berispen werkw. Uitspraak: [ bəˈrɪspə(n) ] Afbreekpatroon: be·ris·pen Vervoegingen: berispte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft berispt (volt.deelw.) (iemand) op boze toon zeggen dat je zijn gedrag afkeurt; (iemand) een standje geven Voorbeeld: 'Het tuchtcollege heeft de huisarts berispt.' Synoniemen: : terechtwijzen, vermanen Sy... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/berispen