VieCuri - Medische termen voor kinderen
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch
Datum & Land: 29/08/2022, NL
Woorden: 89
Aders
Aders zijn de dunne bloedvaatjes waar je bloed doorheen stroomt.
Anesthesiologie
Op deze afdeling werken slaapdokters (anesthesiologen) die je voor een operatie in een speciale slaap (narcose) brengen zodat je niets van de operatie voelt.
Anesthesie
Anesthesie is een belangrijk hulpmiddel bij operaties of onderzoeken. Een ander woord voor anesthesie is narcose of verdoving. Anesthesie is een speciaal soort slaap die ervoor zorgt dat je niets merkt of voelt van een onderzoek of operatie.
Artsen
Als je in het ziekenhuis ligt, krijg je te maken met verschillende artsen en arts-assistenten (dokters, die opgeleid worden tot kinderarts). Er is altijd één arts die je vaker ziet en die jou en je ouders van de behandeling op de hoogte houdt. Het kan zijn dat de operatie door een andere arts wordt gedaan dan de arts die je in de polikliniek onderzocht heeft. De twee artsen hebben dan natuurlijk wel goed met elkaar overlegd.
Bacteriën
Bacteriën zijn piepkleine beestjes die je met het blote oog niet kunt zien. Je kunt ze alleen zien door een microscoop. Door sommige bacteriën kun je ziek worden. Daarom worden bijvoorbeeld spullen in de operatiekamer steriel gemaakt. Dat wil zeggen dat alle bacteriën gedood worden.
Beenmergtransplantatie
Beenmerg is de zachte massa die binnenin je beenderen zit. Soms is dit beenmerg niet gezond, dan moet je ander beenmerg krijgen. Je krijgt dan een beetje van het beenmerg van iemand anders ingespoten. Dat heet een beenmergtransplantatie. Soms wordt ook je eigen beenmerg ingespoten nadat het behandeld is.
Bloedprikken
De dokter laat bloed bij je prikken om het bloed te onderzoeken. Aan het bloed kun je vaak goed zien als er iets niet goed is in je lichaam. Om bloed bij je af te nemen, krijg je een prik met een holle naald waar bloed doorheen kan en die vastzit aan een buisje waarin het bloed wordt opgevangen. Soms worden er meerdere buisjes bloed van je afgenomen om te onderzoeken. Een prik is niet leuk en kan pijn doen.
Bloeddrukmeter
Met een bloeddrukmeter kun je van buitenaf de druk van je bloed meten. Hiervoor wordt er een band om je bovenarm gedaan. Deze band wordt strak opgepompt en loopt daarna weer snel leeg. Je bloeddruk zegt iets over je gezondheid.
Cardiologie
Op deze afdeling kom je als je problemen hebt met je hart. De dokters die hier werken heten kindercardiologen.
Cellen
Mensen, dieren en planten zijn opgebouwd uit cellen. Dat zijn de allerkleinste levende deeltjes waaruit ze bestaan.
Chirurgie
Dat wil zeggen dat je geopereerd moet worden. Een chirurg is een dokter die mensen opereert.
Chronisch
Wanneer een ziekte lang duurt en steeds terugkomt, noemen we dat een chronische ziekte.
CliniClowns speelkoffer
Met de CliniClowns speelkoffer kun je altijd in de clownswereld terecht. Ook op de dagen dat de CliniClowns niet aanwezig zijn in VieCuri. In elk laadje van de Speelkoffer is iets spannends te vinden, zoals een lachspiegel met vernieuwende snufjes. Er is een clownsorkest, een spannend evenwichtsspel, leuke filmpjes en nog veel meer.
Conditie
Je kunt een goede of slechte conditie hebben. Als je een goede conditie hebt, ben je fit en niet snel moe. Als je ziek bent is dat vaak niet zo.
CT-scan
Bij een CT- onderzoek worden er door middel van Röntgenstralen foto's gemaakt van je lichaam. Je moet heel stil op een bed gaan liggen. Dat bed schuift heel langzaam door een soort ringvormig fototoestel. Je hoort dan een vreemd geluid, het is een soort gebrom. Het onderzoek duurt ongeveer vijftien minuten. Het is geen eng onderzoek.
Darmen
Darmen zorgen voor de vertering van dat wat je eet en drinkt. Ze halen dat wat je nog aan voedingsstoffen kunt gebruiken eruit en voeren de afvalstoffen (dat wat je niet meer nodig hebt) en dat wat je niet kunt verteren af uit je lichaam.
Dagbehandeling
Als je een behandeling, operatie of onderzoek van maximaal één dag moet ondergaan, ga je naar deze afdeling. Aan het eind van de dag, mag je dan weer naar huis.
Depressie
Een depressie is een sombere of neerslachtige stemming, een ernstige dip, die lang duurt.
Dermatologie
Op deze afdeling behandelen de dokters (dermatologen) kinderen met huidziekten en / of allergieën.
Dialyse
Als je zieke nieren hebt, moeten ze een handje geholpen worden. Afvalstoffen moeten dan op een andere manier uit je bloed worden gehaald, via je bloed. Dat zuiveren van je bloed heet dialyse
Diëtiek
Op deze afdeling werken diëtisten die zich met het samenstellen van diëten (aangepaste maaltijden of voedingsvoorschriften) bezighouden.
Dieet
In het ziekenhuis moet je soms een dieet volgen. Dit houdt in, dat je sommige dingen wel of juist niet mag eten.
ECG
Een ECG of elektrocardiogram wordt ook wel een hartfilmpje genoemd. Om een ECG te maken worden er draadjes (elektrodes) op je lichaam vastgemaakt. Dit gebeurt met een soort gel en kleine zuignapjes of pleisters. Hier voel je bijna niets van. Het ECG-apparaat maakt een grafiektekening op papier. Deze tekening noemen ze het hartfilmpje. Door middel van deze tekening kan de dokter zien hoe jou hart klopt.
EEG
EEG is de afkorting van Electro EncephaloGram. In dit onderzoek wordt gekeken naar de manier waarop je hersenen werken.
EHBO
EHBO staat voor Eerste Hulp Bij Ongelukken. In een EHBO-cursus leer je wat je moet doen bij grote en kleine ongelukken of als iemand plotseling heel erg ziek wordt. Het is echt eerste hulp; de hulp die je geeft voordat een dokter het van je overneemt.
Elektroden
Dit zijn metalen dopjes met draadjes eraan. Deze kunnen bijvoorbeeld op je hoofd of op je borst geplakt worden en worden verbonden met een machine. Je lichaam geeft signalen die door de metalen dopjes worden opgevangen en via de draadjes worden doorgegeven aan een monitor. De monitor zet die signalen om in lijntjes. Aan die lijntjes kan de dokter of verpleegkundige zien hoe het met je gaat.
Fysiotherapie
De kinderfysiotherapeut onderzoekt hoe lenig en hoe sterk je bent, maar ook hoe goed je een opdracht uitvoert. Bijvoorbeeld hardlopen, op 1 been staan of hinkelen. Dat kunnen ook opdrachten zijn die je moeilijk vindt of misschien minder goed kan dan klasgenoten. De kinderfysiotherapeut zoekt uit hoe dat komt en geeft je een advies om te verbeteren.
Geestelijke verzorging
De mensen van de geestelijke verzorging zijn er om met je te praten als je het moeilijk hebt in het ziekenhuis, bang bent of gewoon even je hart wilt luchten.
Genen
In iedere cel, in ieder piepklein deeltje van je lichaam zitten genen. Genen bepalen de eigenschappen die je van je (voor) ouders erft. Bijvoorbeeld de kleur van je ogen en van je haar.
Gewrichten
Een gewricht is een plek waar je je lichaam kunt buigen. Knieën, ellebogen, polsen en enkels zijn gewrichten.
Gipskamer
Op de gipskamer kom je als een lichaamsdeel, bijvoorbeeld je arm of je been, in het gips gezet moet worden.
Gynaecologie
Op deze afdeling werken de gynaecologen (vrouwendokters) die zich bezighouden met alles wat met de voortplantingsorganen van de vrouw te maken heeft.
Hartcatheterisatie
Een dun buisje wordt via een ader naar het hart gebracht, om daar te kijken of om een doorgang te verruimen.
Hartfilmpje
Een hartfilmpje wordt ook wel een ECG of elektrocardiogram genoemd. Om een harfilmpje te maken worden er draadjes (elektrodes) op je lichaam vastgemaakt. Dit gebeurt met een soort gel en kleine zuignapjes of pleisters. Hier voel je bijna niets van. Het ECG-apparaat maakt een grafiektekening op papier. Deze tekening noemen ze het hartfilmpje. Door middel van deze tekening kan de dokter zien of je hart op de goede manier klopt.
Hematologie
Op deze afdeling kom je als je een bloedziekte hebt en / of problemen hebt met de aanmaak van je bloed.
Hechten
Bij een operatie moet het sneetje of de wond die is gemaakt weer netjes dicht gemaakt worden, dit heet hechten. De chirurg doet dit simpelweg met naald en draad. Jij merkt hier niets van, omdat jij dan verdoofd bent. Ook kleine wondjes kunnen gehecht worden, dit doen ze bij de eerste hulp.
Hersenonderzoek
Bij een hersenonderzoek, ook wel E.E.G genoemd, worden de activiteiten in je hersenen gemeten. Je hoofd wordt opgemeten en er worden een aantal rode stippen op je hoofd gezet met een rood potlood. Vervolgens krijg je een soort badmuts op je hoofd. Hierin zijn een aantal elektroden bevestigd. De elektroden en de huid van je hoofd moeten goed contact maken met elkaar. Om hiervoor te zorgen worden in de gaatjes die je in de badmuts ziet zoutpasta (dit is een soort witte gel) gedaan. Als ze de zoutpasta in de badmuts spuiten voelt dit een beetje raar (net alsof ze een beetje op je hoofd krassen) Tijdens het onderzoek moet je rustig met je ogen dicht blijven liggen. Tijdens het onderzoek zal een aantal keer aan je gevraagd worden om je ogen te openen en te sluiten en eventueel te zuchten.
Hormonen
(meisjes) Hormonen zijn stoffen die je lichaam zelf aanmaakt. In je lichaam wordt vanaf je puberteit het vrouwelijke hormoon oestrogeen gemaakt. Dat zorgt ervoor dat je vruchtbaar wordt en dat je borsten krijgt.
Immunologie
Specialisme voor kinderen die heel gevoelig zijn voor infecties omdat hun afweersysteem niet goed werkt.
Infectie
Je hebt een infectie als ziektekiemen je lichaam binnengedrongen zijn en zich daar vermenigvuldigen. Als je een infectie hebt in een wond, gaat die wond ontsteken.
Infuus
Een infuus is een plastic slangetje. Via dat slangetje kan de dokter medicijnen en vocht geven. Daarvoor moet je wel eerst worden geprikt. Dit gebeurt meestal in je hand of je elleboog. Voordat je wordt geprikt wordt je huid verdoofd door een verdovende (tover)zalf of spray. Je voelt dan minder van de prik. Om ervoor te zorgen dat het infuus goed blijft zitten wordt het vastgeplakt met een pleister. Daarna komt er meestal een verband omheen.
Intensive care
Intensive care betekent intensieve zorg. Als je op de Intensive care ligt word je heel intensief behandeld en verpleegd door een speciaal hiervoor opgeleid team van artsen en verpleegkundigen. Je bent via draadjes en slangetjes verbonden met allerlei apparaten die rond je bed staan. Die apparaten helpen de verpleegkundigen om zo goed mogelijk voor je te zorgen en in de gaten te houden hoe het met je gaat.
Kaakchirurgie
Op deze afdeling kom je als je geopereerd moet worden aan je kaak. De dokters die hier werken noem je kaakchirurgen.
Klinische genetica
Op deze afdeling werken de mensen die zich bezighouden met alles wat te maken heeft met erfelijkheid (dat wat je van je familie geërfd hebt) en ziekte.
Laboratorium
In het laboratorium werken de laboranten. Een laboratorium is een ruimte waar proeven worden gedaan. En er worden stoffen, zoals bloed en urine, onderzocht met microscopen.
Logopedist
Een ander naam voor een logopedist is spraaktherapeut. Als je problemen hebt met horen, verstaan of begrijpen van taal dan ga je naar de logopedist.
Longziekten
Op deze afdeling kom je als je problemen met je longen hebt.
Maatschappelijk werker
De psycholoog is iemand voor jou om mee te praten. Voor je ouders/ verzorgers is er ook zo iemand: de maatschappelijk werker. Hij (of zij) kan met je ouders praten over de dingen die zij moeilijk vinden of waar zij zich zorgen over maken. Hij kan hen ook helpen met hele praktische zaken, bijvoorbeeld het vrij krijgen van hun werk, het regelen van reiskostenvergoedingen, het regelen van aanpassingen in jullie huis enzovoort.
Medicijnen
Als je ziek bent dan hoef je gelukkig niet altijd medicijnen te krijgen want je lichaam zorgt er meestal zelf voor dat je weer beter wordt. Als je lichaam je niet zelf beter kan maken moet je soms wel medicijnen krijgen. Medicijnen zijn er dus om je beter te maken of om te zorgen dat je niet zieker wordt.
Medicijnen innemen
Pillen heb je in alle soorten en maten. Er zijn ronde, vierkante, langwerpige, grote en kleine. Veel pillen kan je met wat water limonade. Van sommige medicijnen is een drankje gemaakt. Het drankje wordt meestal zoet gemaakt zodat het beter smaakt. Misschien vind je het toch niet lekker maar zul je het wel moeten innemen om beter te worden Sommige medicijnen moeten via een prik gegeven worden. Daarvoor prik je dan in een spier. Vaak gebeurt dat in je bovenbeen, je bil of je bovenarm. Dit doet natuurlijk pijn. Soms ben je zo ziek dat je beter de medicijnen via een infuus kan krijgen. Het medicijn komt dan sneller en beter in je lichaam. Dat komt omdat het medicijn dan via een bloedvat in je lichaam komt.
Melatonine
Melatonine is een slaaphormoon. Dat is een boodschapper die je helpt om in slaap te vallen. Je lichaam maakt zelf melatonine aan, maar niet altijd op het noodzakelijke moment, vlak voordat je in slaap zou moeten vallen.
Metabole ziekten
Dit zijn ziekten die te maken hebben met de stofwisseling in je lichaam. Je lichaam is opgebouwd uit cellen en elke cel is een klein fabriekje waar stoffen worden gebruikt en gemaakt. Dit heet de stofwisseling. Deze stofwisseling is nodig om bijvoorbeeld te groeien, nieuwe cellen aan te maken en warm te blijven. Als er iets mis is met je stofwisseling, kom je op deze afdeling terecht.
Mondmasker
Als je in een ruimte gaat waar de lucht heel schoon moet blijven, moet je een mondmasker voor. Een ruimtes waar de lucht bijvoorbeeld heel schoon moet blijven is de operatiekamer. Vaak moet je behalve een mondmasker ook een muts op en een schort voor.
Monitor
Een monitor is een klein computertje dat naast of achter je bed hangt. Jij bent met een aantal draadjes aan dat computertje verbonden. Op de monitor kan de arts of verpleegkundige een aantal dingen aflezen die bij jou gemeten worden. Zoals je hartslag, je bloeddruk en de hoeveelheid zuurstof je in je bloed.
Morfinepompje
Een morfinepompje is een infuus waaraan een pompje zit. Als je op het pompje drukt, krijg je een kleine hoeveelheid medicijn tegen de pijn toegediend. Als je te vaak drukt, gaat de pomp ‘op slot’. Je kunt jezelf dus nooit teveel geven.
Narcose
Narcose is een belangrijk hulpmiddel bij operaties of onderzoeken. Een ander woord voor anesthesie is narcose of verdoving. Anesthesie is een speciaal soort slaap die ervoor zorgt dat je niets merkt of voelt van een onderzoek of operatie.
Narcose kapje
Het narcose kapje lijkt een beetje op een vliegtuig kapje. Zoals bijv. straaljagerpiloten er vaak een hebben, het kapje past helemaal over je neus en je mond. Via dit kapje adem je de speciale narcose lucht in. Dit kan een beetje vies ruiken, maar deze lucht zorgt er voor, dat je in de speciale slaap valt. Als je het luchtje ook vies kunt ruiken, dan kun je het wegblazen. Het kan ook zijn dat je de narcose via het infuus krijgt, maar ook dan krijg je een kapje op. Dan komt er alleen maar zuurstof uit het kapje en zal het niet stinken.
Neonatologie
Op deze afdeling worden te vroeg en/of te klein geboren kinderen verzorgd.
Neurologie
Hier worden kinderen met problemen in de hersenen, zenuwen, het ruggenmerg of de spieren onderzocht.
Nuchter
Als je geopereerd moet worden dan moet je nuchter zijn. Dit betekent dat je een aantal uren voor de operatie niet meer mag eten en drinken. Dit is heel belangrijk. De arts of verpleegkundige zal je uitleggen hoeveel uren je van tevoren niet mag eten en drinken.
Ontsmetten
Als een stukje van je huid wordt afgeveegd met een doekje waarop speciale vloeistof zit die je huid extra goed schoonmaakt, wordt dat stukje huid ontsmet.
Ontslagen
Als je ontslagen wordt uit het ziekenhuis, betekent het dat je naar huis mag.
Oogheelkunde
Hier vinden alle behandelingen plaats die te maken hebben met het oog en het zien.
Opname
Een opname betekent dat je in het ziekenhuis moet blijven. Hoe lang je blijft, is verschillend. Je hebt wel een eigen bed. Als je maar één dag wordt opgenomen, noemen we dat een Dagbehandeling. Als je één of meer nachtjes blijft slapen, dan noemen we dat een opname.
Orthopedie
Op deze afdeling werken de mensen die zich bezighouden met alles wat te maken heeft met operaties aan het bewegingsapparaat van je lijf (armen, benen, voeten, rug).
Plastische chirurgie
Voor kinderen die geopereerd moeten worden om een lichaamsdeel er beter uit te laten zien, zoals bijvoorbeeld kinderen met een hazenlip of met brandwonden.
Polikliniek
Wie in het ziekenhuis komt, komt meestal eerst op ‘de polikliniek’. Daar kan de dokter je onderzoeken, eigenlijk net zoals bij de huisarts. Hoe het onderzoek precies gaat, is moeilijk te zeggen. Het ligt er aan wat er met je aan de hand is. Een hartdokter zal naar je hart willen luisteren en een longarts zal naar je longen willen luisteren. Bij elk onderzoek zal de dokter je veel vragen stellen. Over hoe je je voelt, waar het pijn doet, of je eerder ziek bent geweest. Hij schrijft alles op. De aantekeningen helpen de dokter om erachter te komen wat je hebt. Als jij zelf vragen hebt aan de dokter mag je die altijd stellen. Meestal wil de dokter nog wat testjes laten doen als hij je onderzocht heeft. Hij kan je vragen om wat plas in te leveren om te onderzoeken, of wat bloed te laten prikken. Ook kan hij je naar de röntgenafdeling sturen om een foto te maken. De testjes worden vaak door iemand anders gedaan.
Preoperatief onderzoek
Preoperatief betekent letterlijk 'vóór de operatie'. Om je goed op de operatie voor te bereiden, krijg je een preoperatief onderzoek. Je kan voorbereid worden door de anesthesist. De anesthesist vertelt je kort wat er gaat gebeuren tijdens de opname. Tijdens de voorbereidingsmiddag op de afdeling wordt er uitgebreid uitgelegd wat er gaat gebeuren als je opgenomen wordt.
Reflex
Een reflex is een automatisch beweging die je lichaam maakt als een ander onderdeel wordt geactiveerd. Bij een algemeen onderzoek test de dokter je reflexen. Hij slaat met een soort hamertje (dit doet geen pijn) op een plekje onder je knie. Als het goed is, schiet je been naar voren. Dit is een reflex. Je hebt nog meer reflexen. Bijvoorbeeld: als je met je hand op iets heets komt, trekt je hand zich automatisch terug zodat je je niet brandt. Dat noemen ze een reflex reactie.
Revalidatie
Op deze afdeling leren kinderen omgaan met de lichamelijke problemen die ze (tijdelijk of blijvend) hebben overgehouden na een operatie of ziekte.
Rooming-in
Rooming-in betekent dat je papa of mama ook ‘s nachts bij je mogen blijven. Ze slapen dan op een opklapbed bij jouw op de kamer.
Ruggenmerg
Het ruggenmerg is de zachte massa die binnenin de botten van je ruggenwervel zit. Door je ruggenmergkanaal lopen zenuwen die de spieren en dergelijke in je lichaam aansturen.
Slagaders
Dit zijn de buisjes die het bloed van je hart naar andere delen van je lichaam vervoeren. Het bloed in slagaders zit meestal vol zuurstof.
Steriel
Steriel betekent: helemaal schoon, zonder bacteriën. De naalden waarmee dokters prikken zijn steriel. En de spullen in de operatiekamers ook. Dan kun je daar niet ziek van worden.
Stethoscoop
Met een stethoscoop luistert de dokter naar je hart, je longen en je buik. Zo kan hij horen of je hart goed klopt, of je goed ademt en of je darmen in orde zijn.
Thermometer
Als je ziek bent, heb je soms ook koorts. Dat betekent dat de temperatuur van je lichaam hoger is dan wanneer je niet ziek bent. De dokter en de zuster willen graag weten of je koorts hebt en hoeveel koorts je dan hebt. Daarom word je getemperatuurd. Je hebt verschillende soorten thermometers. Op de kinderafdeling gebruiken we vaak de oorthermometer.
Traumatologie
Dit is een specialisme dat zich richt op mensen die ernstig ongeluk hebben gehad.
Uitslaapkamer
In de uitslaapkamer kun je rustig wakker worden na een operatie. De verpleegkundigen en dokters zijn vlak in de buurt, zodat ze je goed in de gaten kunnen houden.
Urologie
Op deze afdeling worden kinderen die problemen hebben met hun blaas, hun plasser of plasgaatje onderzocht en behandeld. De dokters die hier werken heten urologen.
Venapunctie
Als er bloed nodig is voor een onderzoek (meer dan je met een vingerprik kunt geven), dan krijg je een prik in je arm; dat noem je een venapunctie. Een venapunctie wordt gedaan door een arts of door een priklaborant van het priklab.
Verpleegkundigen
Verpleegkundigen zijn de mensen die de hele dag voor je zorgen als je wat langer in het ziekenhuis moet blijven. Als je wat wilt weten, kun je het hen vragen en ook met problemen kun je bij ze terecht.
Vingerprik
Als er maar een beetje bloed nodig is voor het onderzoek, krijg je meestal een vingerprik. De vingerprik wordt gedaan door een laborante in het priklab of bij je bed.
Virus
Een virus is een piepklein deeltje, dat een ontsteking kan veroorzaken als het in je lichaam komt. Je kan een virus op verschillende manieren krijgen. Bijvoorbeeld via de lucht door te hoesten bij een verkoudheid of als je je handen niet goed wast bij diarree.
Voedingsassistenten
De voedingsassistenten verzorgen het eten op de afdeling. Zij zorgen voor jouw ontbijt, drinken en fruit en de broodmaaltijd tussen de middag. 's Ochtends komen ze bij je langs om je te vragen wat je die dag wilt eten.
Witte bloedlichaampjes
Je hebt in je bloed twee soorten bloedlichaampjes. De witte bloedlichaampjes en de rode bloedlichaampjes. De witte bloedlichaampjes zorgen voor de afweer en vernietiging van beestjes die je gezondheid bedreigen, zoals bijvoorbeeld bacteriën en virussen. De rode bloedlichaampjes zorgen voor de verplaatsing van zuurstof in je bloed.
Ziekenhuispasje
Als je als patiënt in het ziekenhuis komt, is het belangrijk dat we goed weten wie je precies bent. Daarom ga je eerst naar de inschrijfbalie. Hier vragen ze naar je naam, geboortedatum, adres en wie je huisarts is. Dit gaat in de computer. Nu kan iedereen die in het ziekenhuis werkt jouw gegevens vinden. Uit een speciaal apparaat komt een plastiek kaartje met al deze gegevens en je foto erop. Dit is het ziekenhuispasje. Het ziekenhuispasje moet je altijd meenemen als je naar het ziekenhuis komt.
Zintuigen
De zintuigen zijn de hulpmiddelen van je lichaam, waarmee je je omgeving kunt verkennen. Je hebt vijf zintuigen: zien (zicht), ruiken (reuk), voelen (tast), horen (gehoor), proeven (smaak). Sommige mensen geloven dat er nog een zesde zintuig bestaat: je intuïtie, een soort extra antenne om dingen te weten.
B3
B3 is de Kinder- en jeugdafdeling van VieCuri. Dit is de afdeling waar kinderen opgenomen worden in de leeftijd van 0 tot 18 jaar. Hier kom je te liggen als je meerdere dagen in het ziekenhuis moet blijven. VieCuri heeft alleen op de locatie Venlo een Kinder- en jeugdafdeling.
Röntgen(foto)
Met behulp van speciale stralen (röntgenstralen) kan er een foto van de binnenkant van je lichaam worden gemaakt. Op deze foto kun je je botten, maar ook je organen, zoals je lever en je hart zien.