bestrijken werkw. Uitspraak: [ bəˈstrɛikə(n) ] Afbreekpatroon: be·strij·ken Vervoegingen: bestreek (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bestreken (volt.deelw.) 1) zo ver kunnen komen Voorbeelden: 'verschillende regio's bestrijken' , 'verschillende periodes bestrijken' Synoniem: beslaan 2) smeren over Voorbee...
1) Bedekken 2) Bereiken 3) Besmeren 4) Flankeren 5) Omvatten 6) Overlappen 7) Pleisteren 8) Rapen 9) Zich uitstrekken over 1) Bereiken 2) Beslaan 3) Besmeren 4) Domineren 5) Insmeren 6) Lakken 7) Manipuleren 8) Omvatten 9) Overlappen 10) Penselen 11) Plamuren 12) Rapen 13) Smeren 
Met geschut of infanteriewapens onder vuur nemen van een strook grond of een stuk water.
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bestrijken``] Eene versterkte linie B., haar flankeren, noemt men haar verdedigen door middel van eene andere linie, welke met haar een inspringenden hoek van ongeveer 90o maakt. Zie Versterkingskunst
Bestrijken is het met geschut of infanteriewapens onder vuur nemen van een strook grond of een stuk water.
over welk gedeelte het gaat vb: dit park bestrijkt de halve gemeente
besmeren; onder vuur nemen
het onder vuur (kunnen) nemen van een terreincompartiment of wateroppervlak
Met geschut of infanteriewapens onder vuur nemen van een strook grond of een stuk water.
Met geschut of infanteriewapens onder vuur nemen van een strook grond of een stuk water.
Met kwast, ei en gelei aanbrengen. http://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
Het bevochtigen van vlees, gevolgelte of wild tijdens het roosteren, met hun eigen vocht, boter of olie.