
aanbinden werkw. Uitspraak: [ 'ambɪndə(n) ] Afbreekpatroon: aan·bin·den Vervoegingen: bond aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangebonden (volt.deelw.)
met een touw of riem vastmaken Voorbeeld: 'jonge bomen aanbinden' Synoniem: vastbinden Synoniemen: aanhechten aanknopen beginnen Spreekwoorden en zegswijzen • de kat de be...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanbinden

1) Beginnen met de strijd 2) Een conflict aanvaarden 3) Bevestigen 4) Gevaarlijk plan uitvoeren 5) Vastmaken (van schaatsen) 6) Vastknopen 7) Beginnen 8) Aandoen 9) Aanknopen 10) Aanhechten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanbinden/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.