Faculteiten Konvent Gent
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Geschiedenis en volkskunde > Wijsbegeerte
Datum & Land: 13/06/2013, BE
Woorden: 211
Kennis
Elke voorstelling, denkbeeld of overtuiging waarvan we aannemen dat die met een zekere 'werkelijkheid' overeenkomt. (al dan niet uitgesproken). Dit overeenkomen van overtuigingen met de werkelijkheid kan onder meer hierin bestaan dat zij ons toelaten goede voorspellingen te maken over wat zal gebeuren en dus met succes onze handelingen te plannen.
Kennend subject
(Descartes)Men doet afstand van alle 'gangbare' opvattingen en kan geen enkele externe autoriteit meer aanvaarden. Maar wanneer men aan alles twijfelt, kan men niet twijfelen aan het feit dat men twijfelt. Het bestaan van een kennend subject is dan ook onbetwijfelbaar.
Kunstgeschiedenis
Studie van de artistieke producten van de mens.
Logica
Volgens Aristoteles (grondlegger, 4e eeuw v.c.) was dit de theorie van de geldige redenering.
Manicheïsme
Leer van Mani, een Perzische profeet, 3e eeuw). Inspireerde zich op het dualisme van Zarathoestra tussen goed en kwaad.
Magisch denken
Een geheel van opvattingen over de werkelijkheid waarbij een aantal wetmatigheden worden verondersteld die men via riten en bezweringen meent te kunnen gebruiken. (maar die zich volgens de huidige wetenschappelijke inzichten niet voordoen) vb. Voodoo Karakteristiek voor alle pre-wetenschappelijke en niet-geïndustrialiseerde maatschappijen, maar niet beperkt daartoe.
Magie
Richt het handelen van mensen.Een techniek waarschijnlijk al ontwikkeld in de prehistorie om zich te reinigen van de bezoedelingen (taboes). Een geheel van stereotiepe handelingen of uitspraken waarmee men bepaalde doeleinden kan realiseren, steunend op de wetmatigheden die volgens de rationeel denkende mens totaal onbestaande zijn. Deze stereotiepe handelingen zijn riten en bezweringen.
Machiavellisme
In de strikte zin van het woord, heeft dit enkel betrekking op het handelen van staatsleiders. De afwijkingen van de gewone individuele moraal worden dan immers gemotiveerd door de overweging dat het belang van de maatschappij voorgaat op het al dan niet 'deugdzaam' handelen van de vorst als individu. In een bredere betekenis wordt werd deze term ook gebruikt voor handelswijzen van individuen die de eisen van het succes laten primeren op morele overwegingen. Er zijn echter gevallen denkbaar waarin het onderscheid niet gemakkelijk te maken is.
Metafysica
In algemene zin van het woord is het de leer over de grondslagen van alles wat bestaat, van al het zijnde.
Mensvisie
De mens behoort met zijn lichamelijkheid tot de aardse wereld, maar zijn redelijke ziel is afkomstig van de Vormenwereld. De ziel heeft dan ook een goddelijk karakter en is onverwoestbaar.
Meerwaarde (Marx)
Bij stijging van de productiviteit is de arbeider in staat evenveel waarde te produceren binnen een kleiner aantal uren. Er wordt meerwaarde geproduceerd indien de arbeider toch een groter aantal uren per dag werkt. (toegeëigend door de kapitalist)
Mechanistisch determinisme
Alles wat op een gegeven moment gebeurt, wordt bepaald door de situatie van de wereld op het voorafgaande moment; het feit dat de mens een groot aantal fenomenen niet kan voorspellen, is het gevolg van onwetendheid over wetten of voorafgaande toestanden. Een verstand dat daar wel toe in staat zou zijn is het Demon van Laplace.
Mechanisering van het wereldbeeld
Het beginnen verklaren van de verschijnselen op aarde, vertrekkende van de mechanica. Dit leverde de grondslag van het 'Entmythologiserings'-proces dat zich nu nog voortzet.
Mechanicisme
Voor het eerst vermeld in 'L'homme machine' van Offray de la Mettrie. De opvatting dat in de stoffelijke wereld, waaronder ook dieren en het menselijk lichaam, alles verklaarbaar is volgens mechanische wetten. Geïnteresseerd in het totaalbeeld, en niet in de losse experimenten. Soms ook mechanisme genoemd.
Mechanica
Studie van de val en de worp van een voorwerp.
Mechanica
Hierbij kan men het mathematisch model niet meer intuïtief kan worden uitgedacht. Men komt tot het besef dat het verificatie-aspect, door het uitvoeren van experimenten, van even groot belang is als het wiskundig aspect.
Moraal
Cognitieve reflectie over het handelen dat niet geldt voor taboe en magie.
Monotheïsme
Het geloof in één god, die de enige bestaande is.
Monolatrie
Het geloven in één bepaalde god zonder het bestaan van andere goden te ontkennen.
Monisme
Het aanvaarden van slechts één werkelijkheid, vb. materie of geest, maar niet beiden samen.
Monaden
(Leibniz)De talloze substanties waaruit de werkelijkheid volgens Leibniz bestaat. Ze zijn immaterieel en hebben onderling geen enkele wisselwerking.God is de hoogste monade het heeft de andere met elkaar in harmonie geschapen.
Modi
(Spinoza)De concrete dingen die wij rondom ons zien (vb. zon, maan, bomen…) en de concrete denkende wezens (of menselijke 'zielen'). Respectievelijk van het attribuut, de uitgebreidheid en het denken. Ze vloeien allen met volstrekte noodzakelijkheid voort uit de substantie.
Mutualistisch anarchisme
Een beperkte vorm van eigendomsrecht, in een maatschappij zonder regering (anarchie). Dit anarchisme onderscheidt zich van andere sociale stromingen door een duidelijke afkeer van het gebruik van het staatsapparaat en van politieke middelen bij het streven naar de uiteindelijke gelijkheid onder de mensen. Door een sterke nadruk op het belang van de individuele vrijheid verschilt het ook van andere vormen van communisme.
Mythe
Het is de belangrijkste poging van de primaire mens om inzicht te krijgen in (schijnbaar) onoplosbare problemen. Het is een verhaal dat aan de menselijke fantasie ontspruit en waar de toehoorders een zeker geloof aan hechten. Het heeft verschillende functies: (1) ordenen de wereld tot een samenhangend geheel ==> angst reduceren, (2) verklaring voor bijzondere fenomenen of pijnlijke en revolterende toestanden (hoe dingen ontstaan), (3) verklaren ==> rechtvaardigen en consolideren bepaalde individuele menselijke of maatschappelijke situaties.
Natuurwetenschappen
(natuurkunde, scheikunde, biologie, geologie) bestuderen wetten van dode materie en levende wezens.
Natuurlijke moraal
Een moraal gebaseerd op een verantwoord mensbeeld.
Natuurlijke godsdienst
Een God zonder mythische, irrationele en immorele trekken.
Natuurfilosoof
Thales, Anaximander, Anaximenes, Pythagoras, Herakleitos, Parmenides, Zeno, Leukippos, Demokritos.Mensen als Thales en Pythagoras waren ervan overtuigd dat er iets moet bestaan dat zelf onveranderlijk blijft, maar dat ten grondslag ligt aan alle veranderingen in de werkelijkheid.
Nativisme
De opvatting dat de menselijke geest over aangeboren ideeën beschikt, die toelaten om een klare intuïtie te hebben over de principes die als grondslag moeten genomen worden, zowel om de wiskunde als om de natuurkunde op te bouwen.
Neoplatonisme
Hierin gelooft men dat de wereld een emanatie, een uitstorting van zichzelf is van de godheid. Men hoopt door ascese en meditatie de stadia van de emanatie terug te kunnen doorlopen en zo tot vereniging met God te komen. Het einddoel bij neoplatonisme is het bereiken van een extase.
Nieuwe mensvisie
Het menselijk lichaam wordt o.a. in de geneeskunde en de anatomie beschreven als behorende tot de mechanische wereld. De gedachte dat de menselijke geest in staat is om op eigen kracht de wereld te begrijpen, waardoor men erop kan inwerken en veranderingen aanbrengen. Hier ligt de grond van het mateloos vertrouwen in de menselijke rede, en van het optimisme dat tot uiting komt in het geloof aan de mogelijkheid van vooruitgang.
Noodzakelijk verband
(Hume)Men spreekt van een noodzakelijk verband tussen vb. A en B wanneer A een oorzaak is van B. Dat verband op zich kunnen we evenwel in de ervaring nooit vaststellen. Men ervaart dat A volgt op B, niet de causaliteit als aparte entiteit.
Noccolò Machiavelli
Legt in zijn boek 'Il Principe' de nadruk op de efficiëntie. Men moet daden stellen die de kans bieden om zijn doeleinden efficiënt te realiseren. Hiertoe is de studie van de mens nodig en van de wijze waarop deze in het maatschappelijk proces reageert. Men moet het meest efficiënte realiseren, ook al is dit eventueel terreur. Het politieke handelen moet dan ook niet uitgaan van abstracte principes of edele gevoelens; het moet gebaseerd zijn op een feitelijke analyse van de maatschappelijke wetmatigheden. Dit leidt tot de conclusie dat immorele daden in bepaalde situaties de meest geschikte zijn.
Ontologie
Vanaf de 18e eeuw hield de metafysica zich bezig met de meest fundamentele vragen in alle wetenschappelijke gebieden. Hierbij onderscheidde men ontologie van de bijzondere fysica.
Openbaringsgodsdiensten
Deze ontstaan vanaf het 1e millenium v.C. in grote cultuurgebieden. Deze evolueren tot doordachte, gesystematiseerde, wereld- en mensvisies.
Openbaring
De 'waarheden' van de godsdienst vinden hun oorsprong bij God of in de 'hoogste werkelijkheid' en ze worden geuit in boeken, in de prediking van een profeet (godsgezant). Vb: Zarathoestra, Mozes, Jesus,…
Open wereldbeeld
De idee dat het heelal oneindig groot is en een oneindig aantal zonnestelsels bevat. Dit maakt dat de zon noch de aarde centraal staat.
Open society
Onderscheid in de politieke filosofie sinds Popper tussen open en closed society. (ieder systeem dat handelt na rationeel onderzoek van voor en tegen, moet steeds een compromis zoeken tussen twee extremen)
Open mind
Deze oppositie vindt men ook in de psychologie terug onder closed en open mind. (ieder systeem dat handelt na rationeel onderzoek van voor en tegen, moet steeds een compromis zoeken tussen twee extremen)
Open houding
Ieder systeem dat handelt na rationeel onderzoek van voor en tegen moet steeds keizen tussen twee extremen: open en gesloten houding.
other minds-problematiek
De subjecten die ik rondom mij zie, kunnen robotten zijn, die zo geprogrammeerd zijn dat ze op sterke wijze simuleren dat ze een 'mind' hebben, terwijl ze die in werkelijkheid niet bezitten. Anderen kunnen hetzelfde over mij denken. Met andere woorden, de vraag stelt zich hoe ik iemand die mij beschouwt als een robot, er van kan overtuigen dat ik een wezen ben met een eigen mind, met eigen ideeën, verlangens, wensen, lust- en onlustgevoelens,… = other minds problematiek.
Pantheïsme
Zonder de schepping is God niet volledig, hij valt samen met de werkelijkheid. Bijgevolg worden de termen 'God' en 'Natuur' als synoniemen beschouwd.
Paulus
Stelde dat Jezus door zijn verrijzenis de periode van de joodse Wet had beëindigd, dat men enkel gerechtvaardigd kon worden door het geloof in Jezus Christus. De heftige onenigheden die hierop volgden, toonden aan dat Jezus zich hierover niet had uitgesproken.
Plato's filosofie
Het is mogelijk om door rationeel onderzoek een moraal op te bouwen en een staatsordening te ontwerpen die het ideaal meer en meer benadert.
Platonisme op natuurwetenschappelijk gebied
Het geloof dat de wereld een fundamenteel wiskundige structuur bezit. Dat deze wereld een onvolmaakte realisatie is van volmaakte vormen.
Platonisme toegepast op moraal en politiek
Volgens een platonist is een object mooi wanneer het een meer dan gewone gelijkenis met de (ideale, wiskundige) Vormen vertoont. Het lelijke, het immorele, het onrecht is dan een object of een situatie waarin op esthetisch, moreel of politiek vlak verregaand van de ideale Vorm wordt afgeweken. Aangezien de Vormen gekend zijn volgens Plato, volgt hieruit dat ook het goede (goede mens en goede staat) kan gekend zijn.
Plato
428-348 v.c.Deze Atheense filosoof is één van de meest invloedrijke denkers aller tijden. De eerste die een samenhangend systeem heeft ontworpen waarin de speculatieve, de ethisch-politieke en de kennistheoretische vragen op een rationele wijze werden benaderd. Blijft trouw aan het socratische ideaal van het zoeken naar het goede, maar komt tot de overtuiging dat dit slechts kan gekend worden als men, een totaalvisie heeft over de mens en over de wereld waarin die mens leeft. Betrouwbaar bewijs = enkele strikte eisen en inzicht in mogelijkheden en beperkingen.
positivisme in de strikte zin
Is de leer van Auguste Comte (1798-1857). Zijn leer heeft enkele typische kenmerken: 1)De theorie over de drie stadia in de geschiedenis van de mensheid: het theologische, het metafysische en het positieve stadium. 2) Zijn classificatie van de wetenschappen: In een orde van dalende algemeenheid en stijgende complexiteit. 3)De laatste positieve wetenschap ontstaat in zijn tijd nl. het socialisme. 4) Comte werkte zijn systeem uit tot een soort 'godsdienst van de mensheid' die hij feitelijk ten uitvoer bracht.
positivisme in de algemene zin
De opvatting dat alle problemen die de mens kan stellen enkel en alleen op te lossen zijn met de methodes van de positieve wetenschappen, met andere woorden door een beroep te doen op ervaringsgegevens die aan de vereiste controles onderworpen zijn. Wanneer een bepaald probleem niet door deze methodes is op te lossen, dan bestaat er geen oplossing voor.
Polytheïsme
De verering van meerdere goden
Politiek
= politieke filosofie.Bestudeert de vraag hoe de maatschappij moet georganiseerd worden. Hoewel de politiek vanaf de Oudheid een van de belangrijkste gebieden van de filosofen was, zijn er toch indelingen waarin deze leer niet wordt vermeld.
Proselitisme
Het bekeren van nieuwe 'ongelovige' mensen.
Projectie (Feuerbach)
God is een projectie van de mens, het zijn eigenschappen die de mens bij zichzelf positief vindt. God is echter niet louter een spiegelbeeld, maar de mens ontdaan van alle beperkingen. Alles wat de mens niet kan realiseren, of in feite niet realiseert, schrijft hij aan God toe.
Praxis (Marx)
Filosofie mag geen theorie blijven; ze moet het ageren voor maatschappijverandering als centrale eis stellen en zelf een bijdrage tot deze verandering willen brengen.
Psychologie
De studie van de gedragingen van het menselijk individu en de ontwikkeling ervan.
Pseudo-wetenschap
Een verzameling van opvattingen die worden gepresenteerd alsof ze wetenschappelijk zijn, terwijl dit niet het geval is. Er zijn geen nauwkeurige hypothesen of voorspellingen uit af te leiden en de voorspellingen zijn niet te falsifiëren. Vaak wordt er wetenschappelijk jargon gebruikt zonder dat het een betekenis heeft.
Ptolemaios
2de E AC.Werkt het model van Hipparchos over de bewegingen van de planten verder uit en werd algemeen aanvaard tot in de zestiende eeuw. (voor de toeschouwer onregelmatig) (geocentrisme)
Pytagoras
Griekse wiskundige en wijsgeer, geboren in Samos, leefde rond de 6e eeuw BC.Belangrijke natuurfilosoof. Volgens hem ligt aan alles wat bestaat een getal ten grondslag.
Rationalisme in de strikte zin
(Descartes)Denkwijze die alleen beroep wil doen op klare en duidelijke begrippen, vastgelegd in axioma's waaruit al de rest wordt gereduceerd.
Rationaliteit in de brede zin
Benaderingswijze van de wijsbegeerte is te omschrijven al het streven naar rationaliteit.
Rationaliteit in de enge zin
Benaderingswijze van de wijsbegeerte is te omschrijven al het streven naar rationaliteit.
Rationele theologie
= theodicee. Onderdeel van de bijzondere metafysica.Dit is de wijsgerige leer over god, waarin ondermeer problemen over het bestaan van God, zijn wezen, de godsbewijzen, enz. Werden bestudeerd.
Rationele staatsinrichting
Een geloof dat men met rede de wereld kan veranderen en verbeteren, met andere woorden, een geloof in vooruitgang.
Rationele kosmologie
Onderdeel van de bijzondere metafysica.Bestudeert de (basis)structuur van de wereld (de kosmos).
Rationele psychologie
Onderdeel van de bijzondere metafysica.De algemene leer over de mens. Men noemt dit 'psychologie' omdat men de ziel (psyche) als het meest essentiële deel van de mens beschouwde. Momenteel noemt men dit studiegebied liever 'wijsgerige antropologie'.
Res extensa
(Descartes)De ruimtelijke wereld en de hiermee samengaande ideeën, ons ingeprent door God en die mogelijk, maar niet gegarandeerd, de wereld op een adequate wijze uitdrukken. Ze volstaan echter om de wereld te begrijpen.
Religieuze vervreemding (Marx)
De mens is lid van een bepaalde maatschappij en deze maatschappij brengt godsdienst voort als een verkeerd wereldbewustzijn omdat zij een verkeerde wereld is.
Relativisme op ethisch vlak
Er bestaan geen absolute morele normen. Normensystemen worden bepaald door opvoeding, cultuur, fysiologische behoeften,… en aangezien elke persoon door zijn eigen factoren bepaald wordt, is er geen algemeen criterium om absolute normen op te stellen.
Relativisme op cognitief vlak
Er is geen absolute kennis mogelijk. Aangezien kernactiviteiten behoren tot het menselijk gedrag en dat dit bepaald wordt door allerlei factoren, is er geen mogelijkheid om vanuit een 'absoluut' ongedetermineerd standpunt kennis te verwerven.
Relativisme
Geïntroduceerd door de sofisten.Men zoekt naar methodes om andere mensen zo efficiënt mogelijk te overhalen. De opinie die het meest succes blijkt te hebben, wordt boven de waarheid verkozen.
Reformisme
= sociaal-democratie, revisionisme, nieuwe vorm van socialisme. Men moet de Marxistische doctrine herzien omdat de hierin aangekondigde gebeurtenissen zich niet voordeden. Invloed van morele, niet-economische factoren in de sociale ontwikkeling wordt bekl
Redelijke ziel
Goddelijk en onsterfelijk, afkomstig uit de Vormenwereld en verblijft tijdelijk in het menselijk lichaam. De ziel heeft kennis genomen van de volmaakte Vormen waardoor ze in staat is deze te vergelijken met de 'afspiegelingen' in de realiteit. Dit maakt dat de mens in staat is classificaties te maken o.a. tussen mooi en lelijk, goed en kwaad…
Reactionair
Wijst op een nog extremere vorm van Conservatisme: terugkeer naar het Ancien Regime en reactie tegen elke vernieuwing.
Revolutionair
De meer platonisch gerichte filosofen zijn ervan overtuigd dat men een ontwerp van een ideale maatschappij kan maken, waar ook een hogere moraliteit zou gerealiseerd zou zijn. Bovendien stellen ze dat wij met alle middelen ernaar moeten streven om deze goede maatschappijvorm te realiseren. Deze richting is revolutionair.
Riten
Stereotiepe handelingen of uitspraken die men gebruikt om bepaalde doeleinden (reinigen van bezoedeling, om moeilijkheden te overwinnen, …) te realiseren, steunend op wetmatigheden die volgens de rationeel denkende mens totaal onbestaand zijn. De stereotiepe handelingen noemt men veelal riten, de formules bezweringen. Maar deze worden in ook nog in een bredere context gebruikt, men kan 3 functies onderscheiden: (1) afweermagie (gevaar gepaard met taboe-overtreding afwenden), (2) productieve magie (menselijke noden bevredigen), (3) destructieve magie (kwaad berokkenen aan de vijand) (2) en (3) = tovenarij, witte en zwarte magie
Scepticisme
De opvatting dat er geen enkele methode is om met zekerheid tot kennis te komen, dat men ook met het denken niet kan ontsnappen aan de onveiligheid van het bestaan. Er bestaan geen positieve zekerheden, of 'dogmata'. Op moreel gebied volgt hieruit een soepel nastreven van doeleinden waarvan de realisatie 'propabel' is, met als einddoel een epicuristische ataraxie.
Solipsisme
De opvatting dat het enige wat bestaat de eigen geest is en dat al het overige dat men meent waar te nemen door de 'geest' wordt uitgevonden. Er bestaan geen externe objecten die men zou kunnen ervaren, enkel de ervaring van voorstellingen die men heeft van zogenaamde externe objecten. Dit geldt ook voor het bestaan van andere mensen of subjecten. Ook zij zijn slechts een mentale constructie.
Sofisten
5e eeuw BC. Introduceren het relativisme.Waren rondreizende leraars die aan de rationele denkwijzen een praktische toepassing gaven.
Socrates
Geboren in Athene omstreeks 470 v.c.Was beïnvloed door de kritische denkwijzen van de natuurfilosofen en de sofisten, maar aanvaarde het relativisme niet. Volgens hem bestaat de waarheid en het goede ongeacht wat mensen zeggen of denken.
Sociologisch relativisme
Opvattingen van een individu worden in sterke mate bepaald door de sociale groep of klasse waartoe hij behoort.
Sociologie
De studie van algemene eigenschappen van de maatschappelijke instellingen en de gedragspatronen van grote groepen van mensen.
Socialistische maatschappij
Een maatschappij waarin alle productiemiddelen in handen zijn van de staat.
Socialisme
Socialistische maatschappijorganisatie. De productiemiddelen worden beheerd door de staat.
Stoïcisme
Het zoeken naar inwendige vrede en het vinden van geluk door zich door redelijk inzicht te onderwerpen aan de wetten van de kosmos met als einddoel onberoerd te zijn, een toestand van 'apatheia' te bereiken.
Sterrenkunde
De studie van de bewegingen van de hemellichamen. Onder het Platonisme (overtuigd van de perfectie van de Vormenwereld) veronderstelde men dat deze bewegingen cirkelvormig moesten zijn.
Statica
Theorie van balansen en hefbomen.
Substantie
(Spinoza)De definitie van God, die beschouwd wordt als het centrum van de wereld en als uitgangspunt van het axiomastelsel. Hij de grondslag van de werkelijkheid en het inzicht in God is de grondslag van ons denken, de bron van alle werkelijkheid.
Tabula rasa
De ziel beschikt niet over aangeboren intuïties. Onze ziel bij de geboorte: een gladgestreken wastafeltje waarin gedurende ons leven onze indrukken en ervaringen worden ingegrift.
Taboe
Houdt het handelen binnen veilige perken. Met deze Polynesische term worden objecten die men niet mag aanraken of handelingen die men niet mag stellen aangeduid.Het zijn meestal die objecten die door hun associatie met gevaar of door hun vreemd en uitzonderlijk karakter onrust of angst opwekken. En deze handelingen tasten de basisstructuren van de maatschappij aan.Het contact met de taboe wordt gezien als een bezoedeling, een vorm van onreinheid.
Teleologie
De opvatting dat de wereld, en de afzonderlijke dingen erin, slechts kan worden verklaard door het doel aan te wijzen waarnaar alles streeft. Hieruit volgt dat de doeleinden van de dingen in feite aan de oorsprong liggen van het bestaan, die een stuwkracht veroorzaken naar een meer volmaakte realisatie.
Thomas Hobbes
(1588-1679) Behoort reeds tot de eigenlijke moderne filosofen. Radicaliseerde de seculariserende tendens in die mate dat hij zijn staatsconceptie baseert op een mechanistische mensvisie. Hij was sterk onder de indruk van Galilei's werk zodat hij alle verschijnselen, inclusief het handelen, het bewustzijn en de perceptie van de mens wou verklaren in termen van de beweging van de materie. Ook de werking van de menselijke geest kan volgens Hobbes worden vergeleken met een machine die voortdurend beweegt. Hieruit volgt dat hij één van de eerste moderne filosofen was men een materialistisch en mechanistisch mens- en wereldbeeld. In 1651 verschijnt 'Leviathan'. Hij ziet de maatschappij als een systeem waarin de mechanische wetten van Galilei werkzaam zijn en waarin hij de absolutistisch conceptie als de best functionerende beschouwt, rekening houdend met het ongebreideld egoïsme van de individuele mens als hij aan zichzelf wordt overgelaten. De situatie van 'allen tegen allen' (natuurstaat) kan slechts voorkomen worden door contracten af te sluiten en om deze te behouden is een sterke en machtige autoriteit nodig, vandaar zijn pleidooi voor een absoluut heerser. Deze ontleent zijn macht aan het volk, dat zijn macht aan hem afstaat uit eigenbelang. Immers dreigt de maatschappij zonder een 'Leviathan' ten onder te gaan aan chaos, veroorzaakt door het egoïsme van de mensen. Liever dan daarvan het slachtoffer te zijn, verkiest de bevolking om onder het bewind van een tiran te leven die ze zelf aan de macht heeft gebracht.
Théodicée (Leibniz)
Gepubliceerd in 1710. Omschrijft Leibniz' opvatting dat God de best mogelijke der werelden heeft geschapen. Dit betekent dat hij de keuze had uit een oneindig aantal 'modellen' en hieruit de beste gekozen heeft, wat maakt dat hij algoed moet zijn. Het feit dat hij de wereld heeft geschapen toont aan dat hij almachtig is, dat hij alwetend is, blijkt uit de keuze om de beste der mogelijke werelden te scheppen. De wereld kan sowieso niet volmaakt zijn, dan zou ze immers gelijk zijn aan God. Toch is ze vrij volmaakt aangezien er vrije wil bestaat, maar de aanwezigheid van vrijheid brengt ook het kwaad met zich mee.
Thales van Milete
Eerste Griekse wiskundige en wijsgeer, rond zesde eeuw BC.Enkele bewijzen en stellingen i.v.m. driehoeken en cirkels.Belangrijk natuurfilosoof. Streefde naar een theorie over de wereld die vatbaar was voor argumentatie. Hij begreep dat de werkelijkheid voortdurend veranderd.
Transcedentaal uitgangspunt
Uitgangspunt dat absoluut zeker is, omdat het als noodzakelijke voorwaarde moet beschouwd worden voor elke vorm van denken.
Traditionalisten
=Franse conservatieven (de Maistre, de Bonald): verklaren dat de Revolutie een aantasting is van de maatschappijordening die door God ingericht is. Ze willen terugkeren tot het katholieke regime van voor de Revolutie, reageren tegen elke vernieuwing en wo
Uitverkiezing
De leden van de groep kunnen ervan overtuigd zijn dat ze een opart statuut van 'uitverkorenen' hebben.
Uitbuitings- of exploitatietheorie (Marx)
Het tijdelijk tegengaan van een daling van de winstmarge, veroorzaakt doordat de kapitalist de meerwaarde realiseert op de rug van de arbeider en de aanbreng hiervan proportioneel gezien geringer wordt, door een verhoogde uitbuiting (vb. tewerkstelling van vrouwen en kinderen, het in gevaar brengen van het levensonderhoud zelf).
Universaliteitaanspraak
Mythen waren verbonden aan een volk, de openbaringsgodsdiensten richten zich tot alle mensen.
Verlossingsgodsdienst
Of openbaringsgodsdienst
Verlossing
Openbaringsgodsdiensten vertrekken van het standpunt dat de mens zich in een droevige conditie bevindt op deze aarde. Het toetreden tot de godsdienst biedt dan de mogelijkheid om aan de zonde en de ellende te ontkomen = verlossing.