Het Woordenreservaat

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Bijzondere woorden
Datum & Land: 24/12/2009, NL
Woorden: 217


lastpaard
(o) - paard dat je ontlast

lapidair
(bn) - kort en hard, maar soms ook een beetje dom

labbekak
(m) - wie zich zo laat noemen is een lummel

liebaard
(m) - leeuw in de lage landen

lubriek
(bn) - geil, maar dan minder plat

marstempo
(o) - 1, 2, 3, 4, 1, 2, 3, 4...

mannetjesnoot
(v) - ongewoon grote muskaatnoot, een echte kerel

mannekijn
(o) - bekleedbaar poppetje

maîtresse
(v) - nette lat naast de echt

mengelmoes
(o) - alles in een pan en dan goed roeren

meeps
(bn) - tenger en zwak

metterwoon
(bw) - daadwerkelijk daar

mitsgaders
(vw) - ook dat nog

muil
(m) - (grote) bek

nippelen
(ww) - graaien ter liefkozing

nijpen
(ww) - knijpen

nozem
(m) - jong en opstandig, maar sterk gedateerd

nuk
(v) - grillige, maar vooral onvriendelijke stemming

oele
(tw) - duhhuh!

onderdeur
(v) - klein deurtje voor kleine mensen

ooft
(o) - in één woord: vruchten

ootmoed
(m) - deemoedige en nederige onderdanigheid

opheuen
(ww) - hort sik

ouwehoeren
(ww) - tijdverdrijf door gebabbel

overgooier
(m) - moet je wel zelf doen met zo'n ruim hes

paskwil
(o) - grol van Loesje

paltrok
(m) - hemd dat het middeleeuwse kontje benadrukt

pakkie-an
(o) - je werk

plechtstatig
(bn) - statiger dan plechtig

plankgas
(o) - snoeihard gaan

ponjaard
(m) - dolk

potpourri
(m) - bijeen gevlochten liedjes

potas
(o) - kalium carbonaat

pront
(bn) - precies een vlot en knap type

prinsemarij
(v) - rus, kip, juut, tuut, wout, klabak, glimmerik, diender en bout bij elkaar

prangen
(ww) - beknellen

provo
(m) - vriendelijke, witgebroekte provocateur

pullover
(m) - trek je over je hoofd aan en heeft mouwen

puik
(bn) - uitgelezen goed

quodlibet
(o) - samenraapsel van allerlei - maar vooral van rijmelarij.

querulant
(m) - klarerig type

rapaille
(o) - uitvaagsel met dure benaming

ros
(o) - vier benen en een staart

ruiselen
(ww) - wat hoor ik?

ruin
(m) - gesneden hengst

sapristi
(tw) - milde vloek

sapperdeflap
(tw) - tussenwerpsel uit een rode mond in een wit gezicht

scabreus
(bn) - schunnig

schuier
(m) - voor het liefdevolle veegwerk

schrikschijter
(m) - metterdaad een labbekak

schorr(i)emorrie
(o) - meervoud van schavuit

schoelje
(m) - dweil van een vent

scheldkritiek
(v) - schimpende bemerking op of over iets

schandpaal
(m) - parkeerplek voor slechterikken

sikkeneurig
(bn) - kleingeestig

sikkepit
(v) - geitenkeutel en mate van kennis

slipover
(m) - trek je over je hoofd aan en heeft geen mouwen

slechten
(ww) - vlak maken, desnoods door bomen te rooien

smoddermuilen
(ww) - kussen in de herhaling

smart
(v) - pijnlijk woord

snater
(m) - zie bij 'smoel', maar dan met scherp geluid

snaphaan
(m) - vrijbuiter of diens geweer

somtijds
(bw) - vaker dan 'ooit'

somberaar
(m) - neerslachtig mens

spencer
(m) - gebreid vest dat dicht is aan de voorkant

sprouw
(m) - kwalijke ziekte

steegs
(bn) - eigengereid vast

subiet
(bw) - en wel nu!

tabberd
(m) - jurk voor heren van aanzien

terstond
(bw) - NU!!!

tempeest
(o) - storm waar dichters van dromen

temet
(bw) - bijna

temen
(ww) - zalvend zeiken over iets

teloorgang
(m) - verloren gaan

telganger
(m) - eenzijdig paard

tuniek
(v) - mini-jurk voor mannen

tuiger
(m) - karhengst

tuut
(m) - juut

uitweiden
(ww) - op het langdradige af iets bespreken

uitvaagsel
(o) - weg te vegen rommel

ulevel
(v) - oud zoethoudertje

usurperen
(ww) - het blijft stelen

vermeien zich
(ww) - zich verpozen, ook buiten de meimaand

vergetelheid
(v) - ?

verfronselen
(ww) - kreukelen

vedette
(v) - hooggeplaatst en zadelvast

vetkuif
(m) - smeer het in je haar

vijst
(m) - stank voor dank

vleselijk
(bn) - lichamelijk

vleien
(ww) - overdreven bewonderend toespreken

wanvoeglijk
(bn) - wat we met z'n allen ongepast vinden

wankelmoedig
(bn) - onzeker van gemoed

wambuis
(o) - bedekt buik en borst

weshalve
(vw) - om reden van

wenen
(ww) - droef huilen

wemelen
(ww) - krioelen

weleer
(bw) - toen

weldra
(bw) - net zo vlug als eerlang?

weerga
(v) - gelijke

wijle
(v) - onbepaalde tijd