bedonderen werkw. Uitspraak: [ bəˈdɔndərə(n) ] Afbreekpatroon: be·don·de·ren Vervoegingen: bedonderde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bedonderd (volt.deelw.) bedriegen Synoniem: belazeren de kluit bedonderen (iedereen bedriegen) Ben je nou helemaal bedonderd? (<dit zeg je als afkeurend commentaar op gedrag of op een voors... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bedonderen