Sint Ursula - Algemene Natuurwetenschappen
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Natuurkunde
Datum & Land: 06/06/2007, NL
Woorden: 156
neutronenster
Eindfase van de ontwikkeling van zwaardere sterren. De electronen worden in de protonen gedrukt en de ster bestaat uit op elkaar gepakte neutronen. Deze objecten zijn slechts enkele kilometers groot maar hebben een massa die groter is dan die van de zon. Een kubieke centimeter van zo'n object weegt wel 100 miljard kilogram!
neuron
Zenuwcel. Deze cellen hebben lange uitlopers waarlangs berichten van de ene cel naar de andere worden doorgegeven.
Neodarwinisme
Tegenwoordig meest gangbare theorie over de evolutie. In het kort: De evolutie berust op het voorkomen van erfelijke variaties, ontstaan door mutatie en recombinatie van genen. Op deze variatie werkt vervolgens de natuurlijke selectie.
organische stoffen
Energierijke stoffen, ooit ontstaan in een stofwisselingsproces en dus geproduceerd door organismen.
orgaan
Aantal weefsels die als een geheel samenwerken.
ozonlaag
De laag in de atmosfeer waarin de ozonconcentratie het hoogst is. Deze bevindt zich op ongeveer 25 à 30 km hoogte en is ruim 10 km dik. Door deze laag wordt 99% van de schadelijke UV-straling van de zon geabsorbeerd.
ozongat
Gat in de ozonlaag boven antarctica, ter grootte van de VS.
ozon
Ozon is een vorm van zuurstof waarbij het molecuul uit drie, in plaats van twee, zuurstofatomen bestaat. Ozon verspreidt een typische geur en daaraan dankt het de naam (grieks: ozoon = riekend).
pandemie
Zeer sterk verspreide epidemie die in meerdere landen tegelijk optreedt.
penicilline
Het eerste antibioticum, bereid uit een schimmel, ontdekt door Alexander Fleming
pirouette-effect
Een roterende massa die samentrekt gaat steeds sneller roteren.
pizza-effect
Een roterende massa die samentrekt raakt steeds sterker afgeplat.
placebo
Nep-medicijn, de eventuele werking berust op suggestie.
poolster
De ster die ongeveer recht boven de noordpool staat.
prothese
Kunstmatige vervanger van een lichaamsdeel of (deel van) een orgaan.
prion
Een bepaald eiwitmolecuul. Zonder dat het erfelijke informatie bevat is dit speciale eiwit toch in staat om zich te vermenigvuldigen. Een prion heeft hiervoor geen gastheercel nodig. BSE (gekkekoeienziekte) en CJD (ziekte van Creutzfeld-Jakob) worden door prionen verspreid.
prikkel
Een verandering in in- of uitwendig milieu die door gespecialiseerde zintuigen waar te nemen is.
preventieve geneeskunde
Het treffen van voorzieningen en maatregelen om ziekten te voorkomen. Voorbeelden: verbeterde hygiëne, voorlichting, quarantaine, vaccinatie.
prenatale diagnostiek
Het vaststellen van ziekten en-of afwijkingen vóór de geboorte
Ptolemaeus
Alexandrijns geleerde (100-170) Vernieuwt het geocentrische wereldbeeld. Hij verfijnt de theorie van Aristoteles van de cirkelbewegingen met kleine extra cirkelbewegingen (epicykels) om te corrigeren voor de afwijkingen in de waarnemingen. Zijn stelsel overleeft tot 1600.
resistentie
Ongevoeligheid voor een bepaald antibioticum. Resistentie ontstaat door mutaties in het genetisch materiaal van de bacterie.
regenboog
Opslitsing van het witte zonlicht in de verschillende golflengten (=kleuren) door waterdruppels in de atmosfeer
reductionistisch
Kijken naar slechts een deel. Overwegende benadering van de moderne westerse geneeskunde.
RNA
(Reuzen)moleculen die betrokken zijn bij het aflezen van de codes van het DNA.
Roodverschuiving
Dopplereffect bij lichtbronnen die van ons af bewegen.
rode reus
Een ster in de voorlaatste fase van zijn ontwikkeling: de kernfusie-reactor verbrandt nu helium tot koolstof en zuurstof en dat geeft zoveel energie dat de ster enorm wordt opgeblazen.
sappenleer
Leer van Hippocrates. Een mens is gezond als de vier sappen (bloed, slijm, zwarte gal en gele gal) in evenwicht zijn.
sectie
De ontleding van een dood organisme
siamese tweeling
Een tweeling die gedeeltelijk met elkaar is vergroeid
Stratosfeer
(tot 50 km): langzaam stijgende temperatuur tot 0°C. Op grotere hoogte wordt steeds meer ultraviolet zonlicht geabsorbeerd, hierdoor onstaat een toenemende temperatuur met de hoogte.
stofwisseling, metabolisme
De omzetting van stoffen in het lichaam in ander stoffen Hierbij worden de benodigde grondstoffen opgenomen uit het milieu (de omgeving) en afvalstoffen weer afgegeven aan het milieu.
Stikstofkringloop
Stikstof (N) is een belangrijk bouw-element van aminozuren, de bouwstenen van eiwitten, en van de nucleotiden die het DNA vormen. Dieren halen hun stikstof uit voedsel, planten uit nitraten (stikstof-zouten) in de bodem. De nitraten in de bodem worden geproduceerd door bacteriën die de vrije stikstof uit de lucht kunnen binden tot nitraten, door andere bacterië die de stikstof uit organisch afval in nitraten kunnen omzetten (via de tussenstappen ammoniak en nitrieten) en door bliksemontladingen tijdens onweer. Weer andere bacteriën brengen stikstof weer terug in de atmosfeer door afbraak van organische restproducten.
stethoscoop
Versterker van lichaamsgeluiden.
ster
Een ster is een hemellichaam dat zelf licht uitstraalt. De energiebron van sterren bestaat uit kernfusieprocessen in de sterkern waarbij waterstof wordt omgezet in helium.
stasis
Toestand, waarin stofwisselingsprocessen worden teruggebracht tot 0.
stamcellen
Cellen die nog niet gespecialiseerd zijn en nog kunnen uitgroeien tot cellen van ieder weefseltype
temperatuurstraling
Alle objecten in het heelal zenden warmtestraling uit. Hoe hoger de temperatuur, des te energierijker de straling, dus hoe korter de golflengte waarbij de maximale uitstraling optreedt. Het zonsoppervlak heeft een temperatuur van 6000K en zendt daarom de meeste straling uit op de golflengten van zichtbaar licht. Bij kamertemperatuur ligt het maximum in het infrarood. Dit kunnen wij niet zien, maar nachtkijkers (en de ogen van sommige diersoorten) zijn wel gevoelig voor deze golflengten.
Thermosfeer
(tot 750 km): stijgende temperatuur tot boven 1000°C. De absorptie van röntgenstraling van de zon zorgt voor de opwarming op grotere hoogten.
Theorie
Een beeld van de werkelijkheid dat een noodzakelijke en voldoende verklaring biedt voor een reeks waarnemingen of verschijnselen. Een theorie doorloopt in haar ontstaan het volgende proces (empirische cyclus): waarneming - hypothese - toetsbare voorspelling - experiment-waarneming - verificatie-falsificatie - theorie
toegepast onderzoek
Bij dit onderzoek gaat het vooral om de toepasbaarheid van de resultaten. Deze vorm van onderzoek vindt met name plaats bij bedrijven en Technische Universiteiten.
Troposfeer
(tot 10 km) dalende temperatuur tot -55°C. De aarde straalt opgenomen zonnestraling terug als warmtestraling. Deze wordt door de steeds ijlere atmosfeer op grotere hoogte steeds slechter geabsorbeerd: dalende temperatuur.
UV-straling
UV-straling is Ultra-Violet-straling. Deze heeft golflengten tussen 100 en 400 nm en ligt dus direct voorbij het violette zichtbare licht (vandaar de naam). Met name de UV-B straling met golflengten rond 300 nm is zeer schadelijk voor het leven, ze verandert en verwoest levende cellen. De nog gevaarlijker UV-C straling wordt door de atmosfeer tegengehouden en de langgolviger UV-A straling is ongevaarlijk.
van Leeuwenhoek
Antonie van Leeuwenhoek (1632-1723), Nederlands natuuronderzoeker.
vaccinatie, actieve immunisatie
Toediening van een verzwakte of dode ziekteverwekker. Deze prikkelt het afweersysteem tot het maken van antistoffen. Met die zelfgemaakte antistoffen bouwt het lichaam vervolgens immuniteit op tegen de echte, niet verzwakte ziekteverwekker. De antistoffen zijn hierbij dus gemaakt door het lichaam zelf.
vegetatieve zenuwstelsel
Dit deel van het zenuwstelsel regelt 'plantaardige' functies. Dit zijn de functies waar je, voor het uitvoeren ervan, géén bewuste actie hoeft te ondernemen.
Vesalius
=Andries van Wezele, Zuid-Nederlands Anatoom (1514-1564)
virus
Verschijningsvorm ('levensvorm') (waarom staat dit hier tussen aanhalingstekens?) zonder eigen levensverschijnselen. Voor vermeerdering moet het virus gebruik maken van de stofwisselingsprocessen van een gastheercel. Een virus is meestal gespecialiseerd in een bepaalde gastheercel. Een virus bestaat alleen maar uit een mantel (eiwit) en daarin een molecuul DNA of een molecuul RNA (retrovirus).
vivisectie
De ontleding van een levend organisme
vlokkentest
Test op Down Syndroom (=mongolisme), uitgevoerd met weefsel van de foetus dat is verkregen via de baarmoederwand
Waterkringloop
Verdamping en neerslag zorgen voor de waterkringloop. De drijvende motor is de zonne-energie. De waterkringloop is een belangrijke buffer in het klimaatsysteem.
weefsel
Verzameling cellen van eenzelfde type.
witte dwerg
Een ster in de laatste fase van zijn ontwikkeling. De zwaartekracht heeft het object doen ineenschrompelen tot afmetingen in de orde van grootte van de aarde, maar met een massa die vele malen groter is dan die van de aarde. De druk van het electronengas stopt de verdere ineenstorting.
xenotransplantatie
Transplantatie van dier naar mens.
zenith
Het punt op de hemelbol recht boven de waarnemer.
ziekteverwekkers
Veroorzakers van ziekte: bacteriën, virussen, giftige stoffen, parasieten.
zonsverduistering
De schaduwkegel van de maan raakt de aarde. De maan staat tussen de zon en de aarde in, het is dus nieuwe maan.