afscheidsgroet, -kreet, -schreeuw. - Voorbeeld: ‘Die noodschreeuw, dat akelig gehuil - die afscheidsroep van iemand die voor altijd heengaat - had lijk een elektrische schok door heel de omgeving gezonden’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php