animeren werkw. Uitspraak: [ ani'merə(n) ] Afbreekpatroon: ani·me·ren Vervoegingen: animeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geanimeerd (volt.deelw.) 1) (iemand) aansporen en enthousiast maken om iets te doen Voorbeeld: 'je zoon animeren zijn studie af te maken' Antoniem: demotiveren Synoniemen: : stimuleren, opwekken Gevonden op https://www.woorden.org/woord/animeren