De Taal van het Water

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Transport en verkeer > Scheepvaart
Datum & Land: 13/03/2010, NL
Woorden: 3572


Agulhasstroom
Onderdeel van het stromenstelsel in het zuidelijke deel van de Indische Oceaan, voortzetting van de westwaarts gerichte Zuidequatoriale stroom.

Ahoy
Gebruikt men bij het aanroepen van een vreemd schip, in plaats van I say, old chump.

Airbrush
Methode om surfplanken decoratief te beschilderen met een verfspuit.

Aize
Volendams voor azen.

Akte van Navigatie
Scheepvaartwet die tijdens het bewind van Richard II (1377-1399) werd uitgevaardigd ter bescherming van de Engelse zeehandel. De wet was voornamelijk gericht tegen de concurrentie van de Hollandse scheepvaart. In 1668, na een tweejarige oorlog, werd de wet afgezwakt.

Akoestische mijnen
Zeemijnen die ontploffen als ze andere geluiden dan die van de zee en de wind waarnemen.

Akertje
Drinkglas aan een kettinkje; wordt gebruikt om water uit de zoetwatertank van een sloep te putten.

Akelig
Woord dat soms voor verwarring zorgt. `Niet zo akelig dronken` betekent heel erg dronken.

Alluvium
Aanslibbing.

Alluvierecht
Recht van oeverbewoners om zich het aangeslibte land toe te eigenen.

Allroundplank
Vlakbodem die geschikt is voor zwaarweerzeilen, zowel voor beginners als gevorderden.

Allroundzeil
Categorie kleiner dan het wedstrijdzeil. Het achterlijk is recht of een beetje bol.

Alles op
Iedereen staat gereed.

Alles in orde
Signaal van duiker aan zijn buddy, door middel van één ruk aan de lijn of een duidelijke cirkel beschreven met een duiklamp.

Alles los voor en achter
Klaar om te vertrekken; de trossen voor en achter zijn los van de wal.

Allemanseind
Eindgevlochten of op andere wijze samengesteld touw, aan de klepel van een scheepsbel.

Alle hens
De gehele bemanning. `Alle hens aan dek!`

All ranks
Feest voor de hele bemanning.

Alkmaarklasse
Type mijnenjager.

Alidade
De draaibare wijzer van de sextant en de octant. Zie ook afb. 41.

Algemeen plan
Langsdoorsnede van het schip, waarop de indeling, de uitrusting en de belangrijkste maten vermeld staan. Zie ook Capaciteitsplan, Meetbrief, Pijpenplan, Stabiliteitsgegevens, Tuigplan en Zeebrief.

Alg
Wier. Verzamelnaam voor een aantal in het water levende groepen organismen, waarvan de Bruinwieren, Goudwieren, Groenwieren, Pyrrophyta en Roodwieren tot de planten worden gerekend, en de Euglenophyta en Blauwwieren tot respectievelijk de Protisten en de Moneren. Zie ook Aangroeiing.
Algemeen oproepkanaal marifoonNu (1996) nog kanaal 16. Dit wordt kanaal 13. Voor dit kanaal geldt echter geen uitluisterplicht en dat zal ook in de toekomst niet veranderen.

Alfred
Scheepsvlakratje dat meestal op een rood fietsje rondrijdt. Hij krijgt de schuld van alles wanneer de overige bemanningsleden van niets zeggen te weten. `Dat is weer een typisch Alfredje.`

Alert
Zie Pilgrim.

Aleoetenstroom
Stroom die zich bij de kust van Noord-Amerika in tweeën splitst, waarbij het noordelijke deel de naam Alaskastroom krijgt.

Aldislamp
Dagseinlamp, waarbij het licht tot een smalle bundel wordt geconcentreerd door middel van een reflector.

Alderwest
De westelijke eindboei.

Alcyone
IJsvogel. Vogel uit de mythologie, die zijn nest op de golven maakte. Als hij broedde heerste er windstilte.

Alcoholgebruik
Krachtens de Scheepvaartverkeerswet is onder invloed varen verboden, en dat is maar goed ook. Zelf drink ik geen alcohol totdat de boot vastligt en er die dag niet meer mee wordt gevaren. Dat eis ik, wanneer ik voor de afwisseling eens niet alleen vaar, ook van mijn bemanning. Voor de rest geldt: `s avonds een hele vent, dan de volgende ochtend ook een hele vent, dus niet zeuren over een kater. Zie ook Wet van Murphy en Wet van Van der Wijk.

Albion
Letterlijk: witland. Naam die men in de oudheid aan Engeland gaf, vanwege de krijtrotsen.

Alaskastroom
Noordwaartse voortzetting van de in de Grote Oceaan in oostelijke richting lopende Aleoetenstroom.

Albacore
Witte tonijn (Thunnus alalunga).

Alarmrol
Op koopvaardij- en passagiersschepen de lijst met de algemene en individuele verplichtingen van de bemanning in geval van brand of ander gevaar. Deze taken moeten regelmatig worden geoefend.

Amsterdams Peil (AP)
Sinds ongeveer 1680 vergelijkingsvlak ten opzichte waarvan hoogten werden aangegeven. In 1885 vervangen door het Normaal Amsterdams Peil (NAP).

Amsterdammer
(1) Soort beurtschip. (2) Hijs die uit de strop schiet.

Amsterdam
Zie Oostindiëvaarders.

Amidships
Midscheeps.

Amfidromisch getij
Hierbij draait het hoogwater op het noordelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in om een nulpunt, het amfidromische punt. Het wordt veroorzaakt door de invloed van de draaiing van de aarde op een staande golf.

Amfibievoertuig
Voertuig voorzien van wielen, rupsbanden en-of een of meer scheepsschroeven, dat zowel op land als in het water kan opereren.

America`s Cup
Ook: Auld Mug of `bodemloze pul` (de bokaal heeft geen bodem). Zeilwedstrijd (matchrace) om de gelijknamige beker, die in 1851 als de Queen`s Cup van het Royal Yacht Squadron, tijdens een internationale tentoonstelling te Londen, voor het eerst werd uitgereikt aan de America, een schoener van 170 ton. De race stond open voor alle klassen zeilboten uit de hele wereld en het traject was 60 mijl lang, om het eiland Wight. In 1989 werden richtlijnen voor de IACC vastgesteld. Het jacht dat als eerste vijfmaal wint is winnaar. Dat is tot nu (1996) toe altijd een Amerikaans jacht geweest, behalve in 1983, toen een Australische deelnemer de zeilbeker won. Zie ook Synergy Racing Syndicate.

America
Klassiek zeiljacht in een nieuw jasje (GRP-romp). Het jacht heeft slaapaccommodatie voor zes personen. L.O.A. 11,28 m., zeiloppervlak 65 m².

Amerglass 32
Type motorkruiser. L.O.A. 9,60 m.

Ameraal (
m). Grote slagputs van zeildoek.

Amel 46
Tweemast polyester zeiljacht met acht slaapplaatsen. L.O.A. 14 m., breedte 4 m., diepgang 2,25 m.

Ambatche
Bootvormig vlot van bij elkaar gesjorde ambatche-takken, afkomstig van de Witte Nijl.

Ama
Japanse parelduikster.

AMVER
Automated Mutual Assistance Vessel Rescue. Reddingsorganisatie die de oceanen als werkgebied heeft en in New York zetelt. Wordt geleid door de Amerikaanse kustwacht. Bij deze organisatie weet men precies of er een schip met een arts aan boord in de buurt is.

Ankervoering
IJzeren bekleding van een ankerrust.

Ankertouw
(1) Touw waaraan het anker is bevestigd. (2) Lijn vanaf het uiteinde van een reep staande haring- of ansjovisnetten naar een anker.

Ankerspil
Ankerlier.

Ankerrust
Uittimmering tegen de boeg van het schip, waarop de hand van het anker bij het kippen rust.

Ankerplaats
Een speciaal aangewezen gedeelte van een buitenhaven of rede om te ankeren.

Ankerop gaan
Het anker lichten en wegvaren.

Ankerlier
Ook: ankerspil. Takelmechanisme om het anker te lichten. We onderscheiden horizontale en verticale ankerlieren.

Ankerlicht
Rondschijnend gewoon licht, zichtbaar op 1 kilometer afstand, bij donkere nacht en heldere dampkring. Zie Ankerwacht.

Ankerkluis
Ook: boegkluis. Doorvoer in de huid waar de ketting-schacht in opgesloten wordt.

Ankerkuil
Zeer groot raamnet, dat uit een lange zak van netwerk bestaat en aan de voorzijde wordt opengehouden door een rechthoekig raam, dat wel 10 bij 5 meter groot kan zijn. Deze opening wordt tegen de stroomrichting in gekeerd en vanuit het vaartuig door lijnen staande gehouden. Het vistuig zelf wordt aan een anker bevestigd. Is in de binnenwateren verboden.

Ankerketting
Zware ketting met langwerpige schalmen, vaak met gegoten ijzeren dwarsstukjes (mannetjes). De zwakste schakel bepaalt de sterkte van de hele ketting!

Ankeren voor lange bot
Het op elkaar steken van twee ankerkettingen. Vindt plaats bij zware storm, wanneer er een goed verende verbinding tussen schip en anker dient te zijn. Risicovol, want wanneer deze ketting breekt is men alles kwijt.

Ankeren voor de voet
Een schip dat met harde wind achter één anker ligt, gaat meestal gieren. Om dit tegen te gaan laat men halverwege (of bij slecht weer aan het einde van) de gier een tweede anker vallen, dat enkele meters meer dan de diepte steekt.

Ankeren in span
Ook: gespreid ankeren. Twee ankers uitzetten naar voren, onder een hoek van ongeveer 45°. Hiermee voorkom je het gieren van het schip bij harde wind. Zie ook Vertuid ankeren.

Ankeren
Voor anker gaan.

Ankerbol, ankerlicht
Meestal wettelijk verplicht bij het voor anker gaan (behalve ruim buiten de vaarroutes in de binnenwateren). Als dagmerk een goed zichtbare zwarte ankerbol op het voorschip, bij duisternis een wit rondschijnend ankerlicht. Zie ook Ankerwacht.

Ankerboei
Kleine boei, met een boeireep aan het anker bevestigd, om het anker te kunnen terugvinden wanneer de ankertros of -ketting breekt. Zie ook afb. 6 en Neuringlijn.

Ankerbal
Ankerbol.

Ankerage
Havengeld.

Anker
Zware ijzeren houvast met zijarmen om een schip aan niet te diepe bodem vast te leggen. Bij het over de bodem slepen grijpt het anker zich vast en houdt zo het schip op zijn plaats. De punten aan de armen worden `spitsen`, `handen` of `vloeien` genoemd, terwijl de centrale stang de `schacht` heet. De plek waar schacht en armen samenkomen noemen we `kruis`. De (eventuele) dwarsstang van het anker noemen we stok. De ankersluiting waarmee het anker aan de ankerketting is bevestig wordt `ankerring` of `roering` genoemd. Soms is er op het kruis van het anker ook een ring bevestigd, die we `neuring` noemen. Zie afb. 35.

Anglo-Saxon
Deze Britse stoomboot verging op 27 april 1863 bij Cape Race. 238 opvarenden vonden daarbij de dood.

Anemometer
Windsnelheidsmeter. Werkt op basis van rotatie of aërodynamisch. Bij een rotatie-anemometer zit bovenin de mast een molentje met drie of vier halve bollen (anemometercups), dat door de wind langzaam of sneller ronddraait, waardoor beneden aan dek of in de cockpit de snelheid af te lezen is.

Anemograaf
Instrument dat de windkracht en -richting grafisch op een kaart tekent.

Andrea Dorea
Dit passagiersschip van de Italia Line werd op 26 juli 1956, op ongeveer 45 mijl van Nantucket, opengereten bij een aanvaring met de Stockholm van de Sweden-America Line. Elf uur daarna zonk de Andrea Doria, en op 51 personen na werden de 1706 opvarenden gered.

AN
Hoofdafdeling Waterhuishouding en Vaarwegen van het directoraat-generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Zie ook ANP.

Approvianderen
Van proviand voorzien.

Apostis
Lange balk waarop de riemen van een galei rusten.

Apostels
(1) De twee opstaande houten tegen de zijkant van de voorsteven. (2) De opstaande houten (stutten) die een schip op de helling steunen.

Apogeum
De positie waarin de maan het verst van de aarde staat. Zie ook Getij en Perigeum.

Aplustre
Latijnse benaming van de achterstevenversiering van een Romeinse galei.

APK
Aspaardekrachten.

Aphrodite 42
Luxe polyester zeiljacht met bezaansmast en vaste slaapaccommodatie voor zes personen. L.O.A. 12,70 m., zeiloppervlak 77 m².

Aphrodite 40
Luxe polyester zeiljacht met vaste slaapaccommodatie voor zes personen. L.O.A. 12,10 m., zeiloppervlak 77 m².

Aphrodite 36
Polyester zeiljacht met veel comfort. L.O.A. 10,97 m., zeiloppervlak 74 m².

Aphrodite 33
Polyester zeiljacht met slaapaccommodatie voor zeven personen. L.O.A. 10,28 m., zeiloppervlak 58 m².

Aphrodite 29
Polyester zeiljacht met slaapaccommodatie voor vijf personen. L.O.A. 8,90 m., zeiloppervlak 40 m².

Apex
Het punt in het heelal waarheen een ster of sterrenbeeld zich beweegt. De apex van de aarde is de richting waarin de aarde zich in haar baan om de zon beweegt.

Apevuistje
Ook: monkeyfist. Knoop als verzwaring van het opgooi-eind van een werplijn.

Apentafel
Het bordes van het standaardkompas.

Apenet
Net dat langszij hangt om drenkelingen aan boord te helpen en mariniers van en aan boord te laten gaan.

AP
Answering Pennant. Codevlag (onderscheidingswimpel), vergezeld van twee geluidssignalen. Betekent dat een wedstrijd is uitgesteld.

Aquaplane
Waterskiplank.

Aquanaut Drifter 1150
Stalen knikspant motorboot met vijf vaste slaapplaatsen. L.O.A. 11,»5 m., breedte 3,90 m., diepgang 1,10 m.

Aquanaut
Diepzeeonderzoeker.

Aquanaut Beauty 1050
Stalen knikspant motorboot met vier vaste slaapplaatsen. L.O.A. 10,55 m., breedte 3,50 m., diepgang 0,85 m.

Aquadrome
Watersportcentrum.

Aqua-Star Nelson
Polyester rondspant motorboot met zes vaste slaapplaatsen. L.O.A. 13,80 m., breedte 4,10 m., diepgang 1,10 m.

Artemon
Klein voorzeil van een galei, dat diende om het sturen te vergemakkelijken.

Artekno Siesta
Comfortabel polyester zeiljacht dat gemakkelijk door één persoon kan worden gezeild. L.O.A. 9,70 m., zeiloppervlak 53,40 m².

Artekno Artina 33
Ruim zeiljacht van polyester, met drie afzonderlijke tweepersoons kooien. L.O.A. 9,98 m., zeiloppervlak 60 m².

Artekno H-boot
Polyester wedstrijdzeilboot. L.O.A. 8,28 m., zeiloppervlak 24,50 m².

Arsenaal
Marine-etablissement waar oorlogsschepen gebouwd, gerepareerd en bevoorraad worden.

Aro
Aspirant reserve-officier bij de Koninklijke Marine.