
met een ruifel (zie ald.) (haastig) dooreenschudden, dooreensmijten, dooreengooien, dooreenmengen, - Voorbeeld: ‘
De mannen trekken hun natte bovenkleren uit, klimmen de steiger op, duwen de zoldervalle naar omhoog, gooien de luiken der dakvensters open en, onzichtbaar in de dikke damp, doorroefelen zij de droge bonen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0007.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.