de begijn zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ bəˈxɛin ] Afbreekpatroon: be·gijn Verbuigingen: begijnen (meerv.) alleenstaande vrouw die met andere vrouwen samenwoont en een vroom en eenvoudig leven nastreeft Voorbeelden: 'gemeenschappen van begijnen bestaan sinds de elfde eeuw in heel Europa' , 'begijnhof' 6 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/begijn
vrouw die haar leven aan het geloof wijdt maar niet tot een kloosterorde behoort - Woordfeit: Begijnen waren alleenstaande vrouwen die als geestelijke leefden zonder echt bij een kloosterorde te horen. Vaak leefden meerdere begijnen gemeenschappelijk in een begijnhof. Begijn komt van het Oudfranse beguine, maar de herkomst daarvan is ... Gevonden op https://onzetaal.nl/nieuws-en-dossiers/nieuwsbrieven/woordpost/woordpostarc
Vrome vrouw die in een gemeenschap zonder kloosterregel een semi-religieus leven leidde. Begijnhoven ontstonden in de 12de eeuw en kenden een bloei in de 13de en 14de eeuw vooral in de Nederlanden en en Duitsland.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10772