[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] oorspronklijk hoflijkheid of smaakvolle beleefdheid jegens het schoone geslacht; later de geveinsde hulde aan de vrouwen gebracht door hen, die zich bij deze aangenaam zoeken te maken zonder een duurzame verbintenis te beogen; nog later: valsheid, dekmantel der grootste losbandigheid. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0011.php