het contact zelfst.naamw. Uitspraak: [ kɔnˈtɑkt ] Afbreekpatroon: con·tact Verbuigingen: contacten (meerv.) 1) keer dat je iemand ziet of spreekt Voorbeelden: 'Tot de volgende keer; we houden contact.' , 'contact per e-mail of per telefoon' , 'We zien elkaar nooit meer; het contact is verbroken.' contact opnemen met iemand (zor... Gevonden op https://woorden.org/woord/contact
Confrontatie met een reclamemedium of een reclameboodschap waardoor gelegenheid ontstaat een communicatie-uiting waar te nemen. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10323
met elkaar van gedachten kunnen wisselen vb: ik heb een goed contact met mijn kinderen telefonisch contact [via de telefoon van gedachten wisselen] hij maakt erg makkelijk contact [hij praat erg makkelijk met anderen] sociale contacten [contacten met andere mensen] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
•een toestand waarbij twee voorwerpen elkaar raken. •onderlinge communicatie. •een contactpersoon. •een verbinding van twee elektrische geleidingen. •een elektrische schakelaar. •de grens tussen stollings- en nevengesteente. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/contact