I beslist bijv.naamw. Uitspraak: [ bəˈslɪst ] Afbreekpatroon: be·slist zeker van je handelen en denken Voorbeelden: 'op een besliste toon iets zeggen' , 'een beslist antwoord' Synoniemen: : resoluut, stellig II beslist bijwoord Uitspraak: [ bəˈslɪst ] Afbreekpatroon: be·slist <als versterking van een bewering> Voorbee...
1) Absoluut 2) Afdoend 3) Afdoende 4) Apert 5) Bepaald 6) Besloten 7) Besluitvaardig 8) Bijwoord 9) Bijwoord van modaliteit 10) Botaf 11) Categorisch 12) Doortastend 13) Echt 14) Feitelijk 15) Ferm 16) Gedecideerd 17) Geheid 18) Geprononceerd 19) Gewis 20) Heus 21) In elk geval 22) In ieder geval 23) Is zeker een fruitstreek 1) Absoluut 2) Afdoend 3) Apert 4) Apodictisch 5) Bepaald 6) Besloten 7) Besluitvaardig 8) Botaf 9) Decisief 10) Doortastend 11) Duidelijk 12) Echt 13) Feitelijk 14) Ferm 15) Flink 16) Gedecideerd 17) Gegarandeerd 18) Geheid 19) Geprononceerd 20) Gewis 21) Heus 22) Kordaat 23) Krachtdadig 24) Krachtig 
vast van plan om zijn doel te bereiken vb: hij stapte beslist op de herrieschoppers af Synoniemen: vastberaden resoluut Tegenstelling: slapzeker dat het juist is vb: hij heeft beslist gelijk gehad Synoniemen: stellig ongetwijfeld absoluut ronduit positief
•niet onderhevig aan aarzeling of twijfel.
vast en zeker