Mijn recht
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Juridisch
Datum & Land: 22/11/2012, NL
Woorden: 246
uitkering en beroepsmogelijkheid
De hoogte van deze uitkering bedraagt 70% van het oude dagloon; de vakantietoeslag zit hierin verwerkt. Men krijgt de uitkering door aanvraag bij de Gemeentelijke Sociale Dienst of, als er geen speciale Sociale Dienst is, bij de Gemeente. Men moet ingeschreven staan bij het Gewestelijk Arbeidsbureau als werkzoekende. De uitkering gaat in het algemeen pas in op de dag van de aanvraag, dus niet met terugwerkende kracht. De looptijd is, in verband met bovengenoemde wijziging, voor verschillende leeftijdscategorieën aanzienlijk gewijzigd. In de leeftijdscategorie tot 23 jaar is de looptijd Vi jaar; van 30-40 jaar 1,5 jaar; voor 35 jaar en ouder 2 jaar. Degenen van 34 jaar en jonger kunnen, als zij aan bepaalde eisen met betrekking tot het aantal gewerkte ja-ren voldoen, een Vi jaar langer voor een extra uitkering in aanmerking komen. Een overgangsregeling geldt voor werknemers die op 31 december 1984 50 jaar en ouder maar nog geen 60 jaar waren en een WWV-uitkering ontvingen, zij behouden deze uitkering vanaf die dag. Wordt men gedurende de komende twee jaar 60 jaar, dan kan de uitkering evenals bij de hiervoor bedoelde groep tot het 65e jaar doorlopen.Op de uitkering kan een strafkorting worden toegepast.Is men het niet eens met een beslissing van B & W, dan kan men schriftelijk bezwaar maken bij Burgemeester en Wethouders en dit moet gebeuren binnen vier weken nadat men kennis heeft genomen van de beslissing. Daarna kan men in hoger beroep gaan bij de Raad van Beroep en vandaar kan men eventueel nog gaan de Centrale Raad van Beroep in
vakantiegeld
Evenals het minimumloon is er, zoals we al opmerkten, ook een minimum vakantietoeslag. Dit bedrag moet tenminste 7,5% zijn. Het percentage kan worden bij gesteld. Overigens wordt in veel CAO’s een hogere vakantietoeslag van rond 8% geregeld.In de bouwsector wordt nog steeds gewerkt met vakantiebonnen. Een ingewikkeld systeem dat er, eenvoudig gezegd, op neerkomt dat men iedere week bij de betaling van het loon een aantal bonnen krijgt, die men voor zijn vakantie kan verzilveren. De bonnen geven recht op het loon dat men tijdens de vakantie krijgt doorbetaald plus de vakantietoeslag.
vakantiedagen bij ziekte of ontslag
Wat gebeurt er nu wanneer men tijdens zijn vakantie ziek wordt? Krijgt men dan de kans om die dagen later op te nemen? Wanneer men ziek wordt op de eerste dag van de vakantie of tijdens de vakantie, dan krijgt men geen compensatiedagen. Wordt men eerder ziek dan de dag waarop de vakantie begint, en loopt de ziekte in de vakantieperiode door, dan krijgt men die vakantiedagen waarop men ziek is wel gecompenseerd.Neemt of krijgt men ontslag, maar heeft men nog niet alle vakantiedagen opgenomen, dan heeft men recht op uitbetaling van die dagen in loon. Bij de nieuwe werkgever heeft men recht op dat nog niet opgenomen aantal vakantiedagen, maar dan zonder betaling van loon.
vakantiedagen
Wat betreft de vakantiedagen: de wet zegt dat iedereen recht heeft op een aantal vakantiedagen per jaar. Voor mensen beneden de 18 jaar is dat vier maal het aantal werkdagen dat men per week werkt; voor mensen boven de 18 is het drie maal het aantal werkdagen dat men per week maakt. In de praktijk is het aantal vakantiedagen vaak hoger.Iedereen heeft recht op minstens één week aaneengesloten vakantie per jaar; in de meeste CAO’s is sprake van twee weken achter elkaar. Tijdens de vakantie heeft iedereen recht op volledig loon (bij de bouw is dat dus een beetje anders geregeld).
verzekering tegen aansprakelijkheid
Vanouds geldt in het burgerlijk recht de regel dat ieder geacht wordt in principe voor zijn eigen schade op te draaien. Maar eigenlijk kunnen we stellen dat dit al lang niet meer het geval is. De vrijwillige of verplichte particuliere verzekering, recht op schadevergoedingen in verband met optreden van de overheid, sociale werknemers- en volksverzekeringen; speciale met gemeenschapsgelden gevulde fondsen bieden allemaal mogelijkheden om in bepaalde gevallen de gevolgen van veroorzaakte schade af te wentelen.‘Verzekering dekt de schade,’ is een bekende kreet. Dat is wel zo, maar men moet bedenken dat in feite de door schade veroorzaakte kosten worden gespreid over het ‘collectief’ van de verzekerden.Neem bijvoorbeeld de WA-verzekering voor de auto. Miljoenen in het land betalen per jaar een premie en uit dat geld kunnen de schaden die zich voordoen worden betaald. Men ziet ook dat, wanneer de schadenin een jaar zijn toegenomen, bijvoorbeeld door een winter met veel gladde wegen, de premies omhoog gaan.Maar goed, laten we het ook hier houden op de term ‘verzekering dekt de schade’. We kunnen in dit verband een drievoudig onderscheid maken.1) De schade kan gedekt zijn door een verzekering die het slachtoffer zelf heeft.2) De schade kan gedekt zijn door een aanspraak die het slachtoffer heeft op een vergoeding door de wederpartij of diens verzekeraar.3) Het slachtoffer kan een aanspraak hebben op een bijzondere wettelijke regeling als de Algemene Bijstandswet of een speciaal overheidsfonds zoals het Schadefonds Geweldsmisdrijven of het Fonds Luchtverontreiniging. Onze eigen verzekeringen kennen we: tegen brand en inbraak, of tegen bedrijfsschade. Maar ook die tegen ziektekosten en het niet ontvangen van inkomen uit werk omdat men een ongeval heeft gehad, invalide is geworden of is overleden, valt eronder. Naast deze particuliere verzekeringen kennen we de vele sociale verzekeringen zoals genoemd in de categorie daarover. Soms komt het voor dat, indien de verzekering de schade dekt, de dader vrijuit gaat. In de rechtspraktijk heeft men geprobeerd die tegenstelling op de volgende manier op te lossen. Wanneer het gaat om uitkeringen op grond van een schadeverzekering als brand- of inbraakverzekering, dan worden die wel afgetrokken van datgene wat de dader moet betalen. Gaat het om een sommenverzekering, zoals een particuliere ongevallenverzekering, dan wordt die niet verrekend met de door de dader te betalen schadevergoeding. Pensioen uitkeringen en uitkeringen uit sociale verzekeringen worden wel in mindering gebracht op de door de dader te betalen schadevergoedingen. Hier wordt overigens vaak een mouw aangepast doordat de verzekeraar het recht heeft om het te betalen bedrag op de dader te verhalen. Alimentatie uitkeringen of uitkeringen volgens de Algemene Bijstandswet worden niet verrekend met de door de dader te betalen schadevergoeding.
vertrouwensrelatie
De verhouding tussen advocaat en cliënt is een zogenoemde vertrouwensband. Zonder dat vertrouwen kan er niet gewerkt worden. Als een cliënt zijn advocaat niet vertrouwt, en hem dus informatie onthoudt, dan kan dat funeste gevolgen hebben voor de zaak. In de paragraaf over Bureaus voor Rechtshulp werd al aangegeven dat, indien een dergelijke vertrouwensrelatie verbroken is, men naar het Bureau voor Rechtshulp kan stappen om een andere advocaat te vragen.
verplichtingen van de verkoper
Binnen het omschreven grondpatroon van koopovereenkomsten gelden onder meer de volgende specifieke verplichtingen van de verkoper. De wet bepaalt dat de verkoper drie hoofdverplichtingen heeft:- levering van de verkochte zaak;- vrijwaring wegens uitwinning;- instaan voor de afwezigheid van verborgen gebreken.Laten we die drie verplichtingen even onder de loep nemen.Dat de verkoper moet leveren wil zeggen dat hij niet alleen het feitelijk genot van de verkochte zaak aan de koper moet verschaffen, maar dat hij ook verplicht is op deze laatste de eigendom van de verkochte zaak te doen overgaan.Wat betreft die vrijwaring wegens uitwinning: dit betekent dat de verkoper aansprakelijk kan worden gehouden wanneer na verkoop en levering een derde een beter recht blijkt te hebben op de verkochte zaak dan de verkoper had op het moment van de verkoop. Eenzelfde situatie kan optreden wanneer de verkoper na de verkoop aan een derde dat betere recht bezorgt. Zoiets kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer de verkoper van een huis, voordat dit wordt overgeschreven in de daarvoor bestemde registers (dat is het moment waarop de koper eigenaar wordt), aan een ander dan de koper hypotheek op het huis verleent. Ook kan de verkoper verzwijgen dat er bepaalde lasten kleven op het goed. Daarbij kan men zich voorstellen dat er bijvoorbeeld bepaalde belastingen, die betaald moeten worden, zijn verzwegen.In dergelijke gevallen kan de verkoper aan de koper een schadevergoeding moeten betalen. Men dient daarbij te bedenken dat deze regel door partijen kan worden uitgesloten. Alleen wanneer de verkoper daarbij te kwader trouw is geweest, geldt toch genoemde wettelijke bepaling.Tenslotte de verplichting van de verkoper om in te staan voor de afwezigheid van verborgen gebreken. Moeilijke juridische taal, maar het komt er ongeveer op neer dat, als er iets aan het gekochte mankeert, waardoor het ongeschikt wordt voor het gebruik waarvoor het is bestemd, of als het gebruiksgenot ervan sterk wordt verminderd de koper, indien hij van het gebrek op de hoogte geweest zou zijn, de betreffende zaak niet of slechts tegen een lagere prijs zou heb-ben gekocht.Deze regeling geldt alleen voor de zaakskoop en kan worden uitgesloten. Het is overigens nog steeds de vraag wat nu precies onder die verborgen gebreken moet worden gerekend. Het is heel moeilijk te voorspellen of men met succes een beroep op deze regel kan doen. In ieder geval moet men een dergelijk beroep zo spoedig mogelijk doen na ontdekking van het gebrek.
verplichtingen van de verhuurder
Ook over de vraag welk kosten van onderhoud nu door de verhuurder moeten worden betaald, bestaat veel onzekerheid. We geven ook daarvan een lijstje.-Pleisterwerk in het trapportaal-stucwerk in het trapportaal-buitenschilderwerk-lekkage van het dak-vervangen van afgekeurde elektrische bedradingen-vervangen ondeugdelijke dakgoot-wijkende buitenmuur-herstellen gootsteenbak-houtwerk, ramen en kozijnen-toegangsdeur van de woning-herstellen wc-pot-loszittend verandahek-lekkende douchevloer- scheuren in de gevels-loszittende trapleuningen-scheuren in aanrecht-balkonbalustrade-afbrokkelend slaapkamerplafond-verrotte keukenvloer-zolderraam dat niet open of dicht kan-herstel tuinomheining zodat er voor spelende kinderen geen gevaar bestaat.
verplichtingen van de huurder
- Witten of sausen en behangen van het gehuurde- vervangen van gebroken ruiten en raamkoorden- kleine reparaties aan hang- en sluitwerk- onderhouden en herstellen van gas-, elektriciteit- en waterleidingen, schakelaars, stopcontacten, bellen en kranen- sc
verplichtingen van de koper
De koper heeft één hoofdverplichting: betaling van de koopprijs.De wet bepaalt niet waar of wanneer betaald moet worden. Heeft men over de plaats van betaling niets speciaals afgesproken dan moet worden betaald daar waar wordt geleverd. Is ook het moment van betaling niet vastgelegd dan dient deze te geschieden op het tijdstip waarop de levering plaatsvindt.De koper is in het algemeen niet verplicht aan de levering van de verkochte zaak mee te werken. Geeft hij bijvoorbeeld niet thuis op het moment dat de verkoper met de zaak op de stoep staat, dan is er niets aan de hand. De verkoper neemt de zaak weer met zich mee en de koper is niet tot schadevergoeding verplicht. Dit is de algemene regel. Het kan anders liggen, bijvoorbeeld in het geval dat de koper zich ertoe heeft verplicht om de zaak vóór een bepaalde tijd bij de verkoper af te halen.
veroordeling bij verstek
De verdachte mag wegblijven van de zitting. Hij wordt dan, als er een veroordeling volgt, bij verstek veroordeeld. Wanneer de rechter meent dat de verdachte toch aanwezig moet zijn, kan hij hem alsnog laten ophalen. Maar ook voor de rechtbank geldt dat de verdachte niet verplicht is zijn mond open te doen. Hij mag te allen tijde blijven zwijgen. De rechter moet dat ook tegen de verdachte zeggen.
verdachte
Een verdachte is iemand van wie op redelijke gronden wordt vermoed dat hij een strafbaar feit heeft gepleegd. Het justitiële apparaat (politie en justitie) houdt zich bezig met opsporing en mogelijke vervolging van de verdachte. Basisregel in het strafrecht is, dat de handeling die verricht is, en die strafbaar wordt genoemd, in de wet als zodanig moet zijn omschreven. Daarom kunnen strafregels nooit worden ingevoerd met terugwerkende kracht.
vensters en dergelijke
Men mag over het erf van zijn buren geen rechtstreeks uitzicht hebben en ook geen balkons of soortgelijke ‘uitspringende’ werken. Dit mag alleen wanneer er een afstand van minstens twee meter wordt gelaten tussen de muur waarin men het venster maakt, en het erf van de buren. Voor balkons wordt vanaf de rand van dit balkon gerekend. Deze regels gelden overigens niet wanneer het ‘naburige erf’ een openbare weg, of een openbaar vaarwater is.Heeft iemand in strijd met deze bepalingen gehandeld, dan kan de buurman eisen dat het venster of de opening in de muur wordt dichtgemaakt, of dat het uitzicht op een andere manier onmogelijk wordt gemaakt. Vensters of openingen, die geen uitzicht geven, maar alleen lucht en licht toelaten zijn wel toegestaan. Ze moeten dan wel voorzien zijn van ijzeren tralies met een tussenruimte van maximaal een decimeter. Ook mag het betreffende raam niet open kunnen. Deze vensters of openingen mogen bovendien niet lager worden aangelegd dan twee en een halve meter boven de vloer. Dit geldt voor de begane grond. Voor de hogere verdiepingen geldt een hoogte van twee meter. Menig verbouwingsplan is op deze bepalingen gestrand; vaak doordat buren het niet goed met elkaar kunnen vinden. Hierbij is van belang te weten dat deze bepalingen losstaan van een bouwvergunning die de gemeente voor een verbouwing kan afgeven. De gemeente kan een bouwvergunning geven: daarnaast moet de betreffende buurman nog toestemming geven voor het feit dat men zich bij de verbouwing niet aan bovengenoemde regels gaat houden.Wanneer het voor een verbouwing nodig is dat op het erf van de buurman stellingen worden neergezet, moet deze daar toestemming voor geven. Wel kan hij schadeloosstelling eisen wanneer daar reden voor is.
voorwaardelijke veroordeling
In principe mag de rechter maar één hoofdstraf geven. Dit is echter anders bij een (deels) voorwaardelijke veroordeling. Dat houdt in: men krijgt een vrijheidsstraf opgelegd, maar deze hoeft (eventueel gedeeltelijk) niet te worden uitgezeten, en daarnaast een geldboete. Er wordt dan een proeftijd gegeven van bijvoorbeeld 2 jaar. Misdraagt men zich in die periode niet, dan vervalt de straf.Er kunnen daarbij ook nog bepaalde voorwaarden worden gesteld, zoals het vergoeden van de aangerichte schade. Dit is dus eigenlijk een stok achter de deur. Houdt de veroordeelde zich niet aan de uitspraak, dan wordt alsnog straf toegepast.Deze proeftijd kan maximaal 2 jaar zijn bij overtredingen en 3 jaar bij misdrijven. Gaat de verdachte in de proeftijd in de fout, dan kan de Officier van Justitie eisen dat de voorwaardelijke straf wordt omgezet in een definitieve.Deze procedure is alleen mogelijk als de gevangenisstraf niet langer is dan 1 jaar. Wordt een voorwaardelijke gevangenisstraf omgezet in een definitieve, dan is hoger beroep niet mogelijk.
Voornaam
Allereerst de voornaam. Wanneer er ooit in iemands leven verwarring ontstaat over de precieze voornaam, dan geeft de geboorteakte de doorslag. Soms komt het voor dat een naam verkeerd in de geboorteakte is opgenomen; bijvoorbeeld bij de aangifte van een buitenlands kind. De naam kan dan via de rechter worden gewijzigd.De ouders hebben wat betreft de voornamen een grote keuzevrijheid.De ambtenaar van de burgerlijke stand mag alleen een voornaam weigeren als deze ongepast of ongebruikelijk is. Ook mag een voornaam niet te veel lijken op een in ons land bestaande achternaam. Je mag een kind dus bijvoorbeeld niet de voornaam Dijkstra geven. Is de achternaam ook-een in Nederland gebruikelijke voornaam (denk bijvoorbeeld aan de naam Bloem die zowel voor-als achternaam kan zijn), dan mag je hem wel gebruiken. Het kan voorkomen dat degene die aangifte doet nog geen voornaam weet; de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft een lijst klaar liggen waarin men dan eventueel een naam kan opzoeken.Degene die de aangifte doet, maakt uit hoe de voornaam wordt geschreven. Hij bepaalt dus bijvoorbeeld of Casper met een C of met een K wordt geschreven.
voorlopige voorzieningen
Een echtscheidingsprocedure kan zich soms maanden voortslepen. Het leidt tot erg vervelende situaties, want zolang de echtscheiding nog niet officieel is uitgesproken, hebben beide partijen recht om bijvoorbeeld in de echtelijke woning te wonen.Om dit soort zaken te regelen zijn voorlopige voorzieningen mogelijk. Deze moeten in principe vrij snel geregeld kunnen worden, binnen 2 a 3 weken nadat je voor de eerste maal bij de advocaat bent geweest, kun je voor de rechter staan die over de voorlopige voorzieningen moet beslissen.In die voorlopige voorzieningen regelt de rechter de volgende zaken. Wie krijgt de woning voorlopig toegewezen en mag daardoor de ander de toegang tot de woning ontzeggen? Hoe wordt de voorlopige alimentatie geregeld, zowel voor een van de echtgenoten als voor de kinderen? En wie krijgt de kinderen voorlopig ter verzorging toegewezen?Is bijvoorbeeld de man weggelopen en weet niemand waar hij verblijft en geeft hij ook geen geld aan de vrouw om haar financieel te ondersteunen, of kan hij haar niet voldoende betalen, dan heeft zij recht op bijstand. Het komt in de praktijk veel voor dat de regelingen die in de voorlopige voorzieningen zijn getroffen ook bij de definitieve echtscheiding worden gehandhaafd, dit hoeft echter niet.
voorlopige machtiging
Hoe komt zo’n machtiging tot opname in een psychiatrische inrichting tot stand? Deze wordt afgegeven door de rechter, op vordering van de Officier van Justitie. Hij kan die vordering doen als erom wordt gevraagd door de echtgeno(o)t(e), de ouders en bloedverwanten of voogd(es), of de curator van de betrokkene. Maar de Officier kan ook zelf, zonder dat hij daartoe wordt verzocht, een vordering tot voorlopige machtiging bij de rechter indienen.Wanneer de Officier van Justitie het verzoek krijgt een vordering te doen tot het verkrijgen van de machtiging, is hij verplicht aan dat verzoek gehoor te geven. Dit tenzij hij het verzoek kennelijk ongegrond vindt, bijvoorbeeld als het nog geen jaar geleden is dat al eerder een vordering werd gedaan en bij het nieuwe verzoek geen nieuwe feiten naar voren werden gebracht, waarvan de Officier van Justitie zich natuurlijk zal vergewissen.De rechter die naar aanleiding van de vordering een beslissing moet nemen is verplicht de betrokkene te horen, tenzij deze zich niet wenst te laten horen. In alle gevallen krijgt de betrokkene een raadsman toegevoegd. De rechter kan ook de familie of een ander die het verzoek heeft ingediend, horen over de vordering. De voorlopige machtiging is maar vier weken geldig. Die termijn gaat in zodra opname plaatsvindt. Is de betrokkene binnen twee weken na het afgeven van de machtiging nog niet opgenomen, dan vervalt de geldigheid van de machtiging automatisch.
voorlopige hechtenis
Wordt iemand na de periode van inverzekeringstelling langer vastgehouden, dan noemt de wet dit voorlopige hechtenis. De procedure bij voorlopige hechtenis is de volgende. De Officier van Justitie vordert dat de Rechter-Commissaris de verdachte in bewaring stelt. Deze kan dan een bevel tot bewaring afgeven. De Rechtercommissaris is een rechter die speciaal is benoemd om onderzoek te doen in strafzaken. De Officier van Justitie kan dan ook naast de inbewaringstelling vragen om een gerechtelijk vooronderzoek. Veelal gaan deze twee zaken samen. Voor de inbewaringstelling moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. In het algemeen moet het gaan om een zwaar misdrijf, waarop gevangenisstraf van ten minste vier jaar staat. Verder gelden hier dezelfde gronden als voor de inverzekeringstelling. De Rechter-Commissaris neemt de verdachte opnieuw een verhoor af, waarbij de Officier van Justitie en ook de advocaat aanwezig mogen zijn. Men zou kunnen spreken van een miniatuur-rechtzitting. Er is ook een griffier aanwezig, die het proces-verbaal opmaakt. De Rechter-Commissaris beziet of hij de argumenten die door de Officier van Justitie voor inbewaringstelling en gerechtelijk vooronderzoek zijn aangevoerd, terecht vindt. Hij hoort de advocaat van de verdachte en neemt dan een beslissing.De inbewaringstelling duurt maximaal zes dagen, maar dit bevel kan nog eenmaal met maximaal zes dagen worden verlengd. Deze twaalf dagen worden in het huis van bewaring doorgebracht. Na die twaalf dagen kan de verdachte alleen langer worden vastgehouden, op bevel van drie rechters: de rechtbank in raadkamer. Zij bekijken in besloten zitting de zaak, waarbij alleen verdachte, advocaat en Officier van Justitie aanwezig mogen zijn. Deze rechtbank bekijkt op voorstel van de Officier van Justitie of zij overgaat tot afgifte van een bevel tot gevangenhouding. Dit bevel geldt voor maximaal 30 dagen, maar kan tweemaal worden verlengd. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de voorlopige hechtenis nog langer duren. In principe moet de uiteindelijke terechtzitting beginnen binnen deze periode van gevangenhouding. Als de verdachte het niet eens is met de gevangenhouding, dan kan hij binnen drie dagen in beroep gaan. Dat kan bij het Gerechtshof. Mocht later blijken dat iemand ten onrechte in voorlopige hechtenis is gehouden, dan kan men schadevergoeding eisen.Het is echter niet zo dat men in alle gevallen van vrijspraak automatisch schadevergoeding krijgt. Dat wordt per individueel geval bekeken. Het bevel tot voorlopige hechtenis kan ook worden geschorst. De verdachte dient zich daarbij aan een aantal voorwaarden te houden. Bijvoorbeeld dat hij niet het land uitgaat, dat hij zich onmiddellijk meldt wanneer hij wordt opgeroepen of dat hij zich, denk aan drugsverslaafden, laat opnemen in een bepaalde verpleeginrichting. Overigens is het gedurende de gang van het gerechtelijk vooronderzoek zo dat men verplicht is op een oproep van de Rechter-Commissaris te verschijnen. Buiten het geval van een gerechtelijk vooronderzoek is men niet verplicht op een oproep van de Officier van Justitie of van de politie te verschijnen.Ook bij het verhoor door de Rechter-Commissaris heeft de verdachte het recht om te zwijgen, wat vooral van belang kan zijn wanneer in eerste instantie geen advocaat aanwezig is. Zwijgt men, dan zal de Rechter-Commissaris vaak de advocaat erbij roepen. De verdachte of zijn advocaat kan aan de Rechter-Commissaris opgeven welke getuigen of deskundigen hij gehoord wil hebben. Getuigen of deskundigen zijn verplicht te verschijnen. Ze kunnen onder ede worden gehoord. Ook nu geldt, net als in de echte strafzaak die later volgt, dat familie en (ex-)echtgenoot of echtgenote niet de plicht hebben zich aan een verhoor te onderwerpen. Dat heet het verschoningsrecht. Vertrouwenspersonen als artsen of biechtvaders hebben dat recht ook. Maatschappelijk werkers hebben overigens geen verschoningsrecht. Wanneer de Rechter-Commissaris klaar is met zijn onderzoek, dan geeft hij zijn bevindingen door aan de Officier van Justitie. De beslissing ligt dan weer bij de laatste.
Volksgezondheid
De Inspectie voor de Volksgezondheid is een overheidsinstantie die belast is met de controle op de uitvoering van wetten op het gebied van de gezondheidszorg. Deze moet ook toezien op de kwaliteit van die gezondheidszorg en voorlichting geven aan het publiek. Men kan bij de Inspectie een klacht indienen over een arts; er wordt dan een onderzoek ingesteld. Het kan ook zijn dat de klager wordt doorverwezen naar een andere instantie. De Inspectie kan de klacht ook zelf afhandelen. In het algemeen zal de klacht resulteren in bemiddeling tussen arts en patiënt. De Inspectie heeft niet de bevoegdheid om een bepaalde oplossing dwingend voor te schrijven.Heeft men een klacht dan kan men die indienen door een brief te schrijven aan de Inspecteur. Daarin moet men uiteraard zijn naam, adres en geboortedatum geven, en ook naam en adres van degene tegen wie de klacht gericht is. Ook moet men natuurlijk de klacht zelf omschrijven. De procedure is kosteloos. Er bestaat een aparte Inspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid.
vrouw en werk
In de wet staat dat vrouwen precies zo moeten worden behandeld als hun mannelijke collega’s. Dat geldt voor sollicitatie, salaris, opleidingen binnen het bedrijf en ontslag. In de praktijk ondervindt de vrouw nogal eens problemen. De moeilijkheid is dat het voor haar bijna niet te bewijzen is dat zij op grond van haar sekse een baan niet krijgt, een opleiding niet geniet, of eerder wordt ontslagen. Sinds 1980 moet volgens de wet bij alle sollicitaties worden vermeld dat zowel mannen als vrouwen kunnen reageren. Wordt men afgewezen bij sollicitatie omdat men vrouw is, dan is dat in strijd met de wettelijke bepalingen.Hetzelfde geldt wanneer men als vrouw vanwege de sekse bij promotie wordt achtergesteld.Voor wat betreft het loon bestaat al sinds 1975 een wet gelijk loon voor mannen en vrouwen. Beiden moeten voor hetzelfde werk hetzelfde geld krijgen. Heeft men als vrouw klachten over de behandeling, dan kan men terecht bij het Secretariaat Commissie Gelijke Behandeling van Mannen en Vrouwen. Deze Commissie onderzoekt de klachten en bekijkt wat er tegen de misstand te doen is.
vrije artsenkeuze
In beginsel is men vrij om zijn eigen arts uit te zoeken. Die vrijheid wordt beperkt door afspraken tussen artsen onderling. Ook heeft de arts het recht om de gevraagde behandeling te weigeren. Daarnaast kan men door bijzondere omstandigheden worden gedwongen een bepaalde arts te nemen, bijvoorbeeld omdat de arts die men eigenlijk zou willen veel te ver weg woont.
wat mag de politie doen
Behalve de controle in het verkeer mag de politie iemand staande houden en vragen naar zijn naam. Dat laatste mag de politieambtenaar doen als hij iemand verdenkt; d.w.z. als hij een redelijk vermoeden heeft dat de persoon in kwestie schuldig is aan een bepaald misdrijf of een bepaalde overtreding. Degene aan wie naam en adres wordt gevraagd, hoeft niet te antwoorden. Het is een belangrijke regel in ons strafrecht: niemand is verplicht aan zijn eigen veroordeling mee te werken. In principe hoeft iemand gedurende het gehele proces, vanaf de allereerste aanhouding tot en met de eventuele veroordeling, zijn mond niet open te doen. Een valse naam opgeven is echter wel strafbaar. Merkwaardig genoeg mag je wel weer een vals adres opgeven. Overigens moet bedacht worden dat, wanneer men zwijgt als men door de politie wordt ondervraagd, de verdenking die ogenschijnlijk al bestaat nog sterker wordt, waardoor de kans dat men mee moet naar het bureau toeneemt. Krachtens speciale wetten heeft de politie bijzondere bevoegdheden. In zo’n geval is men verplicht om aan het onderzoek mee te werken. Dit komt bijvoorbeeld voor bij aanhouding van auto’s ter controle van de naleving van de bepalingen van de Wegenverkeerswet. In zo’n geval behoeft men nog helemaal niet verdacht te zijn, maar men is wel verplicht papieren te laten zien. De politie mag dan alleen doen wat in de bijzondere wet, de Wegenverkeerswet in dit geval, is toegestaan. Zonder verdenking van een strafbaar feit ma*g zij bijvoorbeeld niet de auto op wapens doorzoeken.
wat kost een advocaat
Dat is moeilijk te zeggen. Niet alleen doordat er een zekere vrijheid is om het tarief te bepalen, maar ook doordat zo’n tarief beïnvloed kan worden door de belangen die er bij processen op het spel staan.Menigeen zal schrikken van dat bedrag, maar bedacht moet worden dat daarin ook alle kantoorkosten begrepen zijn. Een advocaat kan alleen goed werken als hem een tamelijk uitgebreid administratief apparaat (secretaressen, boekhouding, bibliotheek, archief etc.) ter beschikking staat.In de advocatuur is het gebruikelijk dat men aan cliënten die moeten betalen een voorschot vraagt. Dit is ten opzichte van andere beroepen merkwaardig; een belastingconsulent zal dat niet gauw doen. Er is wel een verklaring voor. In de praktijk blijkt dat veel mensen niet graag geconfronteerd worden met hun problemen en als zij eenmaal een oplossing hebben bereikt in veel gevallen hun rekening niet betalen.De cliënt heeft recht op een gespecificeerde declaratie. Vindt hij dat de declaratie buitengewoon hoog is, dan kan hij die voorleggen aan de Deken van de lokale Orde van Advocaten. Deze stelt dan de juiste hoogte ervan vast.In het beroep van advocaat kunnen zeer ernstige fouten gemaakt worden. Als bijvoorbeeld een advocaat belooft in beroep te gaan van enige beslissing, en er staat een bepaalde termijn om dat beroep in te stellen, dan kan grote schade ontstaan als de advocaat vergeet dat beroep in te stellen. Voor fouten die leiden tot schade voor de cliënt is de advocaat, mits deze daaraan schuld heeft, aansprakelijk voor een vergoeding. De meeste advocaten zijn verzekerd tegen beroepsaansprakelijkheid.
wanneer geen wao-uitkering
Het staat de Bedrijfsvereniging vrij in bepaalde gevallen toch een uitkering vast te stellen, maar ze mag weigeren. Zoals hiervoor reeds werd gesteld, kan ook een uitkering worden geweigerd als de door de GMD geadviseerde mate van arbeidsongeschiktheid volgens deze wet ontoereikend is. Maar hier wordt bekeken hoe het staat met de mogelijkheid om ander werk te gaan verrichten: zogenoemde passende arbeid. Bij de Ziektewet ging het om de vraag of men geschikt is de eigen arbeid te verrichten. Bij deze wet, de WAO, kan een uitkering worden geweigerd als men arbeid kan verrichten. Dat kan dus heel ander werk zijn dan men voorheen verrichtte. Welwordt gelet op opleiding en dergelijke. Maar soms kan het betekenen dat men zich moet omscholen.We hebben het al even aangestipt: men kan alleen een uitkering krachtens de WAO krijgen als men arbeidsongeschikt wordt tijdens de looptijd van de verzekering. Met andere woorden: was men al ziek voordat men premie ging betalen, dan krijgt men geen uitkering.Ook geldt de regel dat, als men arbeidsongeschikt wordt binnen een half jaar na de aanvang van de verzekering, het mogelijk is dat de Bedrijfsvereniging niet uitkeert. Velen ervaren dit als buitengewoon onrechtvaardig: je bent al gestraft door een ziekte en krijgt bovendien dan ook nog geen uitkering.Uit deze strenge regels blijkt overigens duidelijk de verzekeringsgedachte van deze wetten: men verzekert zich tegen iets dat men nog niet heeft. Net zo min als men zich kan verzekeren tegen de diefstal van een reeds gestolen auto, zo kan men zich ook niet verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid die zich openbaart op grond van een ziekte die men reeds had.Ook hier kan men, net als bij de Ziektewet, binnen een maand nadat de verplichte verzekering eindigt, bij dezelfde Vereniging een vrijwillige verzekering afsluiten. Beroepsprocedures als bij Ziektewet.
waarborgfonds
Men heeft een auto en een wa-verzekering, en iemand anders veroorzaakt een ongeval waardoor men schade lijdt. De procedure is dan dat men schadevergoeding vraagt, al of niet via de verzekering. Nu kan blijken dat die ander, die de schade heeft veroorzaakt, niet bekend is of niet WA verzekerd was. Of het blijkt te gaan om een gestolen auto.In dat soort gevallen, wanneer men zijn schade niet op de tegenpartij kan verhalen, kan men een beroep doen op de voorziening Waarborgfonds Motorverkeer.Daar kan men in zulke gevallen een claim indienen, met uitvoerige informatie over het ongeval en de reden waarom men geen schade kan verhalen. De mogelijkheid bestaat dan dat dit Waarborgfonds de schade betaalt.
wa verzekering
Tegen de schade die voortvloeit uit hetgeen we hierboven hebben besproken, schade veroorzaakt door jezelf, je gezin, je huisdieren, of je eigendommen als auto of gebouwen, kan men zich vrij gemakkelijk verzekeren. Het zogenoemde wappertje is de populaire naam voor de WA (wettelijke aansprakelijkheid) verzekering. Gaat het over een verzekering van de verzekeringnemer zelf of van diens gezinsleden, dan spreken we van een particuliere wa-verzekering; deze is vrijwillig.Voor bromfiets, auto en andere motorrijtuigen geldt dat een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid verplicht is. En terecht, want de kosten ten gevolge van een ongeval kunnen gigantisch hoog oplopen. Het niet hebben van een wa-verzekering in dit verband is dan ook strafbaar; er staat een geldboete op, maar het kan er zelfs toe leiden dat het rijbewijs wordt ingetrokken.In hoeverre zijn ouders nu aansprakelijk voor hun kinderen, als ze nog minderjarig zijn, maar toch al het huis uit zijn, op kamers wonen. Het blijkt dat die aansprakelijkheid inprincipe gewoon doorgaat. Het is dus erg belangrijk dat de wa-verzekering voor het betreffende kind gehandhaafd blijft. De wa-verzekering dekt veelal geen ‘zeer grove schuld’ en opzet. Ook hier geldt dat het bewijzen van de schuld vaak nogal moeilijk is. Vooral wanneer kinderen die schades aan derden veroorzaken, is moeilijk uit te maken of er nu sprake was van opzet of niet.Overigens zullen verzekeringsmaatschappijen wellicht proberen aan te tonen dat een speciale gebeurtenis, in uw eigen individuele geval, niet onder de wa-verzekering valt. Zo’n beslissing is altijd aan te vechten. Het feit dat de verzekering dit zegt, betekent nog niet dat die het bij het rechte eind heeft.Ongeveer zeven van de tien gezinnen in Nederland hebben zo’n wa-polis; de premie is laag; de schaden kunnen erg hoog oplopen, het is dus alleszins van belang voor iedereen om zo’n wa-verzekering aan te gaan. Men zou zich zelfs kunnen afvragen of het niet tijd wordt om de wa-verzekering voor iedereen verplicht te maken.Wij hadden het al even over de aansprakelijkheid van ouders voor de schade die hun kinderen aanrichten. Momenteel geldt nog de regel dat, wanneer de ouder kan aantonen dat hij de schade als redelijk ouder niet kon voorkomen, de bewijslast bij de andere partij ligt.
Wet Werkloosheidsvoorziening
De WWV wordt uitgevoerd door Burgemeester en Wethouders van de gemeente van inwoning, maar in de praktijk ligt de uitvoering in handen van de Gemeentelijke Sociale Dienst.In verband met deze wet moet de gemeente een Commissie Werkloosheidsvoorziening vormen, die B & W terzake adviseert.Deze wet is bedoeld om werknemers te helpen die werkloos zijn geworden, maar geen uitkering krijgen krachtens de Werkloosheidswet (WW). De omschrijving van de categorie werknemers die onder de WWV vallen,^ is wat ruimer dan bij de WW.De WWV is bedoeld voor werkloos geworden werknemers die geen recht hebben op een WW-uitkering, hetzij omdat ze er om een of andere reden buiten vielen, hetzij omdat de uitkeringsperiode is beëindigd. Maar de WWV geldt in principe niet voor werknemers die door hun schuld geen recht op WW hebben.Men heeft pas recht op een uitkering krachtens deze WWV als men op het moment dat men werkloos wordt in het jaar voorafgaand aan de werkloosheid ten minste 130 dagen inkomen in verband met een dienstbetrekking heeft genoten. Beneden de 23 jaar moet men voor de WWV tevens voldoen aan een extra eis nl. dat men in de 3 jaar voorafgaande aan de werkloosheid ten minste 130 weken (2,5 jaar) een dienstbetrekking moet hebben gehad. Voor deze periode van 130 weken tellen bijv. ziektedagen, verlofdagen en tijdvakken van militaire dienstplicht mee. Belangrijk is dus dat er sprake is van een inkomen in verband met een dienstbetrekking.Hier vallen ook de uitkeringen onder. Men heeft géén recht op een uitkering wanneer men vijfenzestig jaar of ouder is, of jonger dan vijfenzestig en blijvend ongeschikt tot het verrichten van arbeid. Dan valt men onder een andere wet. Vreemdelingen krijgen ook geen uitkering, tenzij ze gedurende tenminste negen weken voordat de werkloosheid inging op rechtmatige wijze in Nederland verbleven. Ook mensen die in de gevangenis zitten krijgen deze uitkering niet. De gehuwde vrouw heeft per 23 december 1984 een zelfstandig recht op een WWV-uitkering, ingevolge de aanpassing van de WWV bij de zgn. richtlijn van de EEG, die gelijke behandeling voor mannen en vrouwen voorschrijft. Om deze wijziging te kunnen financieren is de looptijd van deze uitkering eveneens gewijzigd.Voor deze wet behoeft geen premie te worden betaald.
wet verontreiniging oppervlaktewateren
Doel van de wet verontreiniging oppervlaktewateren i het tegengaan van vervuiling van deze wateren. De wet kent een vergunningen- en heffingenstelsel en de mogelijkheid van een verbod tot lozing. Gaat het om lozing op rijkswateren (de grote rivieren, en het IJsselmeer), dan wordt de vergunning verleend door het Rijk. Voor ander oppervlaktewater moet men terecht bij één van de vele waterkwaliteitsbeheerders. Soms is dit de provincie, soms is het een Waterschap of Zuiveringschap.De procedure die nodig is om zo’n vergunning te krijgen is vrijwel dezelfde als bij de Hinderwet. De Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne regelt deze procedures. Deze wet is ook van toepassing op de wetten die we hieronder nog bespreken. In het kader van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren is het niet mogelijk tot sluiting van een inrichting over te gaan. Heeft men zich echter niet aan de voorwaarden gehouden, dan kan de vergunning wel worden ingetrokken.Deze Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren huldigt voor het eerst het principe dat ‘de vervuiler betaalt’. Dit gebeurt via een ingewikkeld stelsel van heffingen en bijdragen. Het geld dat men hierdoor verkrijgt, wordt gebruikt om de kosten van het tegengaan en voorkomen van oppervlakte-waterverontreiniging te dekken. Van dit geld worden bijvoorbeeld waterzuiveringsinstallaties gebouwd.
wet rechtsbijstand
Deze wet regelt rechtshulp door advocaten of deurwaarders in alle zaken, behalve strafzaken. Op grond van deze wet kan een Bureau voor Rechtshulp (daarover straks) aan on- en minvermogenden, dat wil zeggen: aan een burger en soms aan een organisatie die niet zelf in staat is voor rechtshulp te betalen, een advocaat of een deurwaarder toevoegen. Zo’n regeling kan getroffen worden als de burger daarom verzoekt bij een Bureau voor Rechtshulp. Maar ook kan de burger contact zoeken met een advocaat, die de zaak dan in orde maakt met een Bureau voor Rechtshulp.Men is immers in beginsel vrij een advocaat te kiezen, ook als men deze niet zelf kan betalen. Om voor rechtshulp tegen verminderd tarief in aanmerking te komen, moet de burger voldoen aan de volgende voorwaarden:a)hij moet ‘onvermogend’ zijn;b)zijn verzoek moet niet ‘klaarblijkelijk ongegrond’ zijn;c)hij moet ‘voldoende belang’ hebben bij de rechtshulp.
wet arob
Deze afkorting staat voor Wet Administratieve Rechtspraak Overheids Beschikkingen. Met deze wet in de hand kan men bezwaar en beroep aantekenen tegen de meeste besluiten van de overheid, waartegen geen ander beroep mogelijk is.De wet AROB is van belang op vrijwel het gehele gebied waarop de overheid zich in het maatschappelijk verkeer beweegt.Niet alleen op het gebied van het bouwrecht, ook het milieurecht en, om iets heel anders te noemen, het vreemdelingenrecht vallen eronder. De wet biedt aanvullende rechtsbescherming. Dit houdt in dat alleen wanneer men niet via andere wetten een beroep tegen een bepaalde overheidsbeschikking kan instellen men bij deze wet terecht kan.De wet AROB maakt bezwaar en beroep tegen beschikkingen mogelijk.Dit zijn schriftelijke overheidsbesluiten gericht op een rechtsgevolg. Het is moeilijk hier een precieze omschrijving van zo’n beschikking te geven.Als de overheid stappen neemt waarmee u het niet eens bent, die u wellicht schade, hinder of gevaar bezorgen, is het van belang een deskundige in de arm te nemen.Iedereen die door een beschikking rechtstreeks in zijn belang is getroffen, kan een beroep doen op de wet AROB. Ook een weigering om een beschikking te geven geldt als een beschikking. Dit geldt ook voor het te lang uitblijven van een beschikking. Voor de beroepsprocedure is het van belang te weten welke overheid de beschikking heeft gegeven. Komt die beschikking van de centrale overheid (minister, staatssecretaris, of rijksdienst) dan kan men daartegen direct beroep aantekenen bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Gaat het om een lagere overheid (B & W, Gemeenteraad, Gedeputeerde Staten), dan moet men eerst een bezwaarschrift bij dat lagere orgaan indienen. Wanneer dit orgaan bij zijn beslissing blijft, kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State.
werknemersorganisaties
We kennen twee soorten werknemersorganisaties: de zogenoemde Centrale Bonden en de Categorale Bonden.Bij de Centrale Bonden zijn leden ingeschreven uit een bepaalde bedrijfstak, bijv. bouwbonden. In deze gevallen staat dus de bedrijfstak of -sector voorop.Bij de Categorale Bonden staat het beroep centraal: bonden van onderwijzers, technici e.d.De Centrale Bonden, die dus per bedrijfstak zijn georganiseerd, hebben zich verenigd in vakcentrales zoals Federatie van Nederlandse Vakverenigingen (FNV) en Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV). Bij CAO-onder-handelingen of massa-ontslagen spelen de bonden aangesloten bij de vakcentrales de belangrijkste rol. Zij sluiten de CAO’s.In veel instellingen die met arbeidsrecht te maken hebben, zoals Bedrijfsverenigingen en Raden van Beroep, zijn de vakbonden vertegenwoordigd. Ook de werkgevers hebben zitting in deze instellingen; de Categorale Bonden niet.Ongeveer 40% van de Nederlandse werknemers is lid van een bond; viervijfde hiervan is georganiseerd in de Centrale Bonden.
Werkloosheidswet
De bedoeling van de WW is werknemers, en groepen die daarmee gelijk gesteld zijn, te verzekeren tegen de gevolgen van onvrijwillige werkloosheid. Onvrijwillige werkloosheid is werkloosheid die niet aan eigen schuld of toedoen is te wijten.Het enkele feit dat men wordt ontslagen, is onvoldoende voor het aannemen van onvrijwillige werkloosheid. Wordt men vrijwillig werkloos dan krijgt men geen uitkering. De grote strijd zal dus ontstaan over de vraag wat vrijwillige of onvrijwillige werkloosheid is. Verzekerd krachtens de WW zijn dezelfde mensen als zij die ook zijn verzekerd op grond van de Ziektewet en de WAO.Buiten de verzekering vallen mensen die ouder zijn dan 65, stagiaires die geen produktieve arbeid verrichten en geen normaal loon ontvangen, en zij die in militaire dienst zijn. In de zin van deze wet, alsook voor de hiervoor genoemde Ziektewet en de WAO, geldt als werkgever veelal degene die het loon uitbetaalt. Als men dus bijvoorbeeld werkt voor een uitzendbureau in een bedrijf waarheen men wordt uitgezonden, dan geldt niet dat bedrijf maar het uitzendbureau als werkgever.
werkloos door faillissement
Het kan voorkomen dat men werkloos wordt door faillissement van zijn werkgever en dat die ook niet meer in staat is het loon uit te betalen. De werknemer moet zich dan zo snel mogelijk melden bij de Bedrijfsvereniging. In zo’n geval neemt de Bedrijfsvereniging de uitbetaling van het loon op zich. Het gaat dan echter niet meer om een echte WW-uitkering; wel wordt deze gegeven op basis van de WW.
werkgeversorganisaties
Ook de werkgevers hebben zich georganiseerd, onder meer in het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité, deKatholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond, de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Voor middenstanders kennen we het Koninklijk Verbond van Ondernemers en de Ondernemers Federatie.De grote industriële werkgevers hebben zich verenigd in het Verbond van Nederlandse Ondernemingen (VNO) en het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond (NCW).
weduwenpensioen
Een weduwe komt voor dit pensioen in aanmerking in de volgende gevallen:- als ze arbeidsongeschikt is op en sinds de dag van overlijden van haar echtgenoot en deze arbeidsongeschiktheid ten minste drie maanden duurt;- als ze een ongehuwd eigen kind of pleegkind heeft dat is geboren voor of op de dag van overlijden van haar man;- als ze zwanger is op de dag van overlijden van haar echtgenoot;- als ze 40 jaar of ouder is op de laatste dag van de maand waarin haar echtgenoot is overleden:- als ze tussen 35 en 40 jaar oud is op de laatste dag van de maand waarin haar man is overleden, ze een eigen kind heeft of gehad heeft, dat voor de dag van overlijden van haar man gehuwd was, of dat voor of op de dag van overlijden van haar man zelf is overleden; dit tenzij op de laatste dag van de maand waarin het kind gehuwd of overleden is, de moeder de leeftijd van 35 jaar nog niet heeft bereikt.De weduwe heeft géén recht op pensioen als de man op het moment dat het huwelijk werd gesloten 65 jaar of ouder was. Heeft het huwelijk al vijf jaar geduurd, dan vervalt deze beperking. Hetzelfde geldt voor het geval er een of meer kinderen uit dit huwelijk zijn geboren. De vrouw met wie de overleden man gehuwd geweest is, maar van hem is gescheiden, telt toch als weduwe, behalve natuurlijk als ze hertrouwd is.
wederzijdse opzegging
De huurovereenkomst kan natuurlijk ook worden beëindigd als beide partij en het daarover eens zijn. In dat geval is geen opzeggingstermijn vereist.
wezenpensioen
Het wezenpensioen wordt alleen betaald aan volle wezen. Zowel vader als moeder moeten dus zijn overleden. Als volle wees telt in dit verband ook het onwettige kind waarvan de moeder is overleden, en dat niet door de vader is erkend.De wezen moeten jonger zijn dan 16 jaar, of, wanneer ze onderwijs volgen, jonger dan 26.Ook aan 16 en 17-jarigen die invalide zijn kan een pensioen worden toegekend.Voorbeeld: zijn er na overlijden van de ouder(s) twee kinderen, een van 15 jaar en een niet-schoolgaand kind van 17 jaar, dan krijgt het kind van 15 jaar wezenpensioen. Maar het kind van 17 jaar komt weer wel in aanmerking voor wezenpensioen, als dit kind het huishouden doet en daaraan het grootste deel van zijn tijd besteedt.Het wezenpensioen houdt het kind tot aan het zestiende jaar. In bijzondere gevallen tot aan het achttiende of zelfs het zevenentwintigste jaar.Het weduwenpensioen eindigt:1) als de weduwe geen ongehuwd eigen kind meer heeft; is ze al 35 jaar als haar (laatste) kind trouwt of overlijdt, dan houdt ze het weduwenpensioen;2) als ze niet langer arbeidsongeschikt is; is ze echter op het moment dat ze niet langer arbeidsongeschikt is al 40 jaar, dan houdt ze het pensioen.In elk geval stopt het pensioen met ingang van de maand waarin de weduwe 65 wordt.Als de weduwe hertrouwt, dan wordt haar weduwenpensioen (of de eventuele tijdelijke weduwenuitkering) afgekocht door een uitkering ineens. De hoogte daarvan is maximaal een jaarbedrag van de door haar genoten uitkering.Het weduwen- en of wezenpensioen wordt aangevraagd bij de Raad van Arbeid van het rayon van inwoning.Voor beroep kan men zich wenden tot de Raad van Beroep en vervolgens tot de Centrale Raad van Beroep.
Wettiging
Door wettiging kan een onwettig kind de status van wettig kind krijgen. De meest voorkomende situatie is dat de man het kind erkent voor, bij of in het huwelijk. Na ontbinding van het huwelijk door de dood van de moeder kan het kind eveneens gewettigd worden.
Wettig kind
De meeste kinderen zijn wettige kinderen, omdat ze binnen een huwelijk worden geboren. Ze dragen de naam van de man uit dat huwelijk. De wet zegt dat een kind, dat tijdens of kort na de ontbinding van een huwelijk wordt geboren, de echtgenoot van de moeder tot vader heeft.Het gevolg van de wettigheid van een kind is niet alleen dat het de naam van de vader krijgt. Andere gevolgen zijn dat het kind erft als wettig kind van die vader, dat vader en moeder allebei het gezag hebben over dat kind zolang ze getrouwd zijn (ouderlijke macht) en dat de ouders onderhoudsplichtig zijn ten opzichte van het kind.We zagen hiervoor al dat zowel de moeder als de vader kan ontkennen dat het kind door de vader is verwekt.
woonruimtewet
In 1947 werd door de overheid de Woonruimtewet ingesteld. Deze is bedoeld om de beschikbare woonruimte doelmatig te verdelen en daardoor de woningnood aan te pakken. Het ging er in de jaren veertig en vijftig vooral om dat mensen met lage inkomens geen slachtoffer werden van de woningnood. Er kwam in het algemeen een verbod om een woning in gebruik te nemen, of in gebruik te geven, zonder dat men daarvoor schriftelijk toestemming had van B&W. Dat is de woonvergunning. Sedert de jaren vijftig is de woningnood in een aantal delen van het land enigszins verminderd, zo vond men, en de wet is daar buiten werking gesteld.In 1974 werd een nieuwe wet van kracht die stelt dat de gemeenten, die de Woonruimtewet opnieuw invoeren, de woningen weer zelf mogen verdelen. In een aantal gemeenten, met name in de randstad, is de Woonruimtewet van 1947 altijd van kracht gebleven. In die gemeenten is dus voor het huren van een woning, of het verhuren ervan, en in veel gevallen ook voor het kopen van een woning, altijd zo’n vergunning vereist geweest. Wanneer men in een gemeente wil gaan wonen waar een woonvergunning vereist is, dan moet men, voordat men deze woning gaat huren of kopen, die vergunning aanvragen. Dat is nodig als de kale huurprijs resp. de kale koopprijs ligt onder een bepaald, steeds aangepast bedrag. Informeer bij de gemeente.In een aantal steden, waaronder Amsterdam, liggen deze cijfers anders. Wordt een woning bewoond zonder woonvergunning, terwijl deze wel vereist is, dan kan de burgemeester ontruiming bevelen op een door hem vastgesteld tijdstip; ook al heeft men een huur- of koopcontract. Weigert men een woning te verlaten dan kan de politie eventueel tot uitzetting overgaan. Gemeente functionarissen halen dan de woning leeg; de kosten daarvan worden op de illegaal wonenden verhaald.Een woonvergunning is alleen vereist voor zelfstandige woonruimte. Voor inwoning (onderhuur) is dus geen woonvergunning vereist. De Gemeente moet automatisch een woonvergunning verlenen als de woning qua huur-of koopprijs boven bepaalde grenzen valt, en bij lokale of interlokale woningruil.Ook wanneer het gaat om een nieuwe koopwoning, en de eigenaar trekt er als eerste in, moet een woonvergunning worden verleend. Deze regeling geldt overigens niet overal; per gemeente kunnen andere regels gelden.
woningruil
Bij woningruil hebben de ruilpartners toestemming nodig van de verhuurders van de betreffende woning.Ook moet de gemeente toestemming geven, dit in verband met de woonvergunningen.Het komt vaak voor dat de verhuurder weigert aan de woningruil mee te werken. Sinds 1979 kan men zich in zo’n geval tot de Kantonrechter wenden. Deze kan de huurder toestemming geven om zijn ruilpartner in zijn plaats te stellen.De Kantonrechter mag zo’n verzoek alleen maar inwilligen wanneer de huurder een zogenoemd zwaarwichtig belang heeft bij de ruil. Hij moet het verzoek afwijzen wanneer de voorgestelde ruilpartner niet in staat blijkt de huur van de nieuwe woning te betalen. Bij woningruil moet altijd een woonvergunning verstrekt worden.Er is ook nog een zogenoemde schijn-ruil. Daarvan is sprake wanneer A verhuist naar het huis van B en B doet alsof hij naar het huis van A gaat, maar in werkelijkheid verhuist hij naar elders. Dat is verboden en het kan tot gevolg hebben dat de betrokkenen allen hun woonruimte kwijtraken, óók A, die wel degelijk volgens de afspraken verhuisd is naar het huis van B.
ww-uitkering
Men krijgt een uitkering krachtens de WW voor ten hoogste 130 dagen. Dat is dus een half jaar, zes en twintig weken van vijf werkdagen. Het bedrag van de WW-uitkering is altijd 70% van het genoten loon; bij wachtgeld kan het een hoger bedrag zijn, bijvoorbeeld in verband met het aantal dienstjaren.Gaat men na het halve jaar dat men een uitkering heeft gekregen weer enkele dagen aan het werk, dan krijgt men bij nieuwe werkloosheid niet weer vanzelf voor een half jaar opnieuw een uitkering. Pas als het jaar om is, wordt er weer opnieuw geteld en men krijgt alleen een uitkering wanneer men in de referteperiode die dan geldt het vereiste aantal dagen heeft gewerkt (zie onder Referteperiode).Er wordt bij de uitkering rekening gehouden met vakantiegeld; dit wordt apart uitgekeerd.Aanvaardt men binnen zes maanden nadat men ontslagen is een andere baan, verdient men in die baan een lager loon, en wordt men ook daar weer ontslagen, dan kan in bepaalde gevallen het oude loon van de eerste baan als uitgangspunt voor de uitkering van kracht blijven.
zaak en prijs
Bij een koopovereenkomst moet sprake zijn van een te verkopen en te kopen zaak tegen een daarvoor overeengekomen prijs. Een zaak kan alles zijn wat los of vast zit: van tafels en stoelen tot auto’s en huizen. Toch zijn er enkele beperkingen.Zo kan bijvoorbeeld een kamer van een huis niet als zaak in de zin van de wet worden gekocht of verkocht. Evenmin is dat het geval met iets dat kan worden gezien als een onderdeel van iets anders waarmee het een geheel vormt. Voorbeeld: de centrale verwarmingsinstallatie in een huis. Onder prijs moet worden verstaan: de prijs uitgedrukt in geld. Daarmee wordt aangegeven dat er verschil bestaat tussen kopen en ruilen. Bij de ruilovereenkomst kan de uitwisseling van prestaties ook bestaan in het over en weer aan elkaar overhandigen van goederen. Bij de koopovereenkomst is dat niet het geval; daarbij geldt: de verkoper verkoopt een zaak, de koper betaalt er geld voor.Met betrekking tot de prijs moeten we nog even zeggen dat deze niet op het moment van de koop bepaald hoeft te zijn. Het kan gebeuren dat koper en verkoper de prijs op een later tijdstip willen vaststellen, bijvoorbeeld omdat ze nog op advies van iemand anders willen wachten of willen bekijken hoe de marktprijs er op de dag van leve-ring voorstaat. Als helemaal niets is afgesproken over de prijs geldt dat een redelijke prijs betaald moet worden.
ziektewet
Iedereen die een dienstbetrekking heeft (werknemer is), valt onder de Ziektewet. Bovendien zijn er andere groepen werkenden, voor wie deze wet geldt, bijvoorbeeld mensen die persoonlijk arbeid verrichten in ‘aangenomen werk’, zij die laatstbedoelden bijstaan, musici, thuiswerkers. Deze opsomming is niet volledig, want er zijn er eigenlijk te veel om ze allemaal te noemen.Niet verzekerd volgens deze wet zijn (ook weer voorbeelden): zij die boven de 65 zijn, die immers al AOW krijgen; zij die minder dan drie dagen per week bij dezelfde werkgever werken als hulp in de huishouding.Werkgever is voor deze wet en de hierna te bespreken WAO degene die het loon uitbetaalt.Het gaat er bij deze wet om mensen te verzekeren die arbeidsongeschikt zijn door ziekte of gebreken. Deze wet is overigens vooral gericht op arbeidsongeschiktheid gedurende korte tijd. Ook zwangerschap en bevalling vallen eronder.Werkgevers zijn verplicht een kaart in hun bedrijf op te hangen, waaruit blijkt onder welke Bedrijfsvereniging de werknemer valt, en hoe deze in geval van ziekte moet handelen om een uitkering te krijgen.Men moet zich ziek melden bij de werkgever; doet men dat niet, dan kan dat financiële problemen opleveren. Het is zaak de ziekte onmiddellijk te melden.De uitkering krachtens deze wet bedraagt thans 75% en zal waarschijnlijk per 1 januari 1986 verder verlaagd worden naar 70%.Voor die 75%-uitkeringen krachtens deze wet is echter een maximum dagloon vastgesteld. Dit maximum dagloon wordt uiteraard voortdurend bij-gesteld.De wet zegt dat de eerste twee dagen (de zogenoemde wachtdagen) niet worden doorbetaald. In veel gevallen worden deze twee dagen echter wel vergoed door de werkgever. Verandering van deze regel is in discussie.
Ziekenfondswet
De regelingen die we tot nu toe hebben beproken, gingen allemaal over uitkeringen die men kan krijgen als men wegens ziekte niet kan werken. Maar hoe zit het met de kosten van de ziekte, de medicijnen, de medische hulp? Ook tegen die kosten kan men zich verzekeren, bijvoorbeeld door aanmelding bij en betaling van premies aan een ziekenfonds. We kennen een vrijwillige en een verplichte ziekenfondsverzekering, plus een speciale verzekering in dit opzicht voor bejaarden.Alle werknemers die verzekerd zijn krachtens de Ziektewet, zijn ook verplicht verzekerd krachtens de Ziekenfondswet, zolang hun inkomen als werknemer maar onder een bepaald bedrag per jaar blijft. Deze zogenoemde ziekenfondsgrens was per 1 januari 1985 vastgesteld op f 48 100 per jaar.Deze grens wordt trouwens elk jaar, meegaand met het algemene loon- en prijspeil, opnieuw vastgesteld.Als echtgenote en kinderen tot het huishouden behoren, zijn deze meeverzekerd; dit geldt ook voor stief- en pleegkinderen. Het geldt echter alleen voor die kinderen die ook recht hebben op kinderbijslag. Verzekeringnemer is de kostwinner.Bij samenwoning geldt dat de vrouw met wie men samenwoont, en ook haar kinderen, niet zijn meeverzekerd. Voor hen moet men dus een vrijwillige verzekering afsluiten; natuurlijk kan men daarvoor ook terecht bij een gewone verzekeringsmaatschappij.Waar heeft men zoal recht op? Enkele voorbeelden. Geneeskundige hulp van de huisarts, hulp in poliklinieken van academische ziekenhuizen, (hiervoor is een verwijsbriefje van de huisarts nodig) en tandheelkundige hulp; dit laatste onder bepaalde voorwaarden. Ook heeft men recht op verloskundige hulp van een vroedvrouw, onderzoek, behandeling, verpleging in het ziekenhuis, opname in psychiatrische ziekenhuizen, sanatoria voor TBC-patiënten, enzovoort, enzovoort.Ziekenhuisopname wordt betaald in de laagste klasse. Wil men in een hogere klasse verpleegd worden, dan moet men het verschil bij betalen. Ook de genees- en verbandmiddelen worden betaald; dit alleen wanneer men ze op recept van de huisarts of de specialist heeft verkregen. Ook beugels, orthopedisch schoeisel en dergelijke vallen eronder.
zwangerschap
Bij zwangerschap strekt de uitkeringsperiode zich uit over een periode van 6 weken vóór de verwachte dag van bevalling, plus 6 weken na de bevalling. Veelal bedraagt deze uitkering 100%. Is de periode van 6 weken na de bevalling verlopen, en is de vrouw nog arbeidsongeschikt, dan kan de uitkeringstijd nog met 46 weken worden verlengd.