de bourgeois zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bur'ʒwɑ ] Afbreekpatroon: bour·geois de bourgeois - e zelfst.naamw. Uitspraak: [ bur'ʒwaz - ə ] Afbreekpatroon: bour·geois iemand die welgesteld is en een beschaafde, vaak behoudende levensstijl propageert Voorbeeld: 'in bourgeoiskringen verkeren' Synoniemen: bekrompen burgerlijk burgermann...
1) Bekrompen 2) Benepen 3) Burgerlijk 4) Burgermannetjesachtig 5) Derde stand 6) Filister 7) Kleinburgerlijk 8) Kleine burgerman 9) Kneuterig 10) Niet adel 11) Niet voornaam 12) Plaats in de Benelux 13) Voormalig Franse premier 1) Burger 2) Burgerlijk 3) Burgermannetjesachtig 4) Kleinburgerlijk 5) Kneuterig 
burger uit de bezittende klasse (toon de herkomst via de etymologiebank)
(klein)burgerlijk, bekrompen - Woordfeit: Het Franse leenwoord bourgeois kan zowel een zelfstandig naamwoord (`burger`) zijn als een bijvoeglijk naamwoord (`burgerlijk`). Het is terug te voeren op bourg `marktplaats, vestingstad`, dat op het Latijnse burgus voor `burcht` teruggaat. In de negentiende eeuw werden de begrippen bourgeois en bourgeoisie...
burger
burger