bijvullen werkw. Uitspraak: [ 'bɛivʏlə(n) ] Afbreekpatroon: bij·vul·len Vervoegingen: vulde bij (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bijgevuld (volt.deelw.) zorgen dat er weer genoeg van is Voorbeelden: 'de waterkan bijvullen' , 'vloeistoffen bijvullen bij een onderhoudsbeurt van de auto' Synoniem: aanvullen Synoniemen: aanvullen bi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bijvullen