IFV - Woordenboek Veiligheid

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Bouw en Constructie > Veiligheid
Datum & Land: 03/02/2023, Nederland
Woorden: 381


Nationaal VoorlichtingsCentrum
Dit is een onderdeel van het NCC. Het ondersteunt de beleidsteams - het interdepartementaal beleidsteam (IBT) en het ministeriële beleidsteam (MBT) - bij een grote ramp of crisis.

nazorg
Nazorg omvat alles dat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar een 'normale’ situatie.

Nationaal CrisisCentrum
Ondersteunt de besluitvorming bij een crisis. Het maakt onderdeel uit van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid.

National Transportation Safety Board
Een agentschap van de Amerikaanse overheid dat zich bezighoudt met het onderzoeken van ongelukken, waaronder vliegtuig-, trein- en andere rampen, die optreden in het civiel transport binnen de VS, of buiten de VS als er Amerikaanse transportmiddelen bij betrokken zijn.

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
Een instantie van de Nederlandse overheid die in 2012 werd ingesteld om Nederland te beschermen tegen bedreigingen die de maatschappij kunnen ontwrichten. Samen met partners binnen overheid, wetenschap en bedrijfsleven zorgt de NCTV ervoor dat de Nederlandse vitale infrastructuur veilig is én blijft. Sinds de oprichting van de NCTV is er binnen de Rijksoverheid één organisatie verantwoordelijk voor terrorismebestrijding, cyber security, nationale veiligheid en crisisbeheersing. De focus ligt op het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting.

National Fire Protection Associaton
Een Amerikaanse organisatie die het doel heeft om de last van brand en andere gevaren te verminderen door middel van wetenschappelijk onderzoek en educatie. Het is de grootse brandveiligheid organisatie en telt wereldwijd bijna 80.000 leden.

Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
Het centrale instituut voor luchtvaart- en ruimtevaartonderzoek in Nederland. Sinds 1937 is het een zelfstandige stichting zonder winstoogmerk, die technologische ondersteuning verschaft aan de lucht- en ruimtevaartsector. Die sector omvat industrieën, gebruikers van militaire en civiele vliegtuigen, beheerders van luchthavens, luchtverkeersleidingsorganisaties, overheidsinstanties en internationale organisaties.

Nederlands Forensisch Instituut
Als bij de crisis een LFTO aan het werk is werkt het NFI onder de vlag van het LFTO.

Nederlandse Technische Afspraak
Document ontwikkeld door het Nederlands Normalisatie Instituut met een status die lager is dan de NEN-norm.

Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding
Sinds 1 november 2012: Brandweer Nederland.

Nederlandse Vereniging van Luchthavens
Organisatie waarvan de Nederlandse General Aviation vliegvelden, de regionale luchthavens en Schiphol deel uitmaken. Door haar bundeling van expertise de brancheorganisatie van de Nederlandse burgerluchthavens en gesprekspartner voor de overheid en andere relevante partijen op het gebied van alle technisch / operationele en beleidsvragen m.b.t. de Nederlandse burgerluchthavens.

Nederlands Normalisatie Instituut
Gevestigd in Delft. Ontwikkelt en beheert normen (NEN), Nederlandse praktijkrichtlijnen (NPR), en Nederlandse Technische Afspraken (NTA)

Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid
Sinds 1 januari 2013 is het IFV, Instituut voor Fysieke Veiligheid.

niet-categoriale inrichtingen
Inrichtingen die niet binnen categorieën van het Bevi vallen. Voor de bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico moet daarom een risicoanalyse worden uitgevoerd.

normatief brandverloop
Tijdsverloop van ontdekking, melding, alarmering, ontvluchting, redding en blussen van brand, dat ten grondslag ligt aan de invulling van de bouwregelgeving.

noodverlichtingsinstallatie
Een installatie die automatisch in werking treedt zodra de ‘stroom’ in een gebouw wegvalt.

noodoproep
Oproep met de hoogst mogelijke prioriteit. Noodoproepen kunnen zowel door een bedienaar als door eenradio gegenereerd worden.

Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
Een na de Tweede Wereldoorlog opgerichte organisatie ter ondersteuning van het Noord-Atlantische Verdrag dat in Washington op 4 april 1949 werd getekend. Het NAVO-hoofdkwartier is gevestigd in de Brusselse plaats Haren. De NAVO is de tegenhanger van de Collectieve Veiligheidsverdragorganisatie, een militaire bondgenootschap van Rusland en vijf andere ex-leden van de Sovjet-Unie.

Notification To the Captain in Command
Wordt op gesteld door luchtvaartmaatschappij of afhandelaar en is een vrachtbrief voor het luchtvaartuig. Hierin staat: aantal passagiers en crew en vracht. Zodra het vliegtuig is vertrokken stuurt de luchthaven van vertrek de informatie per fax naar de luchthaven van ontvangst.

nooddeur
Een deur die uitsluitend is bestemd om het bouwwerk te ontvluchten.

objectieve veiligheid
In de praktijk kan een groot verschil bestaan tussen de feitelijke veiligheidssituatie (bijvoorbeeld het aantal overvallen in een ondergrondse winkel) en de veiligheidsbeleving die mede bepaald wordt door opgedane indrukken (zoals slechte verlichting en/of onoverzichtelijkheid) en vermoedens van onveiligheid. Het eerste heet ‘objectieve veiligheid’, gebaseerd op feiten die met berekeningen of statistieken aantoonbaar zijn. Het tweede heet ‘subjectieve veiligheid’, waarbij vooral de veiligheidsbeleving een rol speelt.

Officier van Justitie
Een officier van justitie is in Nederland een algemeen opsporingsambtenaar en een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie. H

Officier van Dienst Bevolkingszorg
Start en leidt de bevolkingsprocessen op de plaats van het incident.

Officier van Dienst Brandweer
Geeft leiding aan brandweereenheden binnen het inzetvak bij de bestrijding van het incident.

Officier van Dienst Geneeskundig
Geeft leiding aan de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises.

Omgevingswet
Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om vergunningen voor bouwprojecten aan te vragen. De Crisis- en herstelwet (Chw) maakt dit nu al mogelijk, bijvoorbeeld door bestaande regels aan te passen. Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2021 in werking.

Onderzoeksraad Voor Veiligheid
De Onderzoeksraad voor Veiligheid is een zelfstandig bestuursorgaan in Nederland dat na rampen, grote ongevallen of andersoortige incidenten onderzoek kan doen naar de oorzaken en gevolgen van het betreffende incident.

ontruimingsalarminstallatie
Een ontruimingsinstallatie is een installatie die de mensen in een bouwwerk alarmeert in geval van bijvoorbeeld brand ten behoeve van het vluchtproces. Het bestaat vaak uit een centrale voedings- en besturingseenheid (bekabeling) en akoestische signaalgevers.

ontruimingstijd
De tijd die verstrijkt vanaf het moment van alarmering, tot vluchtende mensen in een veilige zone zijn aangekomen. Ontruimingstijd is op te delen in twee fasen: de alarmfase en de vluchtfase.

ongevalstype
Een groep van incidenten met vergelijkbare kenmerken. Voorbeelden van ongevalstypen zijn pech, botsing, ontsporing, brand, explosie.

oordeelsvorming
Bepaling van wat de verwachtingen zijn ten aanzien van het verloop van het incident, wat dit verloop betekent voor de gestelde doelen en de te betrekken actoren.

openbare hulpverleningsdiensten
De politie, de brandweer en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, zie ook GHOR Nederland (WARVW Art. 1).

openbare plaats
Een openbare plaats is een plaats die door bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek. In de eerste plaats zijn dit 'de straat' en 'de weg' in de ruimste zin van het woord. Daarnaast bevat het begrip nog een aantal andere plaatsen die een met de weg vergelijkbare functie vervullen en daarom als het 'verlengde' van de weg kunnen worden aangemerkt. Voorbeelden zijn: openbare plantsoenen, speelweiden en parken en de vrij toegankelijke gedeelten van overdekte passages en van winkelgalerijen.

opkomsttijd
Tijd die de hulpdiensten nodig hebben tot aankomst op de uitgangsstelling (bij een toegang van een ondergrondse ruimte) vanaf het moment dat de eerste melding is ontvangen.

Outbreak Management Team
Een Nederlands adviesorgaan dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb) adviseert bij de bestrijding van een epidemie; het advies beperkt zich tot de medische invalshoek van de epidemie, zoals ook uit de samenstelling van het team blijkt. Het orgaan onder meer geactiveerd bij de varkensgriepuitbraak in 2009, de Q-koortsepidemie, de Ebola-uitbraak in West-Afrika in 2014 en de coronacrisis in Nederland in 2020.

overtredingen
Overtredingen zijn lichte vergrijpen. In het boek Overtredingen van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht wordt beschreven wat als een overtreding wordt beschouwd en wat de strafmaat is.

overdruk
Plotselinge stijging in de luchtdruk door de drukgolf van een explosie.

pan pan call
Spoedoproep die gebruikt kan worden door gezagvoerder voor gevallen waarin er een technisch probleem is zonder ernstig gevaar en niet levensbedreigend.

Particuliere Alarm Centrale
Particuliere alarmcentrales ontvangen alarmsignalen van alarmsystemen van organisaties en particulieren. Zo zorgen voor een opvolging van het signaal door bijvoorbeeld surveillancewagens uit te sturen of het signaal door te geven aan hulpdiensten.

pandemie
Een over grote delen van de aarde verspreide epidemie.

paging
Verzenden van een alarmeringssignaal met tekstberichten via het P2000 systeem.

peloton
Een organisatorische eenheid binnen de brandweer bij de bestrijding van brand of andere incidenten. Een peloton heeft een vastgestelde structuur en kan in principe zelfstandig opereren.

plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft.

Progressive Collapse
Voortschrijdende instorting, het bezwijken van één onderdeel van de constructie, waardoor een deel van of de gehele constructie bezwijkt.

provinciale risicokaart
Op een risicokaart is aangegeven waar risicobronnen liggen. Het gaat daarbij om risicobronnen waardoor mensen direct letsel kunnen oplopen. Bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen en om andere relevante risico’s, zoals overstromingen. In totaal kunnen de risico’s van een dertiental verschillende ramptypen op kaart worden getoond. Maar er zijn ook risicokaarten waarop alleen risicosituaties met gevaarlijke stoffen staan.

PRIO 1
Melding waarbij er sprake is van de noodzaak om zo snel mogelijk ter plaatse te gaan en waarbij sprake is van een dringende taak

private plaats
Een private plaats is elke plaats waar niet iedereen toegang toe heeft. Dit kan blijken uit de aard van de faciliteit (privaat eigendom) of door de context (het gaat om een private weg).

preparatie
Het gereed zijn voor acties bij inbreuken op de veiligheid; weten wat te doen als er brand is, of als er een ongeluk of een ramp plaatsvindt.

PRIO 2
Melding waarbij er sprake is van de noodzaak om snel ter plaatse te gaan, maar waarbij niet direct sprake is van een dringende taak

preventie
Het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid en het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van inbreuken op de veiligheid.

probabilistische benaderingswijze
Benaderingswijze van risico’s, kans x gevolg, waarin rekening wordt gehouden met aspecten als spreiding, onzekerheden, overschrijdingskansen, bezwijkkansen, grenstoestanden en veiligheidscoëfficiënten.

preventie
Handelingen ter beperking van de kans op een calamiteit zonder dat daar op dat moment een specifieke dreiging voor bestaat.Er bestaat zekere mate van overlap met proactie.

proactie
Wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid. Er bestaat zekere mate van overlap met preventie.

pro-actie
Het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid ter voorkoming van het ontstaan ervan (interne en externe veiligheid).

processtap
Een geordende reeks handelingen die ononderbroken wordt uitgevoerd door één mens of machine binnen één bedrijfsfunctie (eenheid van tijd, plaats en handelen).

push to talk-toets
Knop op randapparaat die ingedrukt moet worden om een bericht te verzenden, ook wel spreeksleutelgenoemd.

rampenbestrijdingsplan
Een rampenbestrijdingsplan omvat het geheel aan maatregelen die voor een specifieke ramp of (zwaar) ongeval genomen moeten worden.

ramptype
Een categorie van mogelijke rampen die qua soort effecten en qua ontwikkeling in de tijd op elkaar lijken.

randapparatuur
Met de C2000-infrastructuur te gebruiken mobilofoons, portofoons, alarmontvangers en mobieledataterminals.

ramp
Een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

rampenbestrijding
Het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur, het bestuur van een veiligheidsregio, de provincie of het rijk treft met het oog op een ramp, het voorkomen van een ramp en het beperken van de gevolgen van een ramp.

RBM II
Computerprogramma voor het berekenen van externe veiligheids- risico’s van het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Referentiearchitectuur
Instrument om samenhang aan te brengen in de informatiehuishouding van een overheidssector en mogelijke samenwerking met partners vorm te geven.

referentiecomponent
Een referentiecomponent is een type applicatiecomponent. De ArchiMate definitie van een applicatiecomponent is: Een modulair, zelfstandig inzetbaar en vervangbaar deel van een systeem, dat zijn functionaliteit aanbiedt via goed gedefinieerde interfaces. Applicatiecomponenten stellen functionaliteit beschikbaar, die gebruikt wordt om de applicatiediensten mee te leveren.

Regeling Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens
Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)

Regionaal Beleidsteam
Het Regionaal Beleidsteam heeft in Nederland de leiding over rampenbestrijding ten tijde van een ramp die de grens van een gemeente overstijgt of dreigt te overstijgen. Het regionaal beleidsteam opereert doorgaans op het niveau van een van de 25 veiligheidsregio's. Het regionaal beleidsteam hoort zich in principe niet te bemoeien met de operationele gang van zaken maar moet de grote lijnen uitzetten en beslissingen nemen over risicosituaties en bijvoorbeeld evacuaties.

Required Safe Egress Time
Tijd die nodig is om te vluchten; omvat zowel detectietijd, reactietijd als de daadwerkelijke vluchttijd. Te toetsen aan de Available Safe Egress Time (ASET).

regie
Bewaken dat een beeld actueel, volledig, overdraagbaar en consistent is.

Regionale Alarm Centrale
Politie, brandweer, ambulancezorg en Koninklijke Marechaussee krijgen tien meldkamers die virtueel genetwerkt samenwerken volgens een gestandaardiseerde werkwijze, zoveel mogelijk geprotocolleerd en multidisciplinair. Dit netwerk van meldkamers draagt eraan bij om nu en in de toekomst burgers in nood sneller en efficiënter te helpen en de ambulancezorg, brandweer, marechaussee en politie beter te faciliteren bij hulpverlening en bij bestrijding van crisis en rampen.

restrisico
Het restrisico is het risico dat resteert nadat geadviseerde maatregelen al dan niet zijn getroffen. Bij het accepteren vanhet restrisico spelen nut en noodzaak van de ontwikkeling in relatie tot de te treffen maatregelen een centrale rol.

regionaal risicoprofiel
Een inventarisatie en analyse van de risico ´s (waarschijnlijkheid en impact) van branden, rampen en crises waarop het beleid van de veiligheidsregio wordt gebaseerd.

Reliability, Availability, Maintainability, Safety
Een specifieke aanpak, deel uitmakend van een kwaliteitsmanagementsysteem c.q. verbetercyclus met als doel de mate van betrouwbaarheid, beschikbaarheid, onderhoudbaarheid en veiligheid in samenhang te kwantificeren en het proces daar naartoe vast te leggen zodat het na te speuren is.

repressie
Het daadwerkelijk bestrijden van onveiligheid en het zorgen voor de daarbij behorende hulpverlening.

Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen
Regels over de aanleg, inrichting, uitrusting en het gebruik van luchthavens met het oog op de veiligheid staan in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (RVGLT).

RijksInstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Dit is een Nederlands instituut dat in opdracht van de overheid onderzoek doet op het gebied van volksgezondheid, milieu en natuur. Het is een zelfstandig onderdeel van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

risico-inventarisatie
Een overzicht van risicovolle situaties binnen de regio die tot brand, ramp of crisis kunnen leiden en een overzicht van de soorten branden, rampen en crises die zich in de regio kunnen voordoen.

risicocontact
Personen bij wie geen ziekte(verschijnselen) zijn geconstateerd, maar die mogelijk wel besmet zijn.

risicokaart
Een openbare geografische kaart (per provincie, maar gebaseerd op een landelijke database) waarop de in de veiligheidsregio’s aanwezige plaatsgeboden en geografisch te onderscheiden risico’s zijn aangeduid, op basis van de indeling van het risicoprofiel.

risicobeoordeling
Een analyse waarin weging en inschatting van gevolgen van soorten branden, rampen en crises zijn opgenomen.

risicoprofiel
Het risicoprofiel is een inventarisatie en analyse van de in een veiligheidsregio aanwezige risico’s, inclusief relevante risico’s uit aangrenzende gebieden.

risicovolle situatie
Een samenstel van een of meerdere risicobronnen en kwetsbaarheden die kunnen leiden tot een ramp of crisis.

risicoanalyse
Het inzichtelijk maken van de risico’s voor individuele personen, bevolkingsgroepen, eigendommen en de omgeving. Een risicoanalyse omvat zowel de scenarioanalyse (SCeA) als kwantitatieve risicoanalyse (QRA).

risicocontouren
Een risicocontour geeft aan hoe hoog in de omgeving de over- lijdenskans is door een ongeval met een risicobron. Deze contour- lijnen kan men vergelijken met de gewone hoogtelijnen op een kaart: binnen de contour is het risico groter, buiten de contour is het risico kleiner.

risicoreducerende maatregelen
Maatregelen die zorgen voor het stroomlijnen van processen en het reduceren dan wel voorkomen van risico’s.

Risk Ranking Points
Risico-ordeningsmethodiek waarbij de meest relevante scenario’s worden bepaald.

risico
De verwachte gevolgen van een bepaalde activiteit voor mensen, milieu en economie. Risico wordt vaak uitgedrukt in een combinatie van (kans op) gebeurtenis en mogelijke gevolgen.

risicobron
Een object, infrastructuur of natuurlijke omstandigheid die kan leiden tot een brand, ramp of crisis.

risicobeheersing
Alle activiteiten die een vroegtijdige structurele aandacht voor integrale veiligheid bevorderen en die gericht zijn op het zoveel mogelijk voorkomen van onveilige situaties en omstandigheden, waaronder het voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid (proactie) en het beperken en beheersen van gevolgen van inbreuken op de veiligheid (preventie).

risicodiagram
Een tweedimensionaal diagram waarin de oordelen over impact en waarschijnlijkheid van de scenario’s worden samengebracht. Op basis van dit diagram kan een clustering naar ernst van het scenario worden aangebracht.

risicobenadering
In de risicobenadering wordt de kans op een bepaald effect(in het externe veiligheidsbeleid worden letale slachtoffers binnen het effect beschouwd) beschouwd.

risicoperceptie
Risicoperceptie gaat over subjectieve beleving, het veiligheidsgevoel. Het is de inschatting van een aantal factoren, zoals ernst (groot of gering), beheersbaarheid (laag of hoog), vertrouwen in instanties (laag of hoog) en openheid (gering of groot) dat mensen meer of minder bang maakt. Als mensen bang zijn, is de kans groot dat ze een bepaald gebied met een hoge risicoperceptie mijden. Een ondergrondse ruimte zit vaak aan de risicovolle kant.

rookvrije vluchtroute
Een van rook gevrijwaarde route die begint bij een toegang van een rookcompartiment of een subbrandcompartiment, die uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van een lift.

rookwarmteafvoer
Een Rook- en WarmteAfvoersysteem (ook wel Rookbeheersingssysteem) dient in geval van brand de rook doeltreffend uit een bouwwerk te voeren. Hierdoor ontstaat een rookvrije vluchtweg voor de aanwezigen.

rook- en warmteafvoerinstallatie
Installatie voor de afvoer van rook en warmte in een gebouw(deel) via rookluiken of ventilatoren, veelal gekoppeld aan een automatische brandmeldinstallatie.

rookbeheersing
Maatregelen die worden getroffen om de verspreiding en uitbreiding van rook te beïnvloeden.

rookscherm
Hittevast (ruimtescheidend) element bedoeld om de rookverspreiding te beperken (NEN 6093).

rookmelder
Een rookmelder (soms brandmelder genoemd) is een apparaat dat alarm slaat na detectie van rookdeeltjes (aërosols), die kunnen wijzen op een (beginnende) brand. Een rookmelder kan een zelfstandig apparaat zijn, maar steeds vaker zijn rookmelders verbonden met een brandmeldinstallatie.

rookvrije laag
Gedeelte van de ruimte onder de rooklaag gemeten vanaf de vloer van de ruimte tot de onderzijde van de rooklaag.

rookcompartiment
Gedeelte van één of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van rook in de beginfase van een brand.

rookweerstand
Tijd waarin een scheidingsconstructie weerstand biedt tegen rookverspreiding (NEN 6075 of NEN-EN 1634-3).