I zaterdagochtend bijwoord Afbreekpatroon: za·ter·dag·och·tend in de ochtend van de zaterdag Voorbeeld: 'Kun je zaterdagochtend ook komen?' II de zaterdagochtend zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: za·ter·dag·och·tend Verbuigingen: zaterdagochtenden (meerv.) Verbuigingen: zaterdagochtendje (verkleinwoord) de uren van een zaterdag...
1) ochtend van de zaterdag 2) op de ochtend van de zaterdag; op zaterdagochtend; 's zaterdagsochtends
•de ochtend van zaterdag.