
dichtklappen werkw. Uitspraak: [ 'dɪxtklɑpə(n) ] Afbreekpatroon: dicht·klap·pen Vervoegingen: klapte dicht (verl.tijd enkelv.)
1) met een klap dichtgaan of dichtmaken Vervoegingen: is, heeft dichtgeklapt (volt.deelw.) Voorbeelden: 'Het raam klapt dicht door de tocht.' , 'Hij klapte de motorkap van zijn auto dicht.' Synoniem: d...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/dichtklappen

1) Sluiten 2) Niets weten te zeggen 3) Dichtslaan 4) Dichtdoen 5) Toeslaan 6) Dichtgaan 7) Zwijgen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Dichtklappen/1
met een klap weer dicht gaan vb: de doos klapte plotseling dicht
opeens niet meer verder kunnen praten vb: na die nare opmerking klapte ik helemaal dicht
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.