apodictisch bijv.naamw. Verbuigingen: apodictischer 1) onweerlegbaar, noodzakelijk waar 2) geponeerd met al te grote stelligheid Gevonden op https://woorden.org/woord/apodictisch
waar in zichzelf; onweerlegbaar; overtuigend met grote stelligheid geponeerd, alsof het onweerlegbare waarheden zijn; stellig erg stellig in zijn of haar uitspraken of overtuigingen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/apodictisch
De eigenschap van een stelling die niet bewezen hoeft te worden Afgeleid van het Griekse deiknumi (tonen, demonstreren). Bijvoorbeeld: op 11 maart zeggen: `Morgen zal het 12 maart zijn`, is apodictisch Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10168
met stelligheid gebracht (alsof het onweerlegbaar is) WOORDFEIT: Het woord apodictisch komt via het Latijn van het klassiek Griekse woord apodeiktikos , dat ‘bewijskrachtig’ betekent. Het is afgeleid van apodeiktos : ‘bewijsbaar’. En dat woord is weer een afleiding van apodeiknunai , dat ‘aantonen, bewijzen’ betekent. Dat werkwoord beva... Gevonden op https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/woorden/woordenschat/apodictisch