WikiWijs lesmateriaal - Nederlands

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Taal en literatuur > Nederlandse basiswoorden
Datum & Land: 20/08/2022, NL
Woorden: 145


Patiënt
Een patiënt is ziek. Hij moet onderzocht en verzorgd worden.

Per Ongeluk
Als je iets per ongeluk doet, dan doe je het niet expres. Je kan er niets aan doen.

Populair
Iemand die populair is, is geliefd. Als je populair bent, vindt iedereen je aardig.

Positief
Als je positieve opmerkingen maakt, dan zeg je vooral iets van de dingen die goed gaan.

Recept
In een kookboek staan recepten. Je kunt daarin lezen hoe je iets moet klaarmaken.

Resultaat
Als je iets af hebt en het is gelukt, dan heb je een goed resultaat.

Richting
De richting die je uitgaat is de kant die je opgaat.

Roddelen
Roddelen betekent slechte dingen over iemand rondvertellen. Degene over wie je praat is er zelf nooit bij.

Smakelijk
Smakelijk betekent dat iets lekker smaakt.

Smoes
Een smoes is een leugentje dat je vertelt als je iets verkeerd gedaan hebt en je niet wil dat dit uitkomt.

Sneltrein/Intercity
Een sneltrein of Intercity is een trein die alleen op de grotere stations stopt.

Spoor
Het spoor is waar de trein op rijdt en het is de plek waar je in en uit de trein kunt stappen.

Spreekkamer
De spreekkamer van de dokter is de kamer waarin de dokter zit.

Spreekuur
De dokter heeft op een vaste tijd van de dag spreekuur, bijvoorbeeld van 8.00 tot 9.00 uur. Als je je niet lekker voelt, dan kun je tijdens het spreekuur naar de dokter gaan.

Stoptrein
Een stoptrein stopt op alle stations waar hij langs rijdt.

Storen
Als je iemand stoort dan onderbreek je hem in zijn werk of in een gesprek.

Technisch
Technisch wordt gezegd van mensen of dingen die met techniek te maken hebben.

Tegen een grapje kunnen
Als je tegen een grapje kunt, dan kun je er om lachen als iemand een geintje met je uithaalt. Als je niet tegen een grapje kunt, dan word je boos als iemand een geintje met je uithaalt.

Tegenhouden
Wanneer je iets tegenhoudt, dan probeer je het te stoppen.

Tegenover
Tegenover betekent: aan de andere kant.

Tekeer gaan
Als iemand tegen je tekeer gaat, schreeuwt en scheldt hij tegen je.

Teleurstelling
Een teleurstelling is iets wat tegenvalt.

Terechtkomen
Als je ergens terechtkomt, dan kom je op die plaats.

Tevreden
Wanneer je tevreden bent, gaat het zoals je wilt.

Toegeven
Iets toegeven betekent, dat je eerlijk zegt dat het zo is.

Trots
Je kunt trots zijn op jezelf als je vindt dat je iets heel goed hebt gedaan of als je ergens heel goed je best voor hebt gedaan.

Uiterlijk
Het uiterlijk van iemand is hoe iemand er uit ziet. Welke kleding hij draagt, zijn gewicht, lengte, kleur ogen en haar.

Uitproberen
Uitproberen is iets doen om te kijken of het je lukt of iets doen om te kijken of je het leuk vindt.

Uitslag
De uitslag van een wedstrijd, examen of onderzoek is de afloop ervan.

Uitstekend
Wanneer iemand iets uitstekend vindt, dan vindt hij het heel erg goed.

Verdedigen
Iemand die zich verdedigt, probeert zich te beschermen. Ook bij sport kun je verdedigen. Bij een voetbalwedstrijd verdedigt de keeper het doel.

Verdwijnen
Iemand die verdwijnt, gaat weg en is niet meer te zien. Ook dingen kunnen verdwijnen.

Verlaten
Iets of iemand verlaten betekent van iets of iemand weggaan.

Verschillend
Verschillend betekent dat twee dingen niet hetzelfde zijn.

Verwachten
Als je iets verwacht, dan reken je er op dat het zal gaan gebeuren. Als je iemand verwacht, dan reken je erop dat hij komt.

Verwennen
Als je iemand verwend, dan geef je die allemaal lekkere of leuke dingen en je bent heel lief tegen die persoon.

Verzinnen
Iets verzinnen is iets bedenken. Als je te laat thuis komt dan verzin je een goede smoes.

Verzorgd
Iemand die er verzorgd uitziet, ziet er schoon en netjes uit.

Voor (laten) gaan
Als je iemand voor laat gaan, mag iemand die na jou is, nu voor jou gaan.

Voorbeeld
Een voorbeeld is iets dat je gebruikt om na te maken of na te doen.

Voordringen
Als je voordringt, duw je mensen opzij en wil je zelf vooraan komen te staan.

Vooruitgaan
Vooruitgaan betekent dat je steeds beter wordt in de dingen die je doet.

Vriendschap
Als je vriendschap met iemand sluit, worden jullie vrienden of vriendinnen.

Zelfstandig
Als je iets zelfstandig kunt, heb je er geen hulp van anderen bij nodig.

Zenuwachtig
Als je zenuwachtig bent, voel je je bang omdat je het gevoel hebt dat iets verkeerd kan aflopen.