de badgast zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈbɑtxɑst ] Afbreekpatroon: bad·gast Verbuigingen: badgasten (meerv.) iemand die in een badplaats of zwembad is om te zwemmen, te zonnen en vertier te zoeken Voorbeelden: 'Het strand lag vol badgasten.' , 'dronken badgasten' 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/badgast