1) zaad van een aantal soorten vlinderbloemige planten, dat met of zonder peul als groente gegeten wordt; boon
2) in toepassing op personen
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/boontje

groente
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca

troetelnaam voor klein kindje - Voorbeeld: ‘
Mete, mete... kriepte 't klein Trientje. - Ja, gij ook mijn boontje, en 't kreeg van 't zelfde: twee vette kussen op zijn wangjes’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php

Spreekwoorden: (1914)
Boontje komt om zijn loontje,d.w.z. iemand krijgt zijn verdiende loon, als hij iets misdreven heeft: het kwaad loont zijn meester (Spieghel, 276). De zegswijze is ontleend aan het sprookje van erwtje, boontje, strootje en kooltje vuur, die samen uit wandelen gingen. Ze kwamen voor een wijd water en ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.