big - Voorbeeld: ‘Met hun tweeën bleven zij een tijdlang op het zwijn staan kijken dat nu gerust te zuchten lag en stil kermde - 't Is spijtig toch voor de biggens, mijmerde Max,... die vijf kunnen we opkweken, maar anders waren er dertien geweest’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php