bezingen werkw. Afbreekpatroon: be·zin·gen Verbuigingen: bezong Vervoegingen: bezongen (volt.deelw.) 1) enz. 2) over een bepaald onderwerp zingen Voorbeeld: 'Daarin werd de schoonheid van de Alpen bezongen.' 3) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het bezingen in de tweede betekenis erin... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bezingen