bukken werkw. Uitspraak: [ 'bʏkə(n) ] Afbreekpatroon: buk·ken Vervoegingen: bukte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gebukt (volt.deelw.) 1) je lichaam vooroverbuigen naar de grond Voorbeelden: 'bukken om iets op te rapen van de grond' , 'Bukken! (dit roep je als iemand dreigt te worden geraakt door iets)' , 'moeilijk kunnen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bukken
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bukken``] der vuurmonden. Het bukken ontstaat door de veerkrachtige terugwerking van de affuit en van den bodem op de steunpunten van den vuurmond. Ook zonder deze terugwerking kan de ligging van de as der tappen ten opzigte van de as der ziel reeds het bukken veroorzaken. Zie over de vrij ingewikkelde ... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0003.htm
Bij het bukken buig je voorover, terwijl je benen recht blijven. Bukken is niet goed voor je rug. Probeer liever te hurken.
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10679