de botsing zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ˈbɔtsɪŋ ] Afbreekpatroon: bot·sing Verbuigingen: botsingen (meerv.) keer dat twee of meer mensen of voertuigen tegen elkaar botsen Voorbeeld: 'een botsing tussen een trein en een auto' Synoniemen: aanrijding aanvaring clash collisie conflict onenigheid opeen knallen opknallen ruzie schok twist...
1) Aanrijding 2) Aanvaring 3) Clash 4) Collisie 5) Conflict 6) Gevecht 7) Onenigheid 8) Ongeluk 9) Ongeval 10) Onzachte aanraking 11) Oorlog 12) Opknallen 13) Percussie 14) Ruwe aanraking 15) Ruzie 16) Schok 17) Stoot 18) Strijd 19) Twist 20) Verkeersongeval 
het met een klap tegen iemand aan stoten vb: die botsing kwam hard aan
Als op een netwerk 2 computer tegelijkertijd proberen iets te versturen verstoren de berichten elkaar: ze botsen. Als de computer die merken stoppen ze met sturen, en wachten een willekeurige hoeveelheid tijd voordat ze opnieuw sturen. Dit noemt met een backoff. De andere stuurt niet voordat de andere klaar is met sturen Is een synoniem van Coll......
•het botsen. •een conflict of ruzie.
het botsen