Het Woordenreservaat

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Bijzondere woorden
Datum & Land: 24/12/2009, NL
Woorden: 217


aantal
(o) - een zekere hoeveelheid

aamborstig
(bn) - kortademig, hijg-hijg...

abel
(bn) - Het woord is vrijwel synoniem aan de twee meest gebruikte betekenissen van 'knap'. Deze voorbeeldzinnen geven dat aan:...

agaceren
(ww) - ergeren

allegaartje
(o) - optelling van alles

aleer
(vw) - voordat

amant
(m) - liefhebber

antimakassar
(m) - kleedje tegen oud haarvet

apekool
(v) - lariekoek, onzin

aterling
(m) - bedaagd scheldwoord

avegaar
(m) - grote boor

barg
(m) - gesneden beer

balsturig
(bn) - eigenzinnig, eigengereid

baffetoen
(m) - onvruchtbaar geweld

beiden
(ww) - wachten, wachten

bezwalken
(ww) - bezoedelen in ruime zin

beweegreden
(v) - excuus voor actie

bigot
(bn) - kwezelachtig, schijnheilig

blits
(bn) - volgens de laatste mode, althans omstreeks 1965

boterbriefje
(o) - huwelijkscertificaat

bosschage
(o) - bosje, niet verwarren met 'bossage'

bossage
(v) - aangebracht relief, niet verwarren met 'bosschage'

borstrok
(m) - extra hemd voor de kou

borstel
(m) - voor het boenen, schuieren, vegen en stoffen

boezeroen
(o) - oud hemd

boender
(m) - voor de frissigheid

boekband
(m) - houdt de pagina's bijeen

brozem
(m) - stoere jongen onder de 50 cc

brandschatten
(ww) - afperspraktijk met dreiging van brandstichting

castraat
(m) - gesneden man

canapé
(m) - om op te zitten of om op te eten (kan tegelijk)

cajoleren
(ww) - strelen

cool
(bn) - hetzelfde als blits, maar dan 10 jaar later

concubine
(v) - samenwoonster

dazen
(ww) - dom babbelen, zotteklap uitslaan

deportatie
(v) - beladen woord dat meer dan 'uitzetten' betekent

deerlijk
(bn) - jammerlijk, zielig

deernis
(v) - innig mededogen

diender
(m) - vriendelijke oom agent

dodijnen
(ww) - wiegen en laten wiegen

driest
(bn) - dapper, vermetel, stoutmoedig (meestal op onbezonnen wijze)

dra
(bw) - binnenkort (maar dan in drie letters in plaats van tien)

edoch
(vw) - maar (als het deftig mag klinken)

eerlang
(bw) - binnenkort

eerdaags
(bw) - binnen enkele dagen

efemeer
(bn) - kortstondig

embonpoint
(m & o) - bol buikje

epineus
(bn) - lastig

eunuch
(m) - gesneden man

excrement
(o) - uitscheidsel

faribool
(v) - zotte babbel

faliekant
(bn) - de verkeerde kant

falie
(v) - regenmantel zonder mouwen

fiscalist
(m) - rekent zich rijk

fniezen
(ww) - niezen, hatsjoe!

fnuiken
(ww) - vanaf beperken tot en met verpesten

fnazelen
(ww) - rafelen

gewagen
(ww) - melding doen (laat 's wat van je horen)

gevoeg
(o) - stinkend gerief

gestadig
(bn) - gedurig

gemoed
(o) - gevoel, soms lijfelijk

gemeenschap
(v) - samenleving in al zijn varianten

gekke
(bn) - krompraat van burger

geitenkeutel
(v) - stuk geitenpoep

geil
(bn) - zie lubriek

gezwind
(bn) - vlotweg

gisgetal
(o) - raad eens?

giegagen
(ww) - hijgend praten met een geluid als het balken van een ezel

glimmerik
(m) - keurig gepoetste agent

gladakker
(m) - boef

gorre
(v) - oud paard

graveel
(o) - gruis in nieren op het strand

guit
(m) - schalkse schelm

guil
(m) - afgeleefd paard ("vroeg hengst, vroeg guil")

hamel
(m) - gesneden ram

hakkenei
(v) - damespaard met comfortabele gang

hes
(v) - ruim hemd dat kenmerkend was voor de lui uit Hessen

hebbelijk
(bn) - eigen of gepast of erg

hippie
(m) - doet een moord voor een beetje liefde

hit
(m) - kleiner dan ket

horten
(ww) - stoten

ijsco
(v) - koud en oud

immer
(bw) - altoos

interlock
(o) - mooi geweven onderhemd

invectief
(o) - belediging (hi ha hondenlul!)

jajem
(m) - geestrijk vocht

justificeren
(ww) - rechtbreien

juut
(m) - agent (als-ie het niet hoort)

kapoen
(m) - haan die hoog kraait

kamizool
(o) - hemd van allure

kattebelletje
(o) - boodschap van haastige politici

ket
(v) - klein paard

kilometervreter
(m) - volhouder op de weg

kiel
(m) - een bij carnaval populaire bedekking

klabak
(m) - politieman

knapzak
(m) - rugzak aan een stokkie

konkebijn
(v) - samenwoonster

koeterwaals
(o) - onverstaanbaar (wadde?)

koddig
(bn) - vermakelijk, boertig

krieken
(ww) - hoorbaar aanbreken