeld, waardoor de hersenen blootliggen

Inhibitor
(1) stof die de werking van een enzym, hormoon of geneesmiddel vermindert(2) zenuw die een remmende werking heeft op een orgaan (bijvoorbeeld een spier)

Inhibitie
remming of onderdrukking van bijvoorbeeld een impuls

Inhibine
(1) hormoon dat wordt gemaakt door de geslachtsklieren dat de productie remt van hormonen die de eicel- of zaadceluitrijping stimuleert(2) stof die bacterieremmend werkt en vooral in speeksel voorkomt

Inhalatietrauma
letsel aan de longen of luchtwegen dat is ontstaan door het inademen van hete of prikkelende gassen of dampen

Inhalatie anesthesie
kunstmatig opgewekte toestand, waarbij prikkels niet of verminderd tot de hersenen doordringen door inademing van middelen in de longen. Berust op vier doelen: bewusteloosheid, pijnloosheid, demping van automatische reflexen van het lichaam en spierverslapping

Inguinaal
iets wat bij het liesstreek hoort

Inguinaal canalis
lieskanaal

Ingestie
het innemen van voedsel, vocht en medicijnen via het spijsverteringskanaal

Infuus
(1) drank bereidt uit geneesmiddelen, waarbij deze met kokend water zijn overgoten waarin het geneesmiddel getrokken is(2) toedienen van vloeistoffen (zoals medicijnen of bloed) in bloedvaten, in lichaamsholten of onder de huid

Infusie
toedienen van vloeistoffen (zoals medicijnen of bloed) in bloedvaten, in lichaamsholten of onder de huid

Infundibulum
doorgang of structuur die de vorm heeft van een trechter, term wordt ook gebruikt voor de steel van het hersenaanhangsel (hypofysesteel)

Infravergentie
afwijkende stand van het oog waarbij hij naar beneden staat

Infra-orbitalis
onder de oogkas

Infranodale extrasystole
voortijdige samentrekking van het hart die niet in het normale ritme van het hart valt en ook niet afkomstig is uit de sinusknoop (plek in de hartspier waar cellen zitten waaruit de samentrekking van het hart begint), maar uit een plek van de spieren in de hartkamers. De oorzaak hiervan is meestal beschadiging van de hartspier

Infra-
voorvoegsel dat wordt gebruikt om aan te geven dat iets onder of beneden is

Influx
toevloed of instroming

Influenza
plotseling optredende, sterk besmettelijke infectieziekte, veroorzaakt door het influenzavirus. De belangrijkste kenmerken: koude rillingen, buikpijn, braken, hoesten, hoofdpijn, slapeloosheid, koorts, spierpijn, lichtschuwheid en pijn achter de ogen

Inflatie
uitzetting of opblazing

Inflammatie exsudativa
ontsteking waarbij uittreding van vocht plaatsvindt (onder andere bloed, slijm, etter)

Inflammatie catarrhalis
ontsteking van slijmvliezen, die gepaard gaat met productie van veel slijm

Inflammatie
reactie op een schadelijke prikkel (van chemische aard, trauma, micro-organismen, enzovoort). Het ontstekingsproces bestaat voornamelijk uit celbeschadiging, vaatverwijding, vochtophoping, afzetting van witte bloedcellen. Waarneembare symptomen van een ontsteking zijn roodheid, warmte, zwelling, pijn en gestoorde functie

Infiltraat
(1) het aanwezig zijn van vocht, rode of witte bloedcellen, wat in weefsels en cellen is afgezet(2) lokale ontsteking met afzetting van vocht in de directe omgeving

Infibulatie
samenhechting van de schaamlippen bij de vrouw of de voorhuid bij de man, om te verhinderen dat er geslachtgemeenschap kan worden uitgevoerd

Infestatie
(1) aanwezigheid van dierlijke parasieten op of in het lichaam(2) invasie (binnendringen) van dierlijke parasieten in het lichaam

Infertiliteit
ongewenste kinderloosheid waarbij meestal sprake is van verminderde vruchtbaarheid. Komt voor bij ongeveer 15% van de relaties

Infertiel
niet in staat zijn om nageslacht voort te brengen door lichamelijke problemen (zoals slecht zaad)

Inferioriteitscomplex
gevoel van tekortschieten of van machteloosheid, waarbij de persoon een negatief zelfbeeld heeft en contact mijdt met mensen waarvan hij denkt dat ze beter zijn

Infectieziekte
ziekte die ontstaat door een algemene infectie (veroorzaakt door een ziektekiem zoals een bacterie of virus) en meer algemene ziekteverschijnselen heeft dan een lokale ontsteking

Infectie
het zich na de besmetting handhaven en vermenigvuldigen van ziekteverwekkende organismen (bacteriën, virussen, parasieten en schimmels) waardoor er een plaatselijke ontsteking ontstaat of waardoor er ziekte van het hele lichaam ontstaat

Infecteren
het veroorzaken van een infectie (lokale ontsteking of algeheel ziek zijn door een ziektekiem)

Infaust
ongunstig, bijvoorbeeld een ongunstige voorspelling wat betreft het verloop van een ziekte

Infarct
toestand die ontstaat als er plaatselijk geen doorbloeding meer is van weefsel. Er is een gebrek aan voedingsstoffen en zuurstof, waardoor het weefsel beschadigd raakt of afsterft

Infarcering
vorming van een plaatselijke afsterving van weefsel door afwezigheid van voedingsstoffen (zuurstof) dat het gevolg is van een doorbloedingsstoornis

Infantum
van kinderen

Infantiel
(1) kinderlijk, iets dat op de leeftijd van het kind voorkomt(2) populaire term voor achterlijk (gedrag)

Infans mortuus
dood kind dat nog in de baarmoeder zit

Infans
kind

Inertie
traagheid of slapte bijvoorbeeld van spieren of van de geest

Inert
traag, inactief, niet reagerend, niet werkzaam

Inequale polsslag
polsslag waarbij niet elke slag even krachtig is

Inequaal
ongelijk of ongelijkmatig

Induratief
iets waarbij verharding optreedt

Indux
beginnend

Induratie
plaatselijke verharding van weefsel door vorming van bindweefsel

Induratie congelativa
zwelling van de huid die blauwrood is en deeghard, in de knieholtes, meestal bij vrouwen

Indumentum proprium
het zachte en binnenste hersenvlies (van totaal drie hersenvliezen)

Indumentum
omhullend vlies, overtreksel

Inductiepsychose
psychische stoornis die iemand krijgt onder invloed van een patiënt met een psychische stoornis

Indifferent
onverschillig, onschadelijk, neutraal

Incubus
(1) slaapstoornis waarbij iemand regelmatig wakker wordt en nauwkeurige herinneringen heeft aan onplezierige dromen, alert is en goed georiënteerd.(2) drukkende geestelijke last

Inertie uteri
tijdelijk verminderen of uitblijven van weeën tijdens de bevalling

Induratie penis plastica
plaatselijke verharding in de penis waardoor deze in stijve toestand krom is

Indolent
(1) onverschillig, suf, traag, lusteloos(2) ongevoelig zijn voor pijn(3) iets wat geen pijn veroorzaakt

Individualisatie
proces waarbij iemand zijn persoonlijke eigenschappen steeds sterker ontwikkelt, zodat hij zich steeds meer onderscheidt van anderen

Infectiepreventie
het voorkómen van een infectie, bijvoorbeeld door inenting of door steriel te opereren

Infectieketen
keten waarlangs een infectie zich kan verspreiden. Dit is onder te verdelen in de besmettingsbron met de verwekker, de besmettingsweg (hoesten), de binnenkomstplaats (neusslijmvlies) en de gastheer

Infantilisme
stilstand in de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling op een kinderlijk stadium (op kinderleeftijd)

Infectieus
(1) besmettelijk(2) iets dat in staat is om een infectie te veroorzaken

Infectietolerantie
het bestaan van een langdurige infectie zonder dat er een afweerreactie optreedt

Infectiesteen
als gevolg van ontstekingen in de urinewegen (blaas, urineleiders) kunnen er stenen ontstaan in het nierbekken. Deze stenen kunnen in de urinewegen vast komen te zitten en klachten geven van pijn en nierbekkenontsteking

Infiltratie
afzetting van vocht (zoals bloed, urine, vet, etter) in en tussen de weefsels en de cellen waardoor zwelling ontstaat

Infraclaviculair
onder het sleutelbeen gelegen

Influenzavirus
groep van virussen die zeer besmettelijk zijn. Er zijn drie soorten. Type A, deze veroorzaakt de griep en komt voor als epidemie om de 1 tot 3 jaar en om de 12 tot 24 jaar wereldwijd. Type B veroorzaakt griep en komt als epidemie voor om de 3 tot 4 jaar. Type C is onschuldig en veroorzaakt een op verkoudheidlijkend ziektebeeld

Inflammatie chronica
chronische ontsteking (langdurig) waarbij de typische kenmerken van een actute ontsteking (roodheid, zwelling, warmte en pijn) ontbreken en waarbij kenmerkend is dat er bindweefselvorming is

Initiële verschijnselen
eerste verschijnselen (symptomen) die het begin van een ziekte aankondigen

Initiale sclerose
niet pijnlijke zweer met harde omgeving voorkomend bij syfilis

Initiaal
beginnend

Inhalatieziekte
ziekte die is veroorzaakt door het inademen van schadelijke stoffen, dampen of gassen

Inhalatie
inademen van dampen, gassen of van medicijnen als verstuiver

Ingewanden
de inwendige organen in de buikholte (darmen)

Inloopfoto
röntgenfoto van de dikke darm nadat deze is gevuld met een contrastvloeistof die is te zien op de foto. De contrastvloeistof wordt via de anus ingebracht

Insertie
(1) aanhechting of inplanting, bijvoorbeeld de bevestigingsplaats van een spier aan een skeletdeel(2) het invoegen van een stukje DNA (genetisch materiaal dat in elke celkern ligt) in al aanwezig DNA

Insensibel
ongevoelig

Insanabel
ziekte die niet te genezen is

Insalvatio
vermenging van voedsel met speeksel

Insufficiëntie hepatis
toestand waarbij de lever onvoldoende werkt, veroorzaakt door verlies van functionele levercellen. Dit gaat onder andere gepaard met geelzucht, stollingsstoornissen, vochtophoping, hormonale stoornissen en circulatiestoornissen

Instabiliteit
iets wat wankel is of onstandvastig

Instabiele angina pectoris
aanvallen met pijn op de borst die steeds ernstiger worden, meestal is dit een voorbode van een hartinfarct

Inter-
voorvoegsel dat tussen betekent

Intensive care unit
afdeling in een ziekenhuis voor patiënten met bepaalde ernstige (acute) ziekten, letsels of voor patiënten die een operatie hebben gehad die levensbedreigend was. Op deze afdeling is er een optimale en voortdurende bewaking, behandeling en verpleging voor elke patiënt

Intelligentie
verstandelijke begaafdheid, het vermogen om kennis en ervaring toe te passen bij het oplossen van problemen