constateren werkw. Uitspraak: [ kɔnstaˈterə(n) ] Afbreekpatroon: con·sta·te·ren Vervoegingen: constateerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geconstateerd (volt.deelw.) zien of inzien (dat iets zo is als het is) Voorbeelden: 'een fout in een tekst constateren' , 'constateren dat iets anders is dan je dacht' Synoniem: vaststellen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/constateren