WV Terheijden - Wielertaal

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Sport, welzijn en vrije tijd > Wielrennen
Datum & Land: 25/08/2022, NL
Woorden: 466


la Doyenne
koosnaam voor Luik-Bastenaken-Luik

la grande boucle
bijnaam voor de Tour de France

lanceerbocht
bocht met verkanting in de verkeerde richting

lanceren
op volle snelheid helpen komen gelanceerd zijn: op volle snelheid fietsen

lantaarn
de rode lantaarn: (figuurlijk, sportterm) de laatste positie (in een klassement, peloton) met de rode lantaarn vertrekken

la trompette
doping

leegrijden
zich helemaal geven, zich helemaal uitputten leeggereden kwam hij over de finish hij heeft zich in deze etappe helemaal leeggereden zij was leeggereden

leiderstrui
trui van een bepaalde kleur die de leider in het alg. klassement van een in etappes verreden (nationale) ronde draagt

le pedaleur de charme
een stilist

linkebal
wieltjesplakker

linkeballen
plakken weigeren kopwerk te doen

lopende col
col waar men vlot overheen fietst, meestal gewoon lang en steil

lossen
de aansluiting bij een groep renners verliezen; het tempo niet kunnen volgen

lucht pompen
de tank is leeg, hij pompt lucht; zie ook: 'hongerklop'

luitenant
helper van de kopman

macht
op macht fietsen, klimmen: (met een grote versnelling fietsen en daardoor) zonder souplesse en dus veel inspanning vergend

maestro
benaming voor een oudere, ervaren renner

malen
trappen

massaspurt
spurt van een grote groep renners, van het hele peloton

meesterknecht
voornaamste knecht van een kopman

meet
eindstreep, finish. hij kwam als eerste over de meet

meneren
op kop gaan rijden in de sprint

Merckxiaans
op de wijze van Eddy Merckx: zonder enige tegenspraak de beste zijn - op overtuigende wijze een zege behalen

mes
een groot mes opzetten, het grote mes erop zetten: met een grote versnelling rijden

met de punt in 't hol
alles geven, dan schuif je sowieso op de punt van je zadel

met groot licht rijden
oude uitdrukking voor gedrogeerd (met doping) fietsen

met het hol open rijden
het gaat erg hard en iedereen moet volle bak rijden

meute
peloton

misselijk rijden
afstopwerkzaamheden verrichten aan de kop van het peloton

moeten passen
(bij een demarrage): niet met de tempoversnelling meekunnen

molen
buitenblad (grote molen, grote mes, grote plaat)

molshoop
colletje van de vierde categorie; ook wel 'pukkel' genoemd

mongolenwaaier
in de mongolenwaaier zitten = gelost en in de laatste groep zitten

monsterontsnapping
zeer lange ontsnapping

motard
gemotoriseerde verslaggever bij wielerwedstrijden

MTB
mountainbike

musette
etenszak die bij de verzorging in vliegende vaart meegegrist kan worden

naaf
cilindervormig middenstuk van een fietswiel waar de as doorheen gaat

naar de andere kant van de wolken gaan
nauwelijks verder kunnen, 'er helemaal doorheen zitten'

najaarsklassieker
klassieker die in het najaar gehouden wordt

neerstrijken op
wordt gezegd van het peloton wanneer het een ontsnapte renner of kopgroep inhaalt

neo
een renner onder de 23 jaar

neus
winnen met de vingers in de neus: met het grootste gemak

niet op de foto staan
in de sprint op enkele meters eindigen

nieuweling
wielrenner van de leeftijdscategorie van veertien tot zestien jaar

NWB
Nederlandse Wielrijdersbond

omloop
rondrit, criterium

omnium, omniumwedstrijd
wedstrijd waarin renners deelnemen aan de versch. takken van de wielrensport, waarbij de eindklassering berust op de som van de prestaties in elk van die onderdelen

onafhankelijke
wielrenner die geen prof is, maar wel geldprijzen mag aannemen (tussen prof en amateur in)

onderdoor steken
naast degenen voor je gaan fietsen en dan de binnenbocht nemen

ontsnappen, ontsnapping
zich uit een groep losmaken en een voorsprong nemen

oortje
apparaat voor de verbinding met de ploegleider in de volgauto

op kousevoeten weg rijden
langzaam bij de concurrenten weg rijden

oprapen
tijdens een beklimming de renners die voor je rijden één voor één inhalen

optrekken
na een bocht opnieuw snelheid maken

op het kantje
(rijden) de laatste nog berijdbare strook van de weg, voor de berm begint

op de kant zetten
bij zijwind het peloton zo'n formatie opdringen dat de achtersten niet meer optimaal uit de wind kunnen rijden en moeten lossen, zodat waaiers ontstaan

oranje
trui van de leider van het klassement van de Ronde van Nederland

ordonnans
het jurylid op de motorfiets die de nummers van de kopgroep kan opnemen

ossenkopstuur
stuur van een racefiets met twee naar boven gekromde uiteinden (triathlonstuur)

overnemen
een renner die op kop rijdt en de verzuring ingaat wil op dat moment afgelost worden, vaak wordt dat aangegeven door de elleboog uit te steken

pakhaas
een renner die doping gebruikt

palmares
lijst van de belangrijkste uitslagen die een renner heeft behaald

pannenkoek
Rijden als een pannenkoek, een slecht coureur een renner die er niet veel van bakt

pap
pap in de benen hebben: een slap gevoel in de benen

parkeren
nauwelijks nog vooruit kunnen

patat
een patat krijgen= figuurlijk een klap krijgen, achterstand oplopen

patattencoureur
slechte renner

pedaalas
de as waar het pedaal van de fiets omheen draait

pedaalliefde
de liefde van een renner voor zijn sport en alles wat daarmee samenhangt, bijvoorbeeld het trainen, het materiaal, het voedsel

pedaalridder
(schertsend) wielrenner

peloton
groep renners die in een wedstrijd bij elkaar rijden

peren
vreselijk afzien

piste
renbaan voor wielerwedstrijden

pistier
baanrenner

pielverzet
(piemelverzetje) een klein verzet zodat met een hoog beentempo gereden wordt

pignon
achtertandwiel, kamrad van een fiets

pinkers aanzetten
knie naar buuiten steken voor een bocht

plaat
grootste tandwiel aan de trapas

plakken
aan iemand blijven plakken: steeds in zijn wiel blijven

plakker
renner die uit angst gelost te worden weinig of geen kopwerk doet

plaktafel
massagetafel

plankje
modern gevormd zadel met vlakke bovenkant

plat
een platte band: een lekke band plat vallen, rijden: een lekke band krijgen vals plat: stuk weg dat vlak lijkt, maar toch een lichte stijging heeft

platgooien
in een bocht de fiets zodanig sturen, waardoor deze ongeveer een hoek van 45 graden maakt

platrijder
mountainbiker die slecht is in technische stukken

ploegleider
leider van een wielerploeg

ploegenspel
de tactiek die een wielerploeg uitvoert

pothelm
volledig gesloten helm

pot belge
cocktail met onder andere cocaïne

poten
wielrenners hebben het behalve over hun benen ook vaak over hun poten

praten
het maken van een deal tussen renners tijdens de koers, wie gaat voor het klassement en wie voor de etappezege gaat bijvoorbeeld

premiesprint
sprint waarmee een geldpremie is te verdienen

prijs rijden
bij de eersten eindigen

profrenner
beroepsrijder

profstal
ploeg wielerprofs gesponsord door een bedrijf

proloog
korte eerste etappe van een wielerronde

puinbakken
verschrikkelijk slecht rijden

pukkel
colletje van de vierde categorie. Ook wel molshoop.

putjesrijder
iemand die het rijden over kasseien niet schuwt