Aanspraak definities

Zoek op

aanspraak

aanspraak logo #1000 de aanspraak zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈansprak ] Afbreekpatroon: aan·spraak Verbuigingen: aanspraken (meerv.) 1) weinig aanspraak hebben (zelden met iemand praten en daardoor een beetje eenzaam zijn) 2) aanspraak maken op iets (zeggen dat je recht op iets hebt) 'aanspraak maken op een erfenis' 3)
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/aanspraak

Aanspraak

Aanspraak logo #10101) Claim 2) Toespraak 3) Vordering 4) Recht 5) Recht om te eisen 6) Recht om te vorderen 7) Rechtstitel 8) Pretentie 9) Rechtsgrond 10) Eis
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanspraak/1

aanspraak

aanspraak logo #11619eis
Gevonden op https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca

Aanspraak

Aanspraak logo #11618 1.min of meer plechtige redevoering, toespraak. Voorbeeld: ‘Bij het einde der aanspraak strekte de magere hand van de prelaat opnieuw uit de gouden koorkap en miek een zegenend kruisteken in de lucht’ 2.het spreken, taal, woord, gesprek. Voorbeeld: ‘Zij liep vlijtig over de vloer, haar aanspraak was opgewekt en vriendelijk - rap ...
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.