aanhouden werkw. Uitspraak: [ ˈanhɑudə(n) ] Afbreekpatroon: aan·hou·den Vervoegingen: hield aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangehouden (volt.deelw.)
1) niet uitdoen Voorbeeld: 'je schoenen aanhouden'
2) (iemand) laten stilstaan om iets te vragen Voorbeeld: 'een voorbijganger aanhouden om de weg te ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanhouden
1) Vervolgen 2) Uitdoen 3) Niet vertrekken 4) Volhouden met inspanning 5) Verdagen 6) Verdergaan 7) Verschuiven 8) Voortbestaan 9) Behouden 10) Standhouden 11) Volhardendheid 12) Volharding 13) Inrekenen 14) Volhardend zijn 15) Voortgaan 16) Voortzetten 17) Voortzetten zonder op te geven 18) Standhouden en niet stoppen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanhouden/1
arresteren; aandringen
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
1> een bepaalde koers blijven varen. In algemenere zin: iets blijven volgen. Zie ook: voorhouden. 2> een touw of draad dusdanig tegenhouden dat het niet verder opviert. [Links: Diverse termen inzake touw, knopen, enz. ] Mogelijk alleen in de zeevaart in gebruik geweest. Herkomst: Mr. J. van Lennep Zeemanswoordenboek 1856.
Gevonden op
https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=a#aanhouden
Geen exacte overeenkomst gevonden.
