baak zelfst.naamw. (de) Verbuigingen: baken (meerv.) Verbuigingen: baakje (verkleinwoord) 1) een vuurtoren 2) een vast merk- of herkenningsteken om de koers van een schip of het verloop van vaarwater mee te bepalen 3) een markeringsbord langs waterwegen of spoorwegen 4) een heuvelrug of ho... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/baak
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Baak``] 1o. eene staak of stang, waarvan men zich bij het afsteken van hoeken en lijnen in het veld bedient; zij is van onderen van eenen ijzeren schoen voorzien, om haar gemakkelijk in den grond te kunnen steken; aan het boveneinde bevindt zich gewoonlijk een tweekleurig vlaggetje. 2o Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0003.htm
1) merkteken dat schippers het vaarwater wijst, zoals kustlichten, (vuur)torens, palen in het water, enzovoorts; baken 2) instrument dat wordt gebruikt om hoogteverschillen en afstanden te meten Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/baak
Stelsel van waterpas aangebrachte planken waarbinnen het bouwwerk gemaakt moet worden. Op de planken wordt met een zaagsnede de maatvoering van het opgaande werk aangegeven.
Gevonden op https://perfectkeur.nl/actueel/bouwkundig-woordenboek/
1> herkenningspunt voor de scheepvaart. Vroeger het enkelvoud van baken. 2> 4 à 5 meter lange stok (het stammetje van een spar) dat als drijfbaken voor een staand want fungeert. Ook spar genoemd. Gerelateerde term: baaksim. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=b#baak