I annex zelfst.naamw. Uitspraak: [ ɑ'nɛks ] Afbreekpatroon: an·nex iets dat bij iets anders hoort Voorbeelden: 'een grote villa met een annex direct naast het zwembad' , 'De specifieke voorwaarden worden beschreven in een annex bij het standaardcontract.' II annex conjunction Uitspraak: [ ɑ'nɛks ] Afbreekpatroon: an·nex en daarbi...
1) Een geheel uitmakend 2) Dat grenst aan 3) Eenheid 4) Aanhangsel 5) Aangrenzend 6) Aangehecht 7) Belendend 8) Behorende bij 9) Behorend bij 10) Aan het bedoelde 11) Hetgeen erbij komt 12) Verbonden met 13) Verbonden aan 14) Gevoegd bij 15) Bovenkant van een roerschacht 16) Horend bij 17) Wat erbij komt 
(zijn met) `Jeukwoord.` Synoniem: ergens bij betrokken zijn
aangrenzend
aangrenzend (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] toegevoegd, aangehecht, bijgevoegd