Morningstar woordenboek

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën > Beleggen
Datum & Land: 26/08/2022, NL
Woorden: 239


Splitsing
Een stock split of splitsing vindt plaats wanneer een onderneming het aantal uitstaande aandelen verhoogt, zonder de eigendomsverhoudingen te wijzigen. De koers van een aandeel wordt lager, waardoor ook kleinere beleggers de eerder hooggeprijsde aandelen kunnen kopen. Een aandeel dat bijvoorbeeld EUR 250 kost, kan worden gesplitst in 10 aandelen die dan ieder EUR 25 noteren. Een split kan zowel bij een gewoon aandeel als bij een beleggingsfonds plaatsvinden. In het laatste geval zal de belegger meer aandelen van een beleggingsfonds in bezit krijgen die dezelfde waarde vertegenwoordigen als voor de splitsing.

Stock dividend
Dividend uitgekeerd in aandelen.

Stijl
De term stijl wordt vaak gebruikt om een beleggingsaanpak te karakteriseren. Morningstar refereert vaak aan beleggingsstijl in de context van een waarde-aanpak of een groeiaanpak.

Standaarddeviatie
De standaarddeviatie is een statistische maatstaf die de spreiding rondom een gemiddelde meet. De standaarddeviatie voor een fonds geeft weer hoe rendementen in een bepaalde periode van elkaar varieerden. Beleggers gebruiken de standaarddeviatie over een bepaalde periode als maatstaf voor risico die vervolgens weer gebruikt kan worden om te voorspellen in welke range toekomstige rendementen waarschijnlijk zullen voorkomen. Wanneer een fonds een hoge standaarddeviatie heeft, is de voorspelde range breder, wat een hogere volatiliteit impliceert. De standaarddeviatie kan gebruikt worden om het risico van een bepaald fonds te meten. Voor het meten van het risico van een portefeuille van meerdere fondsen is de standaarddeviatie minder geschikt omdat de standaarddeviatie van een portefeuille niet alleen afhangt van de standaarddeviatie van de onderdelen van de portefeuille, maar ook van de correlatie tussen de fondsrendementen. Als rendementen van een fonds een normale verdeling kennen, dan zal het rendement in ongeveer 68% van de gevallen binnen één standaarddeviatie van het gemiddelde vallen. In 95% van de gevallen valt het rendement binnen de bandbreedte die wordt gevormd door twee standaarddeviaties bij het gemiddelde rendement op te tellen en af te trekken.

Surséance
Surséance van betaling wordt door een rechter aan een bedrijf verleend indien het tijdelijk niet aan zijn verplichtingen jegens debiteuren kan voldoen. Tijdens de periode van uitstel kunnen crediteuren geen faillissement aanvragen.

Switch fee
Kosten die in rekening worden gebracht (in plaats van reguliere aan- en verkoopkosten) wanneer men overstapt van het ene naar het andere fonds binnen een fondsfamilie.

Switchen
Switchen is het overbrengen van geld in het ene fonds van een fondsaanbieder naar een andere fonds van dezelfde aanbieder.

Telecommunicatie
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die voorzien in communicatiediensten en daarbij vaste of draadloze netwerken gebruiken en of diensten op dit gebied aanbieden. Vorobeelden zijn Swisscom, Vodafone en Telefonica.

The City
De City staat ook bekend als de Square Mile. De City is het hart van het financiële district in Londen.

Tijgers
De Tijgers of de vier Tijgers zijn Hongkong, Singapore, Taiwan en Zuid-Korea.

Totaal rendement
De total return of (totaal) rendement is de procentuele totale opbrengst op een belegging over een bepaalde periode en bestaat uit de som van koerswinst en uitgekeerde dividenden. De total return moet niet worden verward met het dividendrendement.

Tracker
Trackers of ETF's zijn geen traditionele beleggingsfondsen; ze combineren aspecten van beleggingsfondsen met indices en bieden van beiden de voordelen. Men zou ETF's indexaandelen kunnen noemen. Sinds begin 2001 worden ETF's verhandeld op de Amsterdamse beurs (onder andere I-shares). De ETF's of trackeraandelen volgen zeer nauwkeurig een index en worden net als een indexfonds passief gemanaged. ETF's worden via een gewone commissionair of broker op de beurs aangekocht tegen de reguliere tarieven die gelden voor aandelentransacties.

Tracker fund
Een tracker fund is een fonds dat een bepaalde index volgt en probeert hetzelfde rendement te behalen als deze index. De fondsmanager bestudeert de samenstelling en veranderingen van de index om deze nauwkeurig te volgen. Wordt ook vaak indexfonds genoemd.

Tracking error
De tracking error is een maatstaf die meet hoe dicht een fondsmanager bij zijn benchmarkindex blijft. Als fonds A een tracking error heeft van 2% en fonds B een tracking error van 4% dan betekent dit dat fonds B zich grotere vrijheden heeft gepermitteerd ten opzichte van zijn benchmarkindex dan fonds A. De portefeuille van fonds A lijkt meer op de benchmark dan de portefeuille van fonds B. Een tracking error van 0% betekent dat een fonds de index precies volgt.

UCITS
UCITS staat for Undertakings for Collective Investment in Transferable Securities. De term refereert aan een richtlijn van de Europese Unie, die vaststelt waaraan een in de EU gevestigd fonds moet voldoen om verkocht te mogen worden in alle EU landen. De UCITS richtlijn heeft als doel beleggingsrichtlijnen in Europa te vereenvoudigen en beleggers meer bescherming te bieden. In Nederland wordt UCITS ook wel ICBE genoemd.

Unit-linked
Unit-linked betekent gekoppeld aan een (pensioen)verzekering. Unit-linked beleggingsfondsen zijn alleen toegankelijk via deelname in producten als een beleggingshypotheek, koopsompolis en pensioenverzekeringen.

Vastrentend fonds
Een vastrentend fonds is een fonds dat belegt in effecten die op een reguliere basis vaste inkomsten genereren, meestal obligaties, geldmarktinstrumenten of preferente aandelen.

Vermogensstructuur
De vermogensstructuur is de wijze waarop een onderneming is gefinancierd door investeerders. De meest basale kwestie bij het aantrekken van vermogen is de keuze tussen eigen vermogen (aandelen) of vreemd vermogen (obligaties). De verhouding tussen vreemd vermogen en het totale vermogen, de debt ratio, is het meeste gebruikte kengetal voor het weergeven van de vermogensstructuur.

Vermogensbeheer
Vermogensbeheer, ook wel asset management is de algemene term voor het beheren van een portefeuille van een groep assets, zoals aandelen, obligaties of kas.

Verkoopkosten
Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.

Vlaggenschip
Het vlaggenschip is meestal het oudste fonds van een fondsaanbieder of het fonds dat zeer veel vermogen heeft aangetrokken. Zulke fondsen dragen vaak de naam van de vermogensbeheerder.

Voortschrijdende rendementen
Het voortschrijdend rendement geeft de beleggingsopbrengsten (total return) over recente periodes weer. Die periode kan een jaar, maand, week of dag zijn. Op 14 maart bijvoorbeeld beslaat het 1-jaars voortschrijdend rendement een periode van 15 maart 2000 tot 14 maart 2001. Het 1-week voortschrijdend rendement geeft op die dag de opbrengst over de periode van 8 tot 14 maart 2001 weer.

Volatiliteit
Volatiliteit is de geobserveerde mate van beweeglijkheid in de koers van een effect. De standaarddeviatie is de meest gebruikte maatstaf om volatiliteit te meten. Volatiliteit en standaarddeviatie worden gebruikt als indicatie van het risico van een belegging. (Zie Standaarddeviatie.)

Waarde
Waarde is een karakterisering voor een beleggingsaanpak waarbij de belegger ondergewaardeerde aandelen koopt.

Wereldwijd fonds
Een wereldwijd fonds belegt in internationale aandelen of obligaties.

Winst
De (netto)winst of earnings van een onderneming zijn het inkomen van een onderneming gedurende een bepaalde periode. De nettowinst wordt berekend door van de omzet, de operationele kosten, afschrijvingen, belasting en andere kosten af te trekken.

Winst per aandeel
De Winst per Aandeel (WPA) of Earnings per Share (EPS) is de totale winst van een onderneming gedeeld door het aantal uitstaande aandelen. De WPA geeft de winstgevendheid van een onderneming weer, gezien door de ogen van een aandeelhouder. De WPA wordt gebruikt om de Koerswinstverhouding (K/W) of P/E te berekenen.

Year to Date
Year to Date (YTD) betekent in het Nederlands: vanaf vorig jaareinde. Onder YTD vindt u dus het rendement van een beleggingsfonds vanaf de laatste jaarwisseling. Het geeft antwoord op de vraag hoe het fonds tot nu toe in het lopende jaar heeft gepresteerd.

Yield
Yield is het uitbetaalde inkomen uit een belegging uitgedrukt als een percentage. De uitbetaalde inkomsten kunnen bestaan uit dividend of rente. In het geval van een uitgekeerd dividend, wordt er ook gesproken van dividendrendement. Yield moet niet worden verward met Total Return.

Yield curve
De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over een korte termijn.

Yield to Maturity
Yield to Maturity is het (effectief) rendement op een obligatiebelegging als deze tot het einde van de looptijd wordt aangehouden.

YTD
YTD is de afkorting voor Year to Date en betekent in het Nederlands: vanaf vorig jaareinde. Onder YTD vindt u dus het rendement van een beleggingsfonds vanaf de laatste jaarwisseling. Het geeft antwoord op de vraag hoe het fonds tot nu toe in het lopende jaar heeft gepresteerd.

Zakelijke Dienstverlening
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in adverteerders, drukkers, uitgevers, zakelijke ondersteuning, consultants, uitzendbureau’s, constructie, zakelijke bouw, afvalmanagement, distributie en transport. Voorbeelden zijn Bouygues, WPP en Easyjet.

Zero coupon obligatie
Een zero coupon obligatie is een obligatie die wordt uitgegeven tegen een koers die ver onder het uiteindelijke aflossingsbedrag ligt doordat de obligatie geen couponnen (rente) uitbetaalt tijdens zijn looptijd. Een zero coupon obligatie kan bijvoorbeeld uitgegeven worden tegen EUR 900, terwijl de hoofdsom EUR 1000 is.

G7
(Groep van Zeven) De G7 zijn de zeven leidende industriële landen, van wie de ministers van Financiën elkaar ontmoeten om economische en politieke onderwerpen te bespreken die van belang zijn voor de Groep van Zeven. De G7 bestaat uit de VK, de VS, Canada, Japan, Duitsland, Frankrijk en Italië. Rusland hoort bij de G8.

P/B
P/B, Price-to-Book, is een financieel kengetal dat wordt berekend door de koers van een aandeel te delen door de boekwaarde van een onderneming (eveneens gemeten per aandeel). Deze ratio vergelijkt de marktwaarde van een onderneming met de boekwaarde. Voor een onderneming die bijvoorbeeld verhandeld wordt tegen een koers die enkele malen hoger is dan de boekwaarde, wordt door beleggers een groei verwacht, die in de toekomst de boekwaarde zal verhogen. Een lage P/B duidt er meestal op dat beleggers denken dat bepaalde bedrijfsonderdelen te hoog gewaardeerd worden op de balans van de onderneming.

P/CF
P/CF, staat voor Price-to-Cash Flow, en is een financieel kengetal welke wordt berekend door de koers van een aandeel te delen door de cash flow per aandeel, waar de cash flow grofweg gesproken de winst plus afschrijving is. Een P/CF van 10 indiceert bijvoorbeeld dat tegenover iedere euro die een onderneming binnenkomt, de aandelenkoers tienmaal zo hoog is. Wat redelijke en normale P/CF verhoudingen zijn, verschilt van sector tot sector. In kapitaalintensieve sectoren ligt de P/CF verhouding doorgaans een stuk lager dan in minder kapitaalintensieve sectoren zoals software.

R-kwadraat
De R-kwadraat is dat gedeelte in het rendement van een fonds dat verklaard kan worden door bewegingen in zijn benchmarkindex. Een R-kwadraat van 1 indiceert dat alle bewegingen in de index gevolgd worden door bewegingen in het rendement van het fonds. Als een fonds alleen in indexaandelen belegt, zal het meestal een R-kwadraat dicht bij 1 kennen. Als een R-kwadraat omgekeerd laag is, betekent dit dat slechts een klein gedeelte van het rendement van een fonds wordt verklaard door de index. R-kwadraat wordt ook wel gebruikt in combinatie met beta. Een hoge R-kwadraat geeft aan dat de Beta betrouwbaar is. Een minder hoge R-kwadraat impliceert een insignificante beta.

S&P 500
De S&P 500 is een index die bestaat uit 500 grote en meestal kredietwaardige ondernemingen uit de VS.