beurt zelfst.naamw. Uitspraak: [ bɵ:rt ] Verbuigingen: beurten (meerv.) keer dat je iets doet of dat je iets ondergaat een beurt krijgen (aangewezen worden iets te doen) het huis een grote beurt geven (het huis goed schoonmaken) aan de beurt zijn (iets moeten of mogen doen of ondergaan) om de beurt (nu de een, dan de ander) Synoniemen: beh... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/beurt
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Beurt``] 1o. Op zijne B., buiten zijne B. bevorderd worden zegt men van officieren, die naar ancienneteit of bij keuze avancement maken. 2o. Dienstbeurt, dienst, die naar eenen bepaalden rooster, verrigt wordt Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0003.htm
1> verkorting van beurtvaart. Op vaste tijden met schepen het transport tussen twee of meer plaatsen verzorgen. Zie ook beurte. BREDE BEURT: scheepvaart, die geen beurtvaart is, maar toch onder de controle van het beurtvaartgilde valt. Zie verder bij beurtvaart. 2> AAN DE BEURT ZIJN: op de schippersbeurs het laagste nummer hebben. Als het... Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=bem#beurt