dichtklappen werkw. Uitspraak: [ 'dɪxtklɑpə(n) ] Afbreekpatroon: dicht·klap·pen Vervoegingen: klapte dicht (verl.tijd enkelv.) 1) met een klap dichtgaan of dichtmaken Vervoegingen: is, heeft dichtgeklapt (volt.deelw.) Voorbeelden: 'Het raam klapt dicht door de tocht.' , 'Hij klapte de motorkap van zijn auto dicht.' Synoniem: di... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dichtklappen
met een klap weer dicht gaan vb: de doos klapte plotseling dicht opeens niet meer verder kunnen praten vb: na die nare opmerking klapte ik helemaal dicht Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=dichtklappen