stimuleren werkw. Uitspraak: [ stimyˈlerə(n) ] Afbreekpatroon: sti·mu·le·ren Vervoegingen: stimuleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gestimuleerd (volt.deelw.) (iets of iemand) aanmoedigen of bevorderen Voorbeelden: 'Mijn enthousiasme stimuleerde haar om ook in de verpleging te gaan werken.' , 'Het gemeentebestuur wil het to...
1) Bemoedigen 2) Opwekken 3) Oppeppen 4) Opwinden 5) Opkrikken 6) Toejuichen 7) Motiveren 8) Animeren 9) Bevorderen 10) Toemoedigen 11) Activeren 12) Cultiveren 13) Prikkelen 14) Aandrijven 15) Aanmanen 16) Aanmoedigen 17) Aansporen 18) Aanvuren 19) Aanzetten 20) Bezielen 
aansporen
Aansporen, bevorderen.
het beter laten verlopen vb: deze reclame stimuleert de verkoop Synoniem: bevorderen Tegenstellingen: tegenhouden afhouden afwenden belemmeren beletten onderdrukken weerhouden stremmen stuiten
•maatregelen nemen om iets te bevorderen.
Stimuleren is aanmoedigen , bevorderen , bezielen , inspireren . [basiswoordenlijst groep 8]
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] voortdrijven, aanporren