Morningstar woordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën > Beleggen
Datum & Land: 26/08/2022, NL
Woorden: 239
FTSE 100
De FTSE 100, begonnen in 1984, is een index die bestaat uit de 100 grootste ondernemingen qua marktkapitalisatie van de LSE. De FTSE 100 heeft de FT 30 vervangen als meest gebruikte index op de beurs van Londen.
FTSE 250
De FTSE 250, begonnen in 1992, is de index van de 250 grootste ondernemingen van de Londense beurs qua marktkapitalisatie direct na de FTSE 100.
FTSE 350
De FTSE 350-index is een combinatie van de FTSE 100 en de FTSE 250.
FTSE All Share Index
De FTSE All Share-index bestaat uit de 900 grootste ondernemingen van de London Stock Exchange.
Fund of Funds, Multi manager fonds
Een fund of funds of multimanager fund is een fonds dat gespecialiseerd is in het kopen van aandelen in andere beleggingsfondsen en niet belegt in individuele aandelen.
Gamma
Gamma is een optieterm en geeft aan in welke mate de delta van een optie verandert ten gevolge van de koersverandering van de onderliggende waarde.
GDR
(Global Depositary Receipt) Een GDR is vergelijkbaar met een ADR. Een GDR is een certificaat dat bij een bank wordt aangehouden en dat een aantal aandelen in een buitenlands bedrijf vertegenwoordigt. In sommige landen moeten buitenlandse bedrijven GDR's uitgeven als zij op de locale beurs een notering willen.
Gemiddelde marktkapitalisatie
De Gemiddelde marktkapitalisatie geeft de marktkapitalisatie van dat aandeel in de portefeuille waarbij de helft van het totaal aantal aandelen in de portefeuille een grotere marktkapitalisatie heeft, en de ander helft een kleinere marktkapitalisatie heeft. Het geeft een indruk of de 'gemiddelde' positie in een portefeuille bestaat uit een aandeel met een hoge dan wel lage marktkapitalisatie. Het wordt weergegeven in miljoenen dollars.
Gemiddelde
Het gemiddelde laat de gemiddelde waarde zien van de verschillende gegevens van de fondsen die voldoen aan uw zoekcriteria. De gegevens kunnen managementkosten, alle beschikbare rendementen (1 dag, 1 jaar, 3 jaar enz.), de Morningstar ratings, de Style Box of de standaarddeviatie zijn U kan per fondsgroep of per sector zoeken, maar ook door middel van een combinatie van beide. In de overzichten staan enkel de eerste 300 fondsen die voldoen aan uw criteria. Het gemiddelde wordt echter berekend met behulp van alle fondsen die aan de criteria voldoen
Gemiddeld rendement
Gemiddeld rendement is het gemiddelde jaarlijkse rendement van een fonds over de laatste drie jaar. In de sectie Rendement en Risico van de Quick take wordt deze berekend aan de hand van maandelijkse rendementen.
Geännualiseerd rendement
Een geännualiseerd rendement is een rendement dat over een bepaalde periode omgerekend wordt naar een periode van een jaar. Als fonds A bijvoorbeeld een rendement van 5% in zes maanden heeft, en fonds B een rendement van 4% in vier maanden, dan is het geannualiseerde rendement van Fonds A en B iets meer dan 10% respectievelijk iets meer dan 12%.
Gilts
Een gilt is een obligatie uitgegeven door de Britse overheid. Doordat een gilt wordt gegarandeerd door de overheid, is het in het algemeen één van de veiligste beleggingen in de VK.
Groei
Groei is een karakterisering van een beleggingsaanpak waarbij de belegger zich richt op aandelen van ondernemingen die een sterke groei doormaken.
Groeifonds
Een groeifonds is een fonds dat geen dividend uitkeert maar de inkomsten opnieuw belegt. In Nederland waren tot 1 januari 2001 rentegroeifondsen zeer populair omdat ze fiscale voordelen kenden. Bij buitenlandse fondsen duidt de Engelse term accumulation op een groeifonds.
Growth
Growth of Groei is een beleggingstrategie waarbij aandelen worden geselecteerd met een track record van hoge groeicijfers en waarbij het potentieel bestaat voor verdere stijging van omzet en of winst.
Growth & income fund
Een growth and income fonds is een fonds waar de fondsmanager die aandelen selecteert die zowel dividend uitkeren als ook groei op de lange termijn laten zien.
Hang Seng
De Hang Seng is de index met de 33 grootste aandelen op de aandelenmarkt van Hongkong.
Hardware
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in fabrikanten van computersystemen, communicatieapparatuur, halfgeleiders en componenten. Voorbeelden zijn Siemens, Cisco en Ericsson.
Hedge
Een hedge wordt gebruikt om bepaalde risico’s af te dekken. Men kan bijvoorbeeld een aandelenpakket afdekken op koersdalingen met putopties van dezelfde onderliggende waarde. De constructie die men hiervoor nodig heeft, heet een hedge.
Hedge fonds
Een hedge fonds is een beleggingsfonds dat als doel heeft goede rendementen te behalen door agressieve beleggingsstrategieën te gebruiken die doorgaans niet in 'normale' beleggingsfondsen worden gebruikt. Een hedge fonds kan gebruik maken van beleggen met geleend geld, short selling, derivaten, swaps en arbitrage. De strategie van een hedge fonds is doorgaans complex en alleen geschikt voor professionele en/of institutionele beleggers.
High yield fonds
Een high yield fonds is een obligatiefonds welke vooral belegt in obligaties met een lage kredietwaardigheid.
ICBE
ICBE staat for Instelling voor Collectieve Beleggingen in Effecten. De term refereert aan een richtlijn van de Europese Unie, die vaststelt waaraan een in de EU gevestigd fonds moet voldoen om verkocht te mogen worden in alle EU landen. De richtlijn heeft als doel beleggingsrichtlijnen in Europa te vereenvoudigen en beleggers meer bescherming te bieden. In Nederland wordt ICBE ook wel UCITS genoemd.
Institutionele belegger
Een institutionele belegger is een algemene term voor een organisatie die grote bedragen belegt. Vaak zijn deze middelen afkomstig van anderen. Voorbeelden van institutionele beleggers zijn pensioenfondsen, beleggingsfondsen en verzekeraars.
Inflatie
Inflatie is de procentuele toename van lonen en prijzen over een bepaalde periode, doorgaans een jaar. In Nederland wordt de inflatie gemeten door het CBS; de consumentenprijsindex.
Inland Revenue
The Inland Revenue (IR) is de Britse belastingdienst.
Industriële Materialen
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in vliegtuigbouw en defensie-industrie en ondernemingen die voorzien in chemicaliën, machines, bouwmaterialen en andere fabrieksgoederen. Voorbeelden zijn ABB, Air Liquide en EADS.
Index fonds
Een indexfonds is een fonds dat zo nauwkeurig mogelijk een bepaalde index volgt met als doel om hetzelfde rendement als deze index te behalen. De fondsmanager bestudeert de samenstelling van de index en veranderingen daarin nauwkeurig om de portefeuille van zijn fonds een zo goed mogelijke afspiegeling te laten zijn van de index.
Index
Een index is een verzameling effecten die zo is samengesteld dat ze een bepaald gedeelte van de markt representeert. Veel genoemde indices zijn de Dow Jones Industrial Average, de S&P 500 en de AEX-index. Veel fondsen kiezen ervoor om hun prestaties te evalueren aan de hand van een index (de benchmark).
IPO
Een IPO (Initial Public Offering) is het voor de eerste maal aanbieden van aandelen van een onderneming aan het publiek gepaard met een beursgang.
ISIN
De ISIN is een internationale code voor een effect dat een notering heeft op een beurs.
Italian Stock Exchange
(ISE) The Italiaanse beurs is het resultaat van het samengaan van de tien grootste beurzen in Italië in 1991. De beurs is gesitueerd in Milan. De belangrijkste indices zijn de MIB, de MIBTEL en de MIB 30.
Jaarverslag
Een jaarverslag is een document dat een beleggingsfonds jaarlijks moet opstellen. Het verslag laat zien hoe het fonds zijn middelen heeft belegd, en geeft inzicht in de financiële stand van zaken door middel van de balans en resultatenrekening. Ook staat er in het jaarverslag een verslag van de directie en de bevindingen van een accountant. In het verslag van de directievoorzitter wordt teruggekeken op het voorgaande jaar en wordt vooruitgekeken naar zaken die in de toekomst zullen spelen en die op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering aan de orde kunnen komen.
Johannesburg Stock Exchange
(JSE) De Johannesburg Stock Exchange is de enige beurs van Zuid-Afrika. De beurs kent een sterke focus op goud- en mijnbedrijven. Veel Zuid-Afrikaanse bedrijven (meer dan 30) hebben eveneens een notering aan de Londense beurs.
Junk bond
Een junk bond is een obligatie die een hoge rentevergoeding biedt vanwege de hoge kans dat de uitgevende instelling niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Junk bonds worden tegenwoordig ook high yield obligaties genoemd en zijn geschikt voor beleggers die een hoger risico willen nemen.
Koerswinst
Een koerswinst is de winst gemaakt op de verkoop van een belegging zoals bijvoorbeeld een beleggingsfonds. Het verlies op de verkoop wordt een koersverlies genoemd.
Koers
De koers of intrinsieke waarde (NAV in het Engels) is de waarde van de beleggingen in een fonds. Als een fonds open end is, ligt de koers of afgifteprijs normaal gesproken dichtbij de intrinsieke waarde. Als een fonds closed end is kan de koers echter fors afwijken van de intrinsieke waarde. (Zie discount en premium ten opzichte van intrinsieke waarde.)
Koerswinstverhouding
De koerswinstverhouding (K/W of P/E) is een kengetal die wordt berekend door de aandelenkoers te delen door de winst per aandeel. Samen met de P/CF en de P/B is dit een veelgebruikte waarderingsmaatstaf voor aandelen. Ondernemingen waarvan verwacht wordt dat ze een sterke groei zullen doormaken, hebben doorgaans hogere K/W's dan ondernemingen met een lage groei. Als een aandeel een koers van EUR 16 heeft en de winst per aandeel EUR 4 heeft, is de koerswinstverhouding 4. Een aandeel dat evenens EUR 16 noteert, maar een winst per aandeel kent van EUR 6, heeft een K/W van 2.67. Het omgekeerde van de koerswinstverhouding wordt berekend door 1 te delen door de K/W, en heet de earnings yield. Bij een K/W van 20 is de earnings yield een twintigste of 5%. Dit geeft aan dat een belegger bij een investering een rendement verwacht van 5%.
Koopsom
Een verzekering waarbij de verzekerde ineens een bepaald bedrag stort, waardoor hij later aanspraak kan maken op een bepaald bedrag of lijfrente. Bij het afsluiten van een koopsompolis kan vaak gekozen worden om te beleggen in één of meerdere beleggingsfondsen.
Kosten gecorrigeerde performance
In een voor kosten gecorrigeerde performance worden de kosten die in rekening worden gebracht die bij de aankoop van een fonds afgetrokken van het rendement om een vergelijking zinvol te maken.
Kredietkwaliteit
De kredietkwaliteit of credit quality is de beoordeling van de kwaliteit en veiligheid van een obligatie gebaseerd op de financiële conditie van de onderneming.
Large Cap
Aandelen met een hoge marktkapitalisatie.
Laatkoers
De laatkoers is de prijs waartegen een belegger aandelen in een beleggingsfonds kan kopen.
Leading indicators
Leading indicators zijn reeksen van economische cijfers waarvan gebleken is dat veranderingen een voorspellende waarde hebben voor de gang van zaken in de rest van de economie. Voorbeelden van leading indicators zijn het aantal werkuren in een week, prijzen van ruwe en intermediaire goederen, en de uitgegeven bouwvergunningen. Vooral in de VS wordt naar publicatie van leading indicators uitgekeken.
Liquiditeit
De liquiditeit geeft weer hoe makkelijk het is om een aandeel of ander effect te kopen of verkopen zonder een grote invloed te hebben op de koersvorming.
London Interbank Offered Rate
(LIBOR) LIBOR (London Interbank Offered Rate) is de rente die de grootste en meest kredietwaardige internationale banken elkaar in Londen in rekening brengen als ze aan elkaar lenen.
London Stock Exchange
(LSE) Gestart in 1973 door de combinatie van zes regionale beurzen van Groot Britannië en Ierland, is de London Stock Exchange (LSE) één van de grootste beurzen ter wereld. Bekendste index op de LSE is de FTSE 100.
Management fee
De jaarlijkse management fee of beheerkosten, meestal uitgedrukt als percentage, is de vergoeding die een vermogensbeheerder voor het managen van een fonds in rekening brengt. Deze vergoeding wordt in mindering gebracht op het vermogen van het fonds.
Managementvergoeding
Een performance fee is een vergoeding die aan de fondsmanager wordt betaald als hij een bepaalde performance heeft behaald in een gespecificeerde periode. Vaak wordt de performance fee uitbetaald als het fonds beter presteert dan zijn benchmarkindex. Fondsen met een performance fee zijn relatief zeldzaam, soms kennen buitenlandse fondsen of hedge funds zo'n kostenstructuur.
Market timing
Market timing is een beleggingsstrategie waarbij beleggers switchen tussen verschillende effecten of in en uit de markt stappen in de hoop om te profiteren van verschillende economische of technische veranderingen waarvan zij verwachten dat die invloed zullen hebben op de markt.
Maturity
Maturity is de datum waarop de hoofdsom van een vastrentende belegging, zoals een obligatie, zal worden terugbetaald. De Maturity, oftewel de afloopdatum, van een vijfjaarsobligatie die is uitgegeven op 1 november 2000 is 1 november 2005.
Mediaan
De mediaan is de middelste waarde in een groep van getallen. In een serie met 1,4, 7, 8, 10, 11, 23, 45, en 52, is 10 is de mediaan.
Media
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die medianetwerken bezitten of exploiteren en ondernemingen die content creëren. Voorbeelden zijn Time Warner, Pearson en TF1.
Mid Cap
Aandelen met een middelgrote marktkapitalisatie.
Minimale belegging
De minimale belegging is het kleinste bedrag dat een belegger in een beleggingfonds kan storten. Er kan zowel een minimale belegging gelden voor de eerste storting in een fonds als voor het aanvullen van dit bedrag.
Mixfonds
Een mixfonds combineert aandelen, obligaties en eventueel kas met als doel een rendement te behalen in combinatie met een gematigd risico. Normaal gesproken doet een mixfonds het in een bear markt beter dan een aandelenfonds, en in een bull markt slechter. Tussen mixfondsen onderling bestaan grote verschillen in de percentages aandelen en obligaties in portefeuille en dus ook grote verschillen tussen het risico en het verwachte rendement.
Moderne Portefeuille Theorie
De moderne portefeuilletheorie (MPT) is een benadering van beleggen die ervan uitgaat dat beleggers hun beschikbare vermogen in veel verschillende effecten investeren in een verhouding die gebaseerd is op hoe de verwachte rendementen van deze effecten met elkaar samenhangen. De evaluatie van portefeuillebeslissingen wordt gedaan door gebruik te maken van Alfa, Beta en de R-kwadraat bij de afweging van risico versus rendement. Voorstanders van de MPT beweren dat als de analyse goed wordt uitgevoerd, dit leidt tot optimale beleggingsportefeuilles. Een portefeuille is optimaal als er bij het gegeven risiconiveau geen hoger rendement verkregen kan worden.
Morningstar Categorie
Fondsen worden door Morningstar gegroepeerd in categorieën. Morningstar doet dit niet door naar de doelstelling of het rendement van een fonds te kijken, maar kijkt vooral naar de portefeuille van het fonds. In de diverse categorieën vinden we fondsen die onderling vergelijkbaar zijn. Bij voorkeur onderzoekt Morningstar van één fonds portefeuilles van verschillende data om tot een goede beoordeling te komen.
Morningstar Equity Style Box
De Morningstar Equity fund Style Box geeft grafisch weer hoe de dominante beleggingsstijl van een aandelenfonds is. De Style Box combineert twee dimensies: Grootte (Large-Caps, Mid-Caps en Small-Caps) en Waardering (Groei, Gemengd, Waarde), wat resulteert in negen mogelijke stijlcombinaties. De Style Box geeft onmiddelijk een indruk wat de focus van een fonds is, en kan de belegger helpen bij het maken van een portefeuillebeslissing.
Morningstar Fixed Income Style Box
De Morningstar Fixed Income fund Style Box geeft de beleggingsstijl van een vastrentend fonds weer in een grafische vorm. De box combineert twee dimensies: Looptijd (Kort, Gemiddeld, Lang) en de kredietwaardigheid (Hoog, Gemiddeld, Laag), wat resulteert in negen mogelijke stijlcombinaties. De Style Box geeft onmiddelijk een indruk wat de focus van een fonds is, en kan de belegger helpen bij het maken van een portefeuillebeslissing.
Morningstar Rating
De Morningstar Rating is een maatstaf die de voor risico gecorrigeerde prestaties ten opzichte van andere fondsen in dezelfde Morningstar Categorie vergelijkt. De rating is gebaseerd op de Stutzer index en maakt gebruik van drie jaar rendementshistorie. De beste 10% in een bepaalde categorie krijgt vijf sterren, de volgende 22.5% krijgt vier sterren, de middelste 35% krijgt drie sterren, de volgende 22.5% krijgt twee sterren en de slechtst presterende 10% krijgt één ster. Niet alle fondsen hebben een rating. Sommige fondsen bestaan nog niet lang genoeg, of de informatie is onvolledig. Ook kan het zijn dat de categorie te klein of te divers is om tot een zinvolle rating te komen. Het zegt niets over de kwaliteit van het fonds. Zie ook onze methodologiesectie die u kunt vinden onder Over Ons.
NASDAQ
NASDAQ (National Association of Securities Dealers Automated Quotations) wordt meestal gebruikt om te refereren aan de NASDAQ US national stockmarket, die in 1971 werd opgericht. De NASDAQ is qua grootte de tweede beurs van de VS en is 's werelds oudste electronische beurs. Belangrijke ondernemingen met een notering op de NASDAQ zijn Intel, Dell Computers, MP3.com, Microsoft en Cisco Systems.
New York Stock Exchange
(NYSE) Op Wall Street in New York is de New York Stock Exchange (NYSE) de oudste en grootste aandelenbeurs van de VS. De S&P 500 en de Dow Jones Industrial Average zijn de belangrijkste indices die het koersverloop op de NYSE weergeven.
Netto fondsvermogen
Netto vermogen (net assets) geeft weer hoe groot een beleggingsfonds is. Netto vermogen wordt meestal weergegeven in miljoenen euro, en wordt vaak maandelijks gerapporteerd. Het cijfer wordt gebruikt om de populariteit van een fonds te meten.
NMAX
Deel van Amsterdamse beurs dat bestemd is voor jonge bedrijven. De toelatingseisen voor de Nieuwe Markt zijn soepeler dan voor de officiële markt, waardoor ook fondsen met een minder uitgebreid track record een notering kunnen krijgen.
No-load fund
Een no-load fonds is een (buitenlands) beleggingsfonds dat direct bij de fondsaabieder gekocht wordt zonder het betalen van aankoopkosten of een andere commissie. De beheervergoeding op een no-load fonds kan echter wel hoger zijn.
Nutsbedrijven
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in nutsbedrijven actief op het gebied van elektrische stroom, gas of water. Voorbeelden zijn E.On, Electrabel en Veolia.
Obligatie
Een obligatie is een instrument om vreemd vermogen aan te trekken en wordt uitgegeven door de overheid of een bedrijf. Gedurende het leven van een obligatie, ontvangt de obligatiehouder reguliere rentebetalingen gebaseerd op de couponrente. Er zijn echter uitzonderingen, zoals zogenoemde zero coupon bonds, welke geen rente uitkeren en daarom worden uitgegeven tegen een koers die ver onder de nominale waarde van de obligatie ligt.
Obligatiefonds
Een obligatiefonds belegt vooral in obligaties met als doel een stabiele stroom van inkomsten en/of koersresultaat voor beleggers te genereren. De waarde van een obligatiefonds beweegt tegenovergesteld aan veranderingen in de kapitaalmarktrente.
Omzet
De omzet binnen de beleggingsportefeuille geeft weer hoe actief een fondsmanager gedurende een jaar heeft gehandeld. Het wordt weergegeven als percentage van het totale vermogen van een fonds. Een omzet van 20% bijvoorbeeld, betekent dat de fondsmanager eenvijfde van portefeuille heeft omgezet in andere posities. Een omzet van 100% echter betekent niet dat iedere positie uit de portefeuille is verkocht. Het percentage geeft een indicatie van het percentage van de portefeuilleposities die zijn veranderd in het afgelopen jaar.
Opkomende markt
Een opkomende markt (emerging market) is een financiële markt van een ontwikkelingsland. Een belegging in een opkomende markt wordt vaak gezien als risicovol vanwege (potentiële) politieke problemen, economische instabiliteit, een kort track record en illiquiditeit.
Oprichtingsdatum
De oprichtingsdatum is de datum waarop een fonds van start is gegaan.
Open end beleggingsfonds
Een open end beleggingsfonds is een collectieve belegging waarvan het aantal aandelen kan variëren. Als er per saldo vraag is naar het fonds, worden extra aandelen uitgegeven. Als er meer aanbod dan vraag is, koopt het fonds aandelen in.
Paraplufonds
Een paraplufonds (umbrella fund) is een soort fonds waaronder verschillende subfondsen 'hangen'. Deze subfondsen hebben een van elkaar afwijkende beleggingsstrategie. Beleggers kunnen soms van het ene subfonds naar het andere switchen tegen gereduceerde kosten.
Paris Bourse
De Paris Bourse is de Franse nationale aandelenmarkt welke onderdeel is van de Euronext, de combinatie van de beurzen van Amsterdam, Brussel en Parijs.
Penny stocks
Een penny stock is een meestal volatiel aandeel van een risicovol bedrijf met een lage marktkapitalisatie. De koers van een penny stock bedraagt vaak niet meer dan enkele tientallen centen.
Performance
De performance of het rendement van een fonds geeft weer hoe de waarde van een belegging is gegroeid (of gedaald) over een bepaalde periode. Beleggers vergelijken de rendementen van fondsen om de prestaties van vergelijkbare fondsen tegen elkaar af te zetten.
Performance-evaluatie
Performance-evaluatie is een proces dat uit twee stappen bestaat om de prestaties van een fondsmanager te beoordelen. Allereerst kijken we of een fonds het beter deed dan zijn benchmarkindex. De tweede stap is het evalueren van de methodes die gebruikt zijn om deze opbrengst te realiseren.
Periodiek
Het minimale periodieke beleggingsbedrag is het minimum bedrag dat u periodiek moet storten als u wilt deelnemen in een beleggingsfonds.
Periodiek beleggen
Periodiek beleggen houdt in dat een belegger meestal maandelijks (via een machtiging of periodieke overschrijving) geld inlegt in een beleggingsfonds.
Portefeuille
Portefeuille is een verzameling van aandelen, obligaties of andere beleggingen. Zie ook Diversificatie.
Portefeuilletype
Er zijn twee typen portefeuilles: quick en transactieportefeuilles. Een quick portefeuille is de eenvoudigste manier om een portefeuille aan te maken. Een transactieportefeuille biedt zeer uitgebreide mogelijkheden, zoals het verwerken van aankopen, verkopen, dividenden en splitsingen.
Positie
Een positie is een belegging. Een fonds dat in Microsoft belegt heeft een positie in die onderneming. Een belegger kan posities innemen in fondsen, aandelen of andere beleggingen.
Preferente aandelen
Preferente aandelen zijn vormen van eigen vermogen die een vooraf vastgesteld dividend uitkeren, terwijl het dividend op gewone aandelen varieert en soms zelfs nihil is. Preferente aandelen kennen vaak geen stemrecht, tenzij de onderneming niet in staat is het vastgestelde dividend uit te keren. Houders van preferente aandelen hebben bij liquidatie van een onderneming voorrang op houders van gewone aandelen.
Premium ten opzichte van intrinsieke waarde
Wanneer een beleggingsfonds noteert tegen een premie boven de intrinsieke waarde, is de koers hoger dan de nettowaarde van het fonds (per aandeel). Closed end beleggingsfondsen kunnen een hoge premie noteren. De premie wordt meestal uitgedrukt als percentage, en geeft weer hoeveel meer beleggers voor de aandelen willen betalen dan de aandelen op dat moment volgens het beleggingsfonds waard zijn.
Prospectus
Een prospectus is een formele verklaring van een fonds, die wordt uitgegeven voordat de aandelen worden aangeboden aan het publiek. In deze verklaring zet het fonds zijn doelstelling, de kosten, en andere feiten die de belegger moet weten om een geïnformeerde beslissing te nemen.
Ranking binnen categorie
Ranking binnen categorie meet op een schaal van 1-100 hoe een fonds gepresteerd heeft ten opzichte van de andere fondsen in de categorie. Hierbij geeft 1 aan dat het fonds zeer goed heeft gepresteerd en 100 geeft aan dat het fonds qua performance binnen zijn categorie de hekkensluiter is.
Redemption fee
Verkoopkosten zijn kosten die bij een belegger in rekening worden gebracht als hij zijn aandelen in een beleggingsfonds verkoopt. Bij buitenlandse fondsen worden de verkoopkosten vaak lager naar mate een belegger langer in een fonds heeft gezeten, na drie of vijf jaar zijn de kosten vaak nul. Deze kostenstructuur moet beleggers ervan weerhouden om te snel hun middelen weer uit de fondsen te halen.
Relatief tov Categorie
Morningstar laat zien hoe de sector of regionale gewichten van een fonds zich verhouden met het gemiddelde gewicht in de categorie waarin het fonds is ingedeeld. Het categoriegemiddelde wordt op 1.00 gezet. Staat er bijvoorbeeld bij Financiële Dienstverlening 1.5, dan betekent dit dat het fonds 1.5 maal zoveel (50% meer) als andere fondsen uit de categorie (gemiddeld genomen) in deze sector belegt.
Rendement
Rendement of total return of totaalrendement is de procentuele totale opbrengst op een belegging over een bepaalde periode en bestaat uit de som van koerswinst en uitgekeerde dividenden. De total return moet niet worden verward met het dividendrendement.
Rentetermijnstructuur
De yield curve, of rentetermijnstructuur, is een grafiek die het verband weergeeft tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente anderzijds. Een normale yield curve laat een stijgend verloop zien omdat de spaarrente doorgaans lager is dan de kapitaalmarktrente. Als iemand zijn geld voor een langere periode uitleent, eist hij een hogere vergoeding dan bij een lening over een korte termijn.
Risicopremie
Het geëiste rendement op een belegging of investering minus de risicovrije rente (de rente die de meest kredietwaardige partners elkaar in rekening brengen). De risicopremie geeft dus weer welke vergoeding wordt gevraagd voor het lopen van risico op een belegging. Wordt veel gebruikt bij de analyse van obligaties.
Risicoprofiel
Het balkje waarboven ‘Risicoprofiel’ staat, geeft weer hoe hoog de volatiliteit van een fonds is. Dit wordt gemeten aan de hand van de standaarddeviatie van het fonds. Fondsen met een lage volatiliteit hebben een standaarddeviatie tussen de 0 en 13.34. De fondsen met een gemiddeld risicoprofiel, hebben een standaarddeviatie die valt tussen de 13.34 en 26.67. Een fonds met een standaarddeviatie boven de 26.67 heeft een hoog risico.
Sectorfondsen
Sectorfondsen zijn fondsen die in één bepaalde sector beleggen zoals technologie, media, biotechnologie of de financiële dienstverlening. Vanwege de nauwe focus, zijn sectorfondsen vaak wat risicovoller dan breder beleggende fondsen. Het rendement kan sterk fluctueren omdat de sectorvoorkeuren van beleggers door de tijd heen vaak veranderen.
Securities and Exchange Commission
(SEC) Deze Amerikaanse toezichthouder werd opgericht in 1934 en moet beleggers beschermen tegen malafide praktijken op de effectenmarkten zodat deze markten op een goede wijze functioneren. De SEC maakt regels waaraan alle ondernemingen die in de VS effecten aanbieden, moeten voldoen.
SEDOL
SEDOL staat voor Stock Exchange Daily Official List en is een identificatiecode voor Europese effecten van zeven karakters.
Sharpe Ratio
De Sharpe Ratio geeft de prestaties van een beleggingsfonds weer, waarbij gecorrigeerd wordt voor risico. De Sharpe Ratio is ontwikkeld door de nobelprijswinnaar William Sharpe. De maatstaf wordt berekend door gebruik te maken van de standaarddeviatie en de opbrengst van een fonds boven de risicovrije voet en geeft weer hoeveel rendement er per eenheid risico is behaald. Hoe hoger de Sharpe Ratio, hoe beter de risicogecorrigeerde prestaties van een beleggingsfonds. De Sharpe Ratio over een bepaalde periode wordt berekend door de geännualiseerde performance van een fonds te berekenen, daarvan de risicovrije voet over dezelfde periode af te trekken en de uitkomst vervolgens door de standaarddeviatie van de performance van het fonds te delen. De Sharpe Ratio kan worden gebruikt om de prestaties van twee vergelijkbare fondsen te beoordelen.
Short
Short' zitten betekent dat men een effect hebt verkocht zonder dat men het in bezit had. Een individu of een fonds kan bijvoorbeeld een aandeel verkopen welke hij niet in portefeuille heeft. Hij zal dan in de toekomst alsnog dat aandeel moeten kopen om aan de levering te voldoen. Deze strategie kan worden toegepast als men verwacht dat de koers van het betreffend aandeel zal gaan dalen. De winstmarge op deze strategie is het verschil tussen de koers op het moment van verkoop, en de koers op het moment dat desbetreffend aandeel wordt aangekocht.
SICAV
SICAV staat voor Sociétés d'Investissement à Capital Variable en is een open-end beleggingsfonds. De meeste fondsen in Luxemburg zijn SICAV's.
Small Cap
Aandelen met een kleine marktkapitalisatie.
Software
Gedeelte van de portefeuille dat wordt belegd in ondernemingen die actief zijn in het ontwerp en marketing van operationele systemen en applicaties. Voorbeelden zijn Microsoft, SAP en Siebel Systems.