de purist zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ py'rɪst ] Afbreekpatroon: pu·rist Verbuigingen: puristen (meerv.) de purist - e zelfst.naamw. Uitspraak: [ py'rɪst - ə ] Afbreekpatroon: pu·rist Verbuigingen: puristen, puristes (meerv.) 1) iemand die pleit voor het tegengaan van anderstalige invloeden in de eigen taal Voorbeeld: 'Ik h...
1) Zuiveraar 2) Zuiveraar van de taal 3) Taalhervormer 4) Iemand die zuiverheid nastreeft 5) Zifter 6) Voorstander van goed taalgebruik 7) Woordenvitter 8) Taalzuiveraar 9) Taalhervormer (ironisch) 10) Taalvitter 11) Woordenzifter 
iemand die iets in zijn meest pure vorm wil houden aanhanger van het purisme, een uit het kubisme voortgekomen richting in de beeldende kunst en architectuur die streeft naar een uiterste zuivering van de vorm iemand die ijvert voor de zuiverheid van zijn taal door vreemde woorden, vreemde uitdrukkingen en onjuistheden te weren; veelal: overdreven ...
taalzuiveraar
taalzuiveraar (toon de herkomst via de etymologiebank)
taalzuiveraar