behelzen werkw. Uitspraak: [ bə'hɛlzə(n) ] Afbreekpatroon: be·hel·zen Vervoegingen: behelsde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft behelsd (volt.deelw.) als onderwerp hebben, erover gaan Voorbeelden: 'Wat behelst de nieuwe maatregel?' , 'De plannen behelzen niet veel goeds.' , 'Gezond eten behelst meer dan elke dag een stukje fruit.'... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/behelzen