I doorbreken werkw. Uitspraak: [ ˈdorbrekə(n) ] Afbreekpatroon: door·bre·ken Vervoegingen: brak ˈdoor (verl.tijd ) Vervoegingen: is ˈdoorgebroken (volt.deelw.) 1) (van een dijk) kapotgaan en water doorlaten Voorbeelden: 'De dijk is doorgebroken.' , 'Een stuk hout met je hand doorbreken' 2) plotseling bekend worden Gevonden op https://www.woorden.org/woord/doorbreken
stuk- of openbreken vb: door de droogte is de dijk doorgebroken beroemd worden vb: de zanger is eindelijk doorgebroken: zijn liedje staat op de hitlijst Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=doorbreken