communiceren werkw. Uitspraak: [ kɔmyniˈserə(n) ] Afbreekpatroon: com·mu·ni·ce·ren Vervoegingen: communiceerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gecommuniceerd (volt.deelw.) contact hebben (met iemand) Voorbeeld: 'Communiceren met iemand die een andere taal spreekt is soms moeilijk.' Synoniemen: een conversatie hebben in contac... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/communiceren
boodschappen overbrengen of uitwisselen vb: over dat onderwerp hebben wij niet gecommuniceerd communicerende vaten [die met elkaar in verbinding staan] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=communiceren
Het overbrengen van een gewaarwording, kennis of informatie op anderen. Categorie: Functionele activiteiten > communicatiefuncties. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491