daarvan, van die zaak, waarvan - Voorbeeld: ‘De kinders zochten rond met de ogen waar of 't brood nu ergens door de kave gevallen was en 't geld, daaraf moeder met zulk een zekerheid gewaagde’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php