[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] ook wel
boônbrood, boômbrood, in Scheveningen
bombrood - gift, fooi (in geld), waarop de eerste brenger van een goede tijding aanspraak heeft; van gelijkluidend
bodenbrood, oorspronkelijk drie sneden brood, aan een bode bij zijne aankomst gegeven.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0006.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.