Let op: Spelling van 1858 Gods- of majesteitslastering; lasterrede. Blasphemeren, godslasteringen uitbraken; beschimpen, lasteren, in eenen kwaden naam brengen. Blasphemisch, blasphematorisch, godslasterlijk
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.